ABBA VADER
Jesaja 6 bevat een prachtige glorierijke passage over Jezus: "In het jaar dat koning Uzzia stierf, zag ik de Heere zitten op een hoge en verheven troon en de zomen van Zijn gewaad vulden de tempel." (Jesaja 6:1). Tijdens het opgroeien was mijn visie op God dat Hij afwezig was en in een verre plaats, ver bij mij vandaan. Een Wezen dat ik moest aanspreken in de taal van de Statenvertaling met “U” en “Gij”.
Maar wat zegt onze hoge, heilige God over ons nederige, zondige mensen die hem volgen? Jesaja zegt ons: "Want zo zegt de Hoge en Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam heilig is: Ik woon in de hoge hemel en in het heilig, en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om levend te maken de geest van de nederigen en om levend te maken het hart van de verbrijzelden.' (Jesaja 57:15). Ja, onze Vader is heilig, majestueus en glorierijk - maar hij verlaagt zich tegelijkertijd om te wonen in onze nederige, met zonde bevlekte harten.
Ik denk dat elk kind instinctief het verschil kent tussen het haten van religie en van Jezus te houden. Op een dag toen mijn dochter jong was, verscheen ze ineens tussen de bladzijden van de krant die ik las. Ik was moe en joeg haar weg en wilde slechts een paar minuten om te ontspannen alvorens verder te werken aan de preek die ik nodig had voor de volgende zondag. Maar ze bleef steeds tevoorschijn komen en zei: 'Papa, ik wil je wat vertellen.' Ik bleef haar gewoon wegsturen en dacht aan de klok die mijn tijd van ontspanning wegtikte. Dit ge-heenen-weer stopte toen ik eindelijk zei: 'Lieverd, wat wil je me vertellen?' Ze antwoordde: 'Ik hou van je.'
Zij wist het verschil tussen religie - mijn perfectionisme als prediker - en de liefdevolle Jezus, wat ze op deze manier aan mij liet zien. Gods Woord maakt duidelijk dat Hij wil dat we tot Hem naderen, zoals mijn dochter bij mij deed – onze Papa’s naam uitroepend, de Abba, die heel dicht in de buurt is, zeker niet ver weg of buiten ons bereik.