Beoordeel je geestelijk welzijn niet door op je gevoelens af te gaan
De apostel Paulus verzekerde de Thessalonisenzen dat ze geleerd hadden om goed voor de Heer te leven. "Voorts dan, broeders, vragen wij en vermanen wij u in de Here Jezus, dat gij, (zoals gij van ons vernomen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, zoals gij ook inderdaad wandelt), dat nog meer doet" (1 Thess. 4:1).
Paulus zei in wezen: "Jullie hebben naar gezonde prediking geluisterd. Daarom hebben jullie nu een solide fundering onder je. Om die reden zou je nu meer en meer op alle terreinen in genade moeten toenemen: in je geloof, je kennis, je liefde".
Paulus sprak ook tegen de Corinthiërs over deze toename van genade: "Welnu, zoals gij in alles overvloedig zijt, in geloof, in spreken, in kennis, in volkomen toewijding en in de liefde, die van ons tot u uitgegaan is, zo weest dan ook in dit liefdewerk overvloedig" (2 Corinthe 8:7). Hij zei, met andere woorden: "Gods Geest heeft zeer grote veranderingen teweeggebracht in je leven. Daarom zou je nu in alle opzichten meer van jezelf moeten geven - van je tijd, je financiën, je talenten".
Deze passages maken het duidelijk: iedereen die met Gods woord is gevoed, wordt verwacht te groeien in genade. God heeft pastors, leraren, profeten en evangelisten met giften begunstigd voor dit specifieke doel: ervoor te zorgen dat zijn kerk groeit. Geen enkele gelovige behoort een baby te blijven in Christus. We worden verwacht in hem te groeien, zodat we niet meegesleept worden door welk vals ding dan ook.
Jezus zelf sprak van een voortdurende toename in ons leven: "De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed" (Johannes 10:10). Christus prees de kerk in Thyatira omdat ze gegroeid waren in genade: "Ik weet uw werken en liefde, en geloof en dienstbetoon, en uw volharding en uw laatste werken, die meer zijn dan de eerste" (Openb. 2:19). Jezus zei in wezen: "Je bent nu vuriger geworden dan toen je begon. Je hebt ervoor gezorgd dat mijn leven in je meer is gaan toenemen".
Spreuken spreekt hier ook over: "Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht, dat steeds helderder straalt tot de volle dag" (Spr. 4:18). En Job verklaart: "Nochtans houdt de rechtvaardige vast aan zijn weg, en wie rein van handen is, neemt toe in kracht" (Job 17:9).
We zien dat er geen plek is voor sloomheid, luiheid of gebrekkige groei in het lichaam van Christus. Daarom nu mijn vraag: hoe denk jíj nu over je groei in de Heer? Zie je een voortdurende toename van geloof, hoop, liefde, geven? Als dat zo is, hoe kun je dan je groei meten?
Helaas beoordelen vele christenen hun geestelijke groei met de omstandigheden die van buitenaf tot hen komen. Natuurlijk claimen de meeste gelovigen dat ze hun leven door hun geloof laten leiden en niet door hun gevoelens. Maar in de praktijk van iedere dag meten velen hun geestelijk leven af naar hoe ze zich voelen. En dan zijn ze ervan overtuigd dat ze niet groeien geestelijk. Ze gaan regelmatig naar de kerk, horen Gods woord gepredikt, lezen hun Bijbel, bidden ijverig. Maar ze hebben het gevoel dat ze geen vooruitgang boeken. Eén heilige zei tegen me: "Ik zou veel meer verbroken moeten zijn in de Heer. Ik huilde vroeger veel gemakkelijke voor hem, maar nu ben ik niet meer zo gevoelig van hart. Ik groei eenvoudig weg niet.
Anderen veroordelen zichzelf omdat ze naar vele preken luisteren, maar er weinig van onthouden. Ze maken zich zorgen dat ze niet zo ijverig en vurig zijn voor God als ze eens waren.
Laat me wat gedachtes over geestelijke groei met je delen:
Je bent je zelf er misschien in het geheel niet van bewust dat er zich een geweldige groei in je plaats vindt. Paulus vergelijkt onze geestelijke groei met de groei van ons lichaam. Hij zegt dat onze ziel op dezelfde manier wordt gevoed als onze lichamelijke gewrichten, spieren en aders. Hij noemt dit: "zijn goddelijke wasdom ontvangt" (Kol 2:19).
Deze groei komt van het hoofd. Eenvoudig gezegd: als je op Christus vertrouwt, en in hem blijft, dan wordt een nooit aflatende stroom van zijn leven in je ziel gepompt. Jezus is een voortdurende stroom van leven in je wezen, een levende stroom die nooit ophoudt. Daarom stroomt zijn leven voortdurend in het jouwe, zelfs terwijl je slaapt. Hij geeft je iedere dag een nieuwe voorraad, ongeacht hoe je je ook voelt als je alleen op je omstandigheden zou afgaan.
Hoe denk je dat Israël kon blijven bestaan die 40 jaar in de wildernis? Zij leefden op manna, brood gezonden uit de hemel. Dit engelenvoedsel had de voedingsstoffen die nodig waren om het immuunsysteem van de Israëlieten op te bouwen. Daarom ook heeft het volk van God nooit de ziektes gehad die de Egyptenaren wel kregen. Om hen heen waren de Kanaänieten en de Filistijnen aan het sterven door epidemieën. Maar de hele tijd bleef Israël immuun.
En zo is het ook met Christus, ons manna van vandaag. Hij is het brood dat tot ons is gezonden vanuit de hemel. En hij bouwt ons geestelijk immuunsysteem op tegen zonden van allerlei soort. We zien misschien geen tekenen aan de buitenkant dat dit manna in ons aan het werk is (net zoals we niet zien dat onze immuunsystemen van onze lichamelijke lichamen sterker worden). Maar Gods woord belooft dat alle mensen die van Jezus houden sterker zullen worden in hun geestelijke immuniteit.
Denk er eens over na: soms wordt je misschien toch nog in verleiding gebracht, maar naarmate de jaren verstrijken, heb je meer kracht gevonden om de verleidingen van de wereld te weerstaan. En je krijgt een steeds grotere afkeer van de vuiligheid die je om je heen ziet. Je denkt of praat niet langer zoals de wereld dat doet. Wanneer je collega's roepen: "Het is vrijdag, tijd om lekker feest te vieren", dan denk jij: "Nog twee dagen en dan is het weer zondag". Dat komt omdat je groeit.
Kijk eens naar de maan en de sterren. Ze lijken allemaal stil te staan, met geen teken van beweging. Maar deze hemelse lichamen racen door de ruimte met honderden mijlen per uur. En zo gaat het ook bij iedere christen. We denken misschien dat onze groei stilstaat, met geen voorwaartse beweging. Maar God heeft ons een verbondsbelofte gegeven: "De rechtvaardige zal groeien als een palmboom, opschieten als een ceder van de Libanon" (Psalm 92:13).
Jezus bracht je uit het koninkrijk der duisternis en plantte je in de goede aarde van zijn koninkrijk. En nu haal je voeding en leven uit zijn hemelse aarde. Paulus schrijft: "geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof, …overvloeiende in dankzegging" (Col. 2:7). De apostel zegt tegen ons: "Als je blijft in Christus, zul je groeien en bloeien als een bloem die tot leven ontspringt. Het leven van Jezus zal uit je te voorschijn breken".
Iedere dag doe je steeds weer dezelfde dingen en die worden dan saai daardoor. Bijvoorbeeld, iedere door de weekse dag sta je op hetzelfde uur op, eet hetzelfde ontbijt en maakt hetzelfde ritje naar je kantoor. Je gaat naar hetzelfde restaurant om te lunchen, stopt bij dezelfde koffieshop op je weg terug naar huis en luistert naar hetzelfde radiostation tijdens de rit.
Hetzelfde kan waar zijn van ons geestelijk leven. Op zondagmorgen gaan we naar de kerk en zitten in dezelfde stoelen. We zingen dezelfde liederen en hymns. Zelfs onze gebeden kunnen hetzelfde klinken. We doen steeds maar weer dezelfde dingen. En dan is er de verleiding om te gaan denken: "Ik doe niets méér dan dat ik altijd al heb gedaan. Ik lees mijn Bijbel en bid. Ik zing in het koor. Maar er zit geen afwisseling in. Ik heb deze zelfde dingen al jarenlang gedaan. Ik groei helemaal niet."
Wat een leugens vertellen je gevoelens je. Zulke gedachtes kunnen je roven van Gods genade. Het feit is: we gaan allemaal door eindeloze herhaling in onze dagelijkse routines. Dat hoort nou eenmaal bij het leven. Het echte bewijs van groei is dat we het niet hebben opgegeven. We geven onszelf nog steeds voor Gods werk, dag na dag, week na week, jaar na jaar.
Zie je, groeien in genade betekent niet dat je dan meer of grotere dingen doet voor God. Ware groei komt door dezelfde dingen steeds weer te doen, maar met meer verzekerdheid in het hart dat we het allemaal voor hem doen. Het is net zoiets als leren schrijven in de eerste klas. Je begint met lussen, cirkels en lijnen en vormt zo grote letters. Maar na een poosje worden de letters kleiner en dichter bij elkaar. Uiteindelijk leer je woorden bij elkaar te voegen en tenslotte maak je zinnen. Alhoewel je hetzelfde repeterende ding - je bent aan het schrijven geweest - gedurende lange tijd hebt gedaan, is er de hele tijd iets waardevols volbracht.
Ik ben ervan overtuigd dat geestelijke groei meer bij de dingen gebeurd die we steeds maar weer moeten doen dan wanneer we van de ene bedieningsactiviteit naar de andere rennen. Er is meer genade voor nodig om gewoon door te gaan wanneer we moe, gebroken, terneergeslagen of heel erg bedroefd zijn dan wanneer alles er als nieuw uitziet. Je denkt misschien dat je geestelijk dood bent, en niets bereikt in de Heer, maar zeer waarschijnlijk groei je iedere dag meer in Christus.
Bekeringservaringen zijn vaak emotioneel, omdat ze helemaal nieuw zijn en zo ongelooflijk speciaal. De verandering die in onze ziel gebeurt is zo plotseling, het is overweldigend. Het is geweldig om plotseling van de zonde en van banden bevrijd te zijn en in een heel nieuw leven in Christus gekomen te zijn.
Onze vroegere geestelijk groei is net zoals een kind leert lopen. Het is prachtig en opwindend als een baby zijn eerste stapjes maakt. Vader en moeder lachen, en sporen hem aan: "Kom naar ons, je kunt het doen". Met wiebelende beentjes maakt hij twee stappen, drie, en dan valt hij. Onmiddellijk wordt hij opgepakt en geprezen. Zijn zusjes en broertjes bemoedigen hem: "Goeie jongen!" Hij staat in het middelpunt van ieders belangstelling. En tenslotte, wanneer hij het haalt om de hele kamer door te lopen, juicht iedereen. Wat een emotionele ervaring is dat voor hem.
Maar spoedig is die baby niet langer het middelpunt van alle aandacht. Nu raapt hij zichzélf op als hij valt. Hij loopt door het hele huis heen, en maakt rommel. Hij trekt planten omver, haalt potten en pannen te voorschijn, en trekt kleding uit kledingkasten. En hem wordt geleerd dat hij dat niet doen mag. Plotseling zijn de dingen niet meer zo opwindend voor hem. Zijn eerste stappen werden begeleid met lachen en vreugde. Maar nu is het niet zo spectaculair of emotioneel meer om geleerd te hebben hoe je moet lopen.
Bij je geestelijke groei gaat het net zo. Toen je een baby was in de Heer, voelde je dat God je speciale aandacht gaf. Maar, zoals Paulus schrijft, moet je niet voor altijd een kind blijven. Net zoals een kleuter wordt geleerd niet de straat in te gaan, wordt je geleerd niet in geestelijke vuren te lopen. Nu kijk je om je heen, als je valt, of je iemand ziet om je op te rapen, maar er is niemand. God leert je om op zijn woord te staan en in geloof te leven, en niet meer rond te kruipen als een baby.
Natuurlijk is het mogelijk om louw te worden en zorgeloos in je geloof. Vele gelovigen verkeren in zo'n staat. Maar de waarschuwing van Jezus over het verliezen van je eerste liefde is niet voor jou bedoeld als je hart nog steeds hevig naar God verlangt. Het bewijs dat je groeit in zijn genade is dat je bezorgd bent over terugvallen; daarom ben je voortdurend bezig je hart te onderzoeken.
Maar satan heeft vele christenen het beentje gelicht door ze ervan te overtuigen dat ze iets verloren hebben in de Heer. Het feit is, het is een verschrikkelijke zonde om Gods liefde voor jou te betwijfelen en je positie in Christus niet goed te beoordelen door je gevoelens. Je dag na dag leven met Jezus heeft niets te maken met je ijver, tranen of vurigheid. Het rust op geloof alleen.
Bedenk eens hoe verloren je zou zijn als je redding echt zou rusten op je gevoelens. Paulus spoort ons aan: "vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt" (Fil. 3:13). Je moet je nooit vastleggen op emotionele ervaringen uit het verleden. Wat vandaag telt is: vertrouw je zijn beloftes voor jou? Ben je klaar om op een echte Bijbelse manier deel te hebben aan zijn goddelijke natuur - niet door emotionele trips of uiterlijke bewijzen, maar door jezelf te werpen op zijn roemrijke beloftes?
"Door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst" (2 Petrus 1:4). Petrus maakt het duidelijk: we verkrijgen de natuur van Christus door ons Gods verbondsbeloftes toe te eigenen, en niet door welke andere methode dan ook.
Een voorganger zei eens heel trots tegen me: "Ik heb eindelijk het geloof van mijn jeugd terug. Ik bid meer, en de Bijbel is weer mijn vlees. God geeft me hele vurige boodschappen voor mijn gemeente. En nu heb ik weer een grote liefde voor de verlorenen. Ik voel me zo vernieuwd". Maar een paar maanden later zat die man weer in een dieptepunt.
God brengt inderdaad vernieuwing en frisse zalving voor ons leven. Maar dat is niet het voedsel waar we op leven. We moeten leven in constant geloof in zijn verbondsbeloftes. Zijn woord is onwankelbaar, hoe we ons ook voelen. Onze Heer zal zijn beloftes aan ons houden: "Hem nu, die u voor struikelen kan behoeden en onberispelijk doen staan voor zijn heerlijkheid in grote vreugde" (Judas 24).
Er zijn vele bewijzen van geestelijke groei. Laat me er alleen maar drie van noemen:
Een echt teken van geestelijke groei is dat je ieder probleem en iedere crisis onmiddellijk bij Jezus brengt. Je hebt geleerd dat je een plaats hebt om naar toe te gaan.
Sommige christenen zijn altijd in een crisis. Iedere keer als je hen ontmoet, vertellen ze je een andere verschrikkelijke klacht: "Ik sta voor het ene probleem na het andere. Ik weet niet meer wat ik moet doen". Ze zijn bereid hun probleem aan iedereen te vertellen in hun nabijheid. Maar ze brengen het nooit naar Jezus, alsof Hij hen niets te bieden heeft.
Begrijp me niet verkeerd: ik heb het niet over christenen die echt door reële problemen gaan. Iedere dag ontvangt onze bediening dozijnen brieven van heiligen die door ernstig lijden gaan. Maar ik heb het meer over de "professionele zeurpieten" in de kerk. Ze zijn professioneel geworden in het klagen. Als je naar hen luistert, dan wil je vragen: "Is je God dood? Waarom maak je geen gebruik van de voorzieningen die Hij je heeft gegeven? Weet je niet dat Hij je meer dan overwinnaar heeft gemaakt?"
Hoe aangenaam is het voor de Heer als je als eerste naar hem gaat met je zorgen. Je weet dat je iemand hebt die getrouw is om je erdoor heen te helpen.
Een belangrijk teken van volwassenheid is dat je God niet langer uitdaagt zijn liefde voor jou te bewijzen, met zichtbaar bewijs of door een innerlijke stem. Natuurlijk spreekt de Heer tot zijn volk. Jezus zegt dat zijn schapen naar zijn stem luisteren. Maar de stem die God vandaag bij zijn volk gebruikt is zijn geopenbaarde woord. Hebreeën verklaart: "Nadat God eertijds vele malen en op vele wijzen tot de vaderen gesproken had in de profeten, heeft Hij nu in het laatst der dagen tot ons gesproken in de Zoon, die Hij gesteld heeft tot erfgenaam van alle dingen, door wie Hij ook de wereld geschapen heeft" (Hebreeën 1:1-2).
Bovendien is het zo dat als de Heilige Geest met ons spreekt, Hij dat doet om ons aan de woorden van Jezus te herinneren: "De Trooster, de heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb" (Johannes 14:26).
Wanneer we ons vertrouwen stellen in innerlijke stemmen of uiterlijke tekenen om van God te horen, dan stellen we onszelf open voor ongelooflijke misleiding. Laat me je een voorbeeld geven. Niet lang geleden sprak ik op twee leidersconferenties, in Detroit en in Indiana. Voordat we naar deze conferenties vertrokken, zei ik tegen Gwen: "Ik zie weinig bewijs dat ik geroepen ben om te spreken op dit soort samenkomsten. Als God me niet een of ander bewijs geeft op deze reis, dan zal ik er niet mee doorgaan. Ik houd ervan te preken op Times Square Church, en dat is genoeg voor mij. En ik haat trouwens dat gereis. De Heer zal duidelijk tegen me moeten spreken".
In Detroit zegende God het woord dat ik predikte. Naderhand wierpen verscheidene leiders zich op de grond en riepen tot God. Maar dit was nog niet genoeg bewijs voor mij. Later, in Indianapolis, bad ik eerst: "Heer, U moet mij duidelijk bewijs geven vanavond, anders zal dit mijn laatste samenkomst zijn. U moet me tonen dat het woord dat U me geeft het hart van de leiders doorboort".
Maar raad eens wie dat gebed ook hoorde, behalve de Heer? Satan. Plotseling fluisterde een zoetige, heilig klinkende stem tegen mij: "David, vanavond ga je getuige zijn van bewijs als nooit tevoren. Je zult niet anders hoeven doen dan daar te staan. De Heilige Geest zal machtig over de bijeenkomst waaien en je aan alle kanten bewijs geven". Ik verheugde me en dacht: "Glorie aan God, dit is prachtig. Dat is precies waar ik voor heb gebeden".
De Heer zalfde mij weer die avond. En toen ik ophield met prediken, sloot ik eenvoudig mijn Bijbel en bad: "Oké, Heer, nu is het Uw beurt. Waar is het bewijs dat ik verondersteld word te zien? Ik blijf hier gewoon staan, zoals U me zei".
Maar niets gebeurde. Na een paar minuten begonnen de toehoorders zich af te vragen waar ik mee bezig was. Ik verzekerde hen: "Alsjeblieft, mensen, heb geduld met mij. Ik wacht alleen maar op de Heilige Geest". Maar er gebeurde nog steeds niets. Tenslotte werd ik geïrriteerd naar de Heer toe. Ik besloot: "Oké, Heer, ik houd dit voor een teken dat ik dit soort spreken niet meer moet doen".
Op dit punt gekomen, wist ik niet meer hoe verder te gaan. Daarom deed ik mijn toehoorders het voorstel: "Waarom heffen we niet allemaal onze handen omhoog om Jezus te aanbidden?" Rustig begon iedereen de Heer te prijzen. En de heerlijke, vriendelijke Geest van God vulde de zaal.
Plotseling voelde ik me geleid om de echtgenotes van pastors te vragen naar voren te komen: "Ik wil dat jullie allemaal voor elkaar bidden". Dus hielden zij elkaars hand vast en begonnen met bidden. In een ogenblik viel de heerlijke aanwezigheid van de Heer op die vrouwen. Ze begonnen te huilen, met elkaar te delen, en hielden elkaar vast. God was ze aan het aanraken en aan het genezen. Maar er was geen donder en bliksem, geen bovennatuurlijk bewijs. Het was alleen maar een rustig, mooi werk van de Heilige Geest.
De volgende morgen herkende Gwen en ik een vrouw van een voorganger in de lift van het hotel. Ze straalde. Ze vertelde ons dat haar leven was veranderd door de samenkomst. Spoedig hoorden we andere getuigenissen van vrouwen die veranderd waren geworden, en van echtparen van wie de huwelijksrelatie vernieuwd was.
Ik zag dat deze prachtige werken niet het machtige bewijs waren dat me beloofd was. En ik realiseerde me snel wat de vijand had proberen te doen. Satan had mijn uitdaging aan God voor bewijs in de uiterlijke omstandigheden, gehoord. En hij gebruikte het om te proberen mij ervan te weerhouden om door te gaan met het aansporen van pastors. Hij had me van dit willen overtuigen: "Zie je wel? God kwam je niet te hulp toen je hem nodig had. Je moet dit als een teken zien dat je ermee moet ophouden".
Nee! God had een deur voor me geopend. En Hij had me de boodschap gegeven om te prediken. Ik moest eenvoudig mijn Heer gehoorzamen, zijn woord vertrouwen en alle resultaten bij hem laten. Hij verhoort altijd alles op zijn eigen manier: luid of stil, zichtbaar of onzichtbaar.
Een van de beste kenmerken van een volwassen gelovige is liefde voor alle verlorenen. Zo'n christen toont dezelfde liefde voor Joden en Palestijnen, voor Bosniërs en Serven, voor iedereen.
Ik geloof dat God in controle is van alle globale situaties. Hij beweegt de dingen volgens zijn eeuwige doelstellingen, zelfs bloedige crisissen en opstanden. Op dit zelfde ogenblik is het Midden Oosten op het punt in oorlog te gaan. Het blad "Time" publiceerde een verhaal: "De bloedige berg", over de tempelberg in Jeruzalem. Het gebied waarop een Arabische moskee is gelegen die bekend staat als de Gouden Rotskoepelmoskee, telt 35 acres. Palestijnen noemen de moskee "het Edele Heiligdom". Maar Joden geloven dat het land aan Israël behoort. Daarom zien zij de Rotskoepelmoskee als de "gruwel der verwoesting (waarover door de profeet Daniël wordt gesproken), die daar staat, waar hij niet behoort" (Marcus 13:14).
De Joden zijn ervan overtuigd dat de tempel van Israël gebouwd zal worden op precies de plaats waar deze moskee nu staat. Een vooraanstaande rabbijn, Haim Richman, wijst naar de Rotskoepelmoskee en zegt: "De tempel zal precies hier gebouwd worden, en nergens anders". Rabbijn Richman's onderzoekers hebben al de priesterlijke kleding gemaakt en de gereedschappen die nodig zijn voor aanbidding in deze derde tempel. Deze bevatten een zilveren kan om het bloed op te vangen van offerdieren, evenals een zevenarmige gouden kandelaar met een waarde van een miljoen dollar.
Volgens Time zeggen rabbijnen en schriftgeleerden dat God hen heeft verteld dat de berg alleen door bloed teruggenomen zal worden. Andere verslagen openbaren dat Joodse plannen al helemaal klaar zijn om de derde tempel te bouwen. Sommige waarnemers vrezen dat militante orthodoxe Joden misschien aan het graven zijn door ondergrondse tunnels die Salomo bouwde, met de bedoeling de moskee op te blazen. Ondertussen hebben Palestijnen verklaard dat Jeruzalem spoedig hun hoofdstad zal zijn.
Alsjeblieft, begrijp me hier niet verkeerd - ik verlang er helemaal niet naar dat enig geweld zal plaatsvinden in het Midden Oosten. Maar de Bijbel voorspelt erg duidelijk dat er een oorlog zal zijn in Israël. Daarom zouden we niet verbaasd moeten zijn als we op een dag wakker worden en lezen: "De Arabische moskee is verwoest: Egypte, Syrië, Irak, Iran en Jordanië verklaren allemaal de oorlog aan Israël".
Zelfs al is het er tijdelijk kalm, toch geloof ik dat we snel zo'n vervulling van Bijbelse profetie zullen zien en ook de wederkomst van Jezus. Er zullen spanningen in de wereld oprijzen, met felle haatgevoelens, bittere gevechten, rassenoorlogen, etnische slachtpartijen. Dus, hoe zouden we als christenen moeten reageren? Moeten we de zielen liefhebben van die Palestijnen die stenen gooiden vanaf Jeruzalems Klaagmuur naar biddende Joden? Moeten we de Serven liefhebben die duizenden afslachtten in de Balkans, en de mensen van Kosovo die wraak namen op de Serven?
Alleen een gelovige die al helemaal volwassen is geworden in zijn geloof, kan deze woorden van Jezus accepteren: "Heb je vijanden lief. Bid voor hen die je vervolgen en je slecht behandelen. Als je vijand honger heeft, voedt hem dan". Ik vraag je: kun je je voorstellen dat je een maand doorbrengt in een Palestijns veldhospitaal, en daar soldaten verpleegt en voedt die Israël willen verwoesten? Kun je je vooroordelen onder controle houden als je opruiende nieuwsverslagen leest in de komende dagen? Zul je dezelfde geest hebben die in Christus was, die zei toen hij werd gekruisigd: "Vader, vergeef hen, want ze weten niet wat ze doen"?
Als je wil leven zoals Jezus leefde, dan kun je niet toestaan dat je menselijke passies in vlam worden gezet door krantekoppen. Christus stierf voor iedere verloren ziel op deze aarde, met inbegrip van dokters die aborteren, moordenaars, verkrachters, pedofielen. Op dit ogenblik zijn onze gevangenissen gevuld met gedetineerden die machtige getuigen zijn geworden van de reddende liefde van Jezus, en dit allemaal omdat iemand van hen hield ondanks hun zonde.
Je kunt weten dat je groeit in genade als je in staat bent te bidden voor diegenen die de wereld haat. Als we horen dat er verschrikkelijke dingen gebeuren, dan moeten we in opstand komen tegen ieder vooroordeel dat in ons oprijst, en verklaren: "Ik neem de autoriteit van Christus hierover. Ik zal de mensen liefhebben zoals mijn Heer deed".
Hier is de grote belofte die al onze gevoelens van twijfel en onzekerheid tot rust brengt: "Weet gij het niet, hebt gij het niet gehoord? Een eeuwig God is de HERE, Schepper van de einden der aarde…Hij geeft de moede kracht en de machteloze vermeerdert Hij sterkte …Wie de HERE verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als arenden; zij lopen, maar worden niet moede; zij wandelen, maar worden niet mat" (Jesaja 40:28-31).
----
Tenzij anders vermeld is de NBG-1951 vertaling gebruikt. Soms wordt een letterlijke vertaling vanuit de King James Version (KJV) gebruikt.