Als de mensen vrede en veiligheid roepen….
"Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen. Maar gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou" (1 Thess.5:3-4). Op dit ogenblik is de wereld zó in opschudding dat de mensen vragen: "Zien we nu het einde van de geschiedenis komen? Zou het kunnen dat we vlak voor een nucleaire holocaust staan? Is de wereld helemaal uit controle geraakt?"
Zelfs sommige wereldleiders spreken nu op een angstige toon. Sommigen zeggen: "We zijn getuige geweest van de dood van diplomatie". Onderhandelingen met schurkenlanden zijn mislukt, en gestoorde dictators negeren de waarschuwingen van de Verenigde Naties.
Er zijn aanwijzingen dat er geen diplomatieke oplossingen meer zijn. Zelfs als Amerika met krachtige uitspraken en waarschuwingen komt, lijkt het allemaal op dove oren te vallen. De Verenigde Naties hebben bijvoorbeeld beloofd Japan te verdedigen als Noord Korea dat land aanvalt. Onze leiders hebben gedreigd: "alle macht en kracht te gebruiken van de Verenigde Naties om terug te slaan". Dit zou de nucleaire vernietiging van Noord Korea kunnen betekenen. We begrijpen nu wat Jezus bedoelde toen Hij deze waarschuwing gaf: "En er zullen tekenen zijn aan zon en maan en sterren, en op de aarde radeloze angst onder de volken vanwege het bulderen van zee en branding, terwijl de mensen bezwijmen van vrees en angst voor de dingen, die over de wereld komen. Want de machten der hemelen zullen wankelen" (Lucas 21:25-26).
Toen Jezus deze waarschuwing gaf, voegde Hij er deze verklaring aan toe: "En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk, met grote macht en heerlijkheid. Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt" (Lucas 21:27-28).
Ik ben ervan overtuigd dat alle beangstigende dingen die we op het ogenblik op de aarde zien komen: orkanen, tsunami’s, aardbevingen, drastische weersveranderingen, terrorisme, nucleaire dreigingen, oorlogen en geruchten van oorlogen – allemaal te maken hebben met de komst van Christus. Achter de oorlogswolken die zich verzamelen, achter de grote duisternis die de aarde aan het bedekken is, wordt er een wolk in de hemel gevormd. En spoedig zal er een dag komen dat Christus zal komen met die wolk en zich zal openbaren aan de hele wereld. "Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is" (Lucas 21:31).
Naarmate christenen in de dagen van Paulus voelden dat de verwoesting van Jeruzalem dichterbij kwam, wilden ze meer weten over toekomstige gebeurtenissen. Ze waren angstig over geruchten over de wreedheid van binnendringende legers, die massa’s mensen gevangen namen als slaven. Het maakte dat deze gelovigen voelden dat spoedig gevaarlijke tijden zouden komen. Daarom vroegen ze Paulus hen meer te vertellen over wat er zou gaan gebeuren: "Vertel ons hoe we die tijd moeten interpreteren".
Paulus antwoordde met deze woorden van geruststelling: "Maar over de tijden en gelegenheden, broeders, is het niet nodig, dat u geschreven wordt: immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag des Heren zó komt, als een dief in de nacht" (1 Thess.5:1-2).
Paulus schreef hen wat er zou gebeuren wanneer Christus ging terugkeren: "Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. Vermaant elkander dus met deze woorden" (1 Thess.4:16-18).
De vermaning van Paulus aan hen was bedoeld als bemoediging. Hij zei, in wezen: "Het is niet nodig dat jullie je zorgen maken over die dingen die over de aarde komen. Je hoeft je echt niet al te veel zorgen te maken over al de beangstigende tekenen en rampen. Jullie weten heel goed waar het over gaat. Het laat allemaal zien dat de Here Jezus komt, om Zijn volk weg te halen".
We kunnen er zeker van zijn dat de snelle stroom van gebeurtenissen die zich heden ten dage afspeelt, ons brengt naar Gods eeuwige doel. Deze wereld is niet stuurloos; de Heer heeft de aarde niet in de steek gelaten, hoe zondig en trouweloos de mensheid ook is geworden. Veeleer is God erin meegegaan. En wat we nu zien, is een snelle beweging van gebeurtenissen die richting die "ene goddelijke gebeurtenis" gaan: de herschepping van een nieuwe hemel en aarde, waar Christus als voornaamste zal regeren tot in alle eeuwigheid.
De Stoïcijnen uit de oudheid geloofden dat de wereld door vastgelegde tijdsperioden ging. In hun gedachte werd de wereld na ieder einde van een periode verwoest door een grote brand. Daarna werd de aarde dan weer precies zo hersteld als die was geweest, zodat alles weer van voren af aan begon en zich weer net zo ontwikkelde als tevoren.
Met andere woorden, de geschiedenis herhaalde zich telkens weer. Dezelfde sterren volgden in dezelfde banen, en dezelfde levens werden weer geleefd, met dezelfde vrienden, dezelfde zorgen, dezelfde ervaringen. Iedere keer werd alles hersteld, niet alleen maar voor een keer, maar tot in eeuwigheid. De mensen zaten in een eeuwige tredmolen waaruit men niet kon ontsnappen.
De woorden van de apostel Petrus waren in directe tegenspraak met deze gedachtegang. Petrus vertelt ons dat: "christenen, volgens Gods belofte, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde moeten verwachten, waar gerechtigheid woont" (2 Petrus 3:13). Bovendien zegt hij, dat als we Gods Woord geloven, we kunnen weten dat de geschiedenis zich snelt naar de dag van de komst van de Heer, wanneer "de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten" (2 Petrus 3:12).
"Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden. Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht, vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods" (2 Petrus 3:10-12).
Op dat punt, zegt Petrus, kunnen we verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde te zien. En we moeten er verwachtingsvol naar uit zien.
Als volgelingen van Christus hoort onze focus niet op dagelijkse nieuwsberichten te zijn. We behoren niet met onze gedachtes steeds bezig te zijn met oorlogen en geruchten van oorlogen, noch met de mogelijkheid van een nucleair ongeluk, noch met de andere dingen die op de aarde komen.
Dit betekent dat Gods volk niet bang moet zijn voor de islam, noch voor iets anders. Op dit ogenblik claimen islamitische jihadisten dat ze woorden hebben ontvangen dat hun grote imam wil gaan verschijnen. Maar volgens hen heeft hij gezegd dat hij niet zal komen totdat de wereld in totale chaos is.
Dit verklaart waarom zovele ayatollahs en mullahs achter de terroristische aanvallen staan die worden gepland en uitgevoerd. Het is allemaal met de bedoeling totale chaos te creëren. En het heeft als bedoeling Israël te verwoesten als de meest provocerende daad van terreur als maar mogelijk is, om de wereld in deze chaos te brengen.
Toch horen we ons tot de woorden van Jezus te keren, en tot die van Paulus en Petrus, zelfs als we deze feiten overdenken. Alle islamieten pochen erover dat ze heerschappij gaan nemen over de wereld – maar al hun afschuwelijke daden van moord en fanatisme betekenen niets in Gods eeuwige plan. Zijn Woord zegt dat deze mannen maar stofjes zand zijn die Hij zal wegblazen: "Nauwelijks zijn zij geplant, nauwelijks gezaaid, nauwelijks wortelt hun stek in de aarde, of Hij blaast reeds op hen, zodat zij verdorren, en een storm neemt ze op als stoppels" (Jes.40:24).
Islamitische jihadisten hopen misschien chaos te creëren, maar met een enkel woord is God in staat al hun macht weg te halen. De waarheid is dat ze alleen maar de dag doen bespoedigen van de enige echte Messias, de Schepper van deze wereld en alles wat erin is.
We weten al dat Paulus de Thessaloniërs verzekerde: "Maar over de tijden en gelegenheden, broeders, is het niet nodig, dat u geschreven wordt" (1 Thess.5:1). Maar, Paulus voegde er dit aan toe: "Ik wil dat jullie één bewezen feit weten over dit onderwerp: terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen" (1 Thess.5:3). Paulus geeft hier de kerk van iedere tijdsperiode een aanwijzing. Hij beschrijft het ene ding dat bij iedere samenleving gebeurt vlak voor plotselinge verwoesting en oordeel. En dit ene bewezen feit is dat de mensheid zich zal overgeven aan veiligheid en welvaart.
Hier is het bewijs van komende verwoesting dat nooit faalt. En Paulus verklaarde het door bewijs uit het verleden. Eenvoudig gezegd, er is geen geval in de Schriften dat God ooit verwoesting bracht op een samenleving als ze zich niet hadden overgegeven aan een obsessie voor veiligheid en welvaart. Paulus zegt: "Hier is de regel, bewezen door de geschiedenis, ten aanzien van al Gods verwoestende daden. Het gebeurt in tijden dat de mensen zich overgegeven aan de jacht naar welvaart en veiligheid, terwijl ze zich afkeren van de Heer".
We moeten oppassen voor ieder gepraat over vrede en welvaart als er een beangstigende storm in zicht is. Het is dán – als vrede en voorspoed de belangrijkste drijfveer wordt, als wachters zelfs donderen, en iedereen weet dat alleen een wonder de mensheid kan redden – dat we plotselinge verwoesting kunnen verwachten.
Jezus vergeleek de dagen van Noach en Lot, met de dagen van Zijn komst. Hij zei dat in beide gevallen de mensen bezig zijn met eten, drinken, trouwen, kopen en verkopen. Met andere woorden, de dagelijkse activiteiten gaan door als normaal, de mensen worden in beslag genomen door dingen die op zichzelf niet zondig zijn.
Maar, zoals in de generaties van Noach en Lot, obsedeerde het najagen van deze dingen een gehele samenleving. De dagelijkse activiteiten worden de voornaamste gerichtheid, en de mensen werden daardoor zo afgeleid dat de waarschuwingen van de Heilige Geest niet meer gehoord konden worden.
Volgens Jezus zal hetzelfde gebeuren in het laatste uur, vlak voor plotselinge verwoesting. De hele wereld zal zich hebben overgegeven aan het zoeken naar veiligheid en welvaart, een bezigheid die zelfs velen in de kerk in de greep zal krijgen. De gerichtheid van de mensen zal geheel zijn op de dingen van deze wereld, en ze zullen hun standvastigheid in het geloof verzaken.
We zien al velen in de greep van zo'n mentaliteit. Massa’s mensen zijn ervan overtuigd dat welvaart de enige manier is om vrede te kunnen hebben. En daarom zijn mensen in een waanzinnige wedloop naar welvaart, met speculanten die verpletterd worden door schuld, anderen zijn als een gek rijkdom aan het verzamelen, en weelde wordt verkregen over de rug van de armen heen. Geliefde, dat is precies het moment dat plotselinge verwoesting komt.
In wat voor toestand zal het volk van Jezus zijn? Zullen ze een levendig geloof hebben? Zullen ze naar Hem uitzien en naar Zijn komst verlangen? Of zullen ze voornamelijk bezig zijn met de dingen van deze wereld?
Als Christus komt, zal Hij dan Zijn kerk vinden in de greep van valse profeten die een valse vrede prediken, succes, rijkdom, goede tijden? De profeet Jeremia beschrijft zo’n tijd in de geschiedenis van Israël: "Want van klein tot groot zijn zij er allen op uit zich te bevoordelen; allen, van profeet tot priester, plegen zij bedrog. Zij trachten de breuk van mijn volk op het lichtst te genezen door te zeggen: Vrede, vrede, terwijl er geen vrede is" (Jer.6:13-14).
Laat me dit duidelijk maken: voorspoed is niet op zichzelf zondig. De Schriften maken het duidelijk dat God ervan houdt Zijn kinderen te zegenen. En er is niets zondigs aan het verkrijgen van een mooi huis, een mooie auto, goede kleding, of het eten in goede restaurants. We worden aangemoedigd om voorzieningen te treffen voor ons gezin en onze familie, zoals het bouwen van huizen, kopen, verkopen, zaaien en oogsten.
Het is als deze dingen ons veel te veel in beslag beginnen te nemen: onze tijd, onze gedachtes, onze energie en activiteiten, - met als gevolg dat het zoeken naar God wordt verwaarloosd - dat ons hart begint te verharden. Zie je, als men niet langer tevreden is met genoeg hebben om van rond te komen, als kopen, verkopen, en geld verdienen onze geest en ziel in beslag gaan nemen, dan komt lauwheid om de hoek kijken. En zij die zich hebben overgegeven aan het zoeken naar veiligheid en voorspoed gaan tenslotte Gods waarschuwingen verachten:
"Zo zegt de HERE der heerscharen:… Tot wie moet ik spreken en betuigen, dat zij horen? Zie, hun oor is onbesneden, zodat zij niet kunnen luisteren; zie, het woord des HEREN is hun tot een smaad, zij hebben daarin geen behagen…Ook heb Ik wachters over u gesteld: Luistert naar het geklank der bazuin; maar zij zeggen: Wij willen niet luisteren" (Jer.6:9-10,17).
Door de Bijbelse geschiedenis heen liepen wachters door de straten om te waarschuwen voor komende oordelen, profeterend tegen Gods volk. Maar vaak sloot de kerk zijn oren en gaf zichzelf over aan pleziertjes, aan eten en wijn drinken, aan kopen en bouwen.
Eerlijk gezegd ben ik geschokt door de hardheid die ik zie in zovele christenen van vandaag, bij mensen die eens zo vol vuur waren. Deze zelfde gelovigen hielden ervan te bidden en in Gods huis te zijn. Ze hielden van godvrezende terechtwijzing en waren diep geroerd door de profetische woorden die ze hoorden. Maar nu zijn ze te druk om God te zoeken. En hun liefde voor Jezus wordt iedere dag kouder.
Zulke mensen zullen geen enkele soort van prediking dulden die hen van zonde overtuigt. Ze geven de voorkeur aan een half uur durend preekje eens per week dat hun gevoel voor eigenwaarde opbouwt of hen helpt succesvol te worden. Vergis je niet, er zijn massa’s mensen die op deze manier in een diepe slaap zijn gevallen.
God gaf Jeremia de opdracht Zijn volk deze waarschuwing te geven: "Ook nu gij tot hen al deze woorden spreekt, horen zij niet naar u, en nu gij tot hen roept, antwoorden zij u niet; zeg dus van hen: Dit is het volk dat niet hoort naar de stem van de HERE, zijn God, en dat geen tuchtiging aanneemt; de oprechtheid is verdwenen en teloorgegaan uit hun mond" (Jer.7:27-28).
Evenzo in het Nieuwe Testament, wanneer Paulus schrijft: "Gelijk geschreven staat: God gaf hun een geest van diepe slaap, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot de dag van heden" (Rom.11:8).
Waarom keren zovele eens enthousiaste christenen zich nu af van godvrezende terechtwijzing? Waarom is er zoveel verblindheid in Bijbelse zaken? En hoe komt het dat zovele kerken en gelovigen in de val gelokt worden door een evangelie dat op zichzelf en op geld en rijkdom gericht is?
Eén reden is dat een groeiend aantal voorgangers hedentendage van de prediking van het kruis is afgegleden. De boodschap van de arme, dakloze, lijdende, bloedende Christus is een belediging geworden. De roep voor opoffering: het kruis opnemen, verwerping te omarmen omwille van Jezus, een levend offer te worden, aan zichzelf af te sterven, zich met berouw van zonde te bekeren, nederig te worden, het vlees te kruisigen, - al deze onderwerpen worden vermeden door predikers van het evangelie van geluk en rijkdom. En alle apostolische waarschuwingen om gereed te zijn voor de komst van Christus, om onze lampen in orde te maken, ons voor te bereiden op de komst van de Bruidegom, wakker te worden, de tijd nuttig te besteden omdat het al een laat uur is en Hij alleen komt voor diegenen die uitzien naar en houden van Zijn verschijning – dit allemaal wordt nu het zwijgen opgelegd.
Eén van de meest beroemde predikers van de welvaartsbeweging zei in de afgelopen weken over Gods heilige Woord: "De Bijbel is gewoon een weg naar rijkdom". Een ander heeft beloofd: "Kom naar mijn kerk, want dan kun je er zeker van zijn dat je rijk wordt".
De niet-kerkelijke wereld maakt zulke evangelies belachelijk. De editie van 22 oktober 2006 van de Atlanta Journal-Constitution had een artikel genaamd: "De rijke messias van het welvaartsevangelie". Het idee achter het artikel was dat de welvaartspredikers nu claimen dat Jezus een rijke man was, omdat hij twaalf metgezellen in hun onderhoud moest voorzien en voor hun reiskosten moest betalen.
Volgens deze theorie moesten de kleren van Christus wel heel duur zijn, anders zouden de Romeinse soldaten er niet om gokken. En Jezus zelf moest ook rijk zijn, omdat Hij in Zijn leven een boekhouder nodig had (Judas had de zorg voor de geldzaken van de groep). Bovendien moest Jezus wel rijk zijn om Zijn moeder te kunnen onderhouden nadat Hij stierf. En Hij kon zelfs niet dakloos zijn geweest, omdat er nog nooit iemand had gehoord van een timmerman die niet een huis voor zichzelf bouwde.
Nu is er een claim van een pas geleden ontdekt, ouder document, dat verhaalt over het bezoek van tweehonderd koningen aan de kribbe van Jezus. Deze konigen kwamen beladen met goud als gift voor het Christuskind. Tenslotte zei het artikel dat de welvaartspredikers claimen dat Jezus niet arm geweest kon zijn, omdat de Schriften zeggen: "De wijsheid van de arme wordt veracht en naar zijn woorden luistert men niet" (Pred.9:16). Omdat de woorden van Jezus worden herinnerd, en omdat niemand iemand zou volgen die blut is, daarom moest Hij wel rijk zijn…
Dit doet mij allemaal huiveren! Het brengt me terug naar Jeremia 6:13: "Want van klein tot groot zijn zij er allen op uit zich te bevoordelen; allen, van profeet tot priester, plegen zij bedrog".
Toen de farizeeërs Christus vroegen hen een teken te geven, antwoordde Hij: "Het aanzien van de lucht weet gij te onderscheiden, maar kunt gij het de tekenen der tijden niet? Een boos en overspelig geslacht verlangt een teken, en het zal geen teken ontvangen dan het teken van Jona" (Matt.16:3-4). In het evangelie van Lucas voegde Jezus er dit woord aan toe: "Want gelijk Jona voor de Ninevieten ten teken geworden is, zo zal ook de Zoon des mensen het zijn voor dit geslacht" (Lucas 11:30).
Jezus, Zijn kruis, Zijn opstanding, Zijn vergoten bloed, is het enige teken dat nodig is. Híj is de volle vervulling.
De dag van verwoesting zal plotseling komen. In een enkel uur zullen alle materiële dingen van deze wereld hun waarde verliezen, en absoluut waardeloos worden. We zullen met niets anders overblijven dan Christus, maar we behoeven ook niets meer. Híj is het levende Woord dat we nodig hebben.
De Bijbel is geen handboek naar welvaart. Het is de deur naar de openbaring van Christus, die onze vrede en onze veiligheid is. Híj is onze rijkdom, ons kostbare bezit, ons goud. William Tyndale wist dit, en hij printte de eerste Bijbel. Om zover te komen, leefde hij in bittere armoede, in ballingschap, met pijnlijke afwezigheid van vrienden, in honger, dorst en koude, in verschrikkelijk lijden. En hij stierf de marteldood.
Dát is het evangelie dat we prediken. En dít is de Christus die we dienen.