Bescherm de schapen

Terwijl Paulus onderweg was naar Jeruzalem in Handelingen 20, stopte hij onderweg in Efeze. Daar riep hij een bijzondere vergadering bijeen van alle leiders van de kerk. Hij vertelde deze Efezische gelovigen op ernstige toon: “Dit is de laatste keer dat ik jullie zie. En dit zal mijn laatste boodschap zijn voor jullie. Jullie zullen mijn gezicht niet meer zien nadien” (zie Handelingen 20:25).

Paulus bracht vervolgens zijn laatste boodschap aan de Efeziërs. In wezen vertelde hij hen: “Ik ben eerder bij jullie geweest en jullie weten waar ik voor sta. Ik heb jullie gediend met nederigheid en tranen. Ik heb in jullie kerk gepreekt en van huis tot huis. Ik heb dit alles gedaan onder grote beproevingen en vervolging. En ik heb niets voor jullie achtergehouden.”

Dan, met betraande ogen, gaf hij hen deze nuchtere waarschuwing: “Drie jaar lang nu heb ik jullie dag en nacht gewaarschuwd onder tranen voor wat ik zie dat de kerk te wachten staat nadat ik heengegaan ben. Nu wil ik dat jullie deze waarschuwing nog eenmaal horen” (zie 20:31).

Wat zag Paulus aankomen? Wat maakte hem zo droevig dat hij drie jaar aan het huilen was over deze kerk? Voor welke komende tragedie had hij hen zo veel keren gewaarschuwd, zowel in het openbaar als in de privésituatie, in hun kerk en in hun huizen? Welk probleem kon deze biddende, heilige man zo schokken?

De zorgen van Paulus betroffen niet een uitbraak van lust, overspel, echtscheiding of dronkenschap. Zijn waarschuwingen gingen niet over vervolging die zou komen door de samenleving of beperkingen die hen door de overheid werden opgelegd. Hij waarschuwde niet voor een uitbraak van verdorvenheid, homoseksualiteit op de preekstoel, tekenen van moreel verval, werkeloosheid en armoede of voor terrorisme en oorlogen.

Kort gezegd, de waarschuwingen van Paulus gingen niet over de chaos die zich afspeelde buiten de deuren van de kerk. Nee, Paulus was bedroefd over wat hij zag dat zich zou gaan afspelen binnen de muren van Gods huis. Hij waarschuwde de Efeziërs voor wat hij aan zag komen wat de bediening zou overkomen, met name de bediening van de herders. En deze waarschuwingen gingen over de vernieling die zou gaan komen door de handen van bedriegers die de kerk zouden gaan overspoelen.

In zijn laatste boodschap waren Paulus’ gedachten niet gericht op kerkgroei of op de persoonlijke worstelingen van de geestelijk leiders of op de verleidingen en beproevingen van de gelovigen. Nee, de hartekreet van Paulus was: “Geestelijk leiders, herders, pas op. Wees waakzaam over jezelf en over jullie mensen.”

“Ziet dan toe op uzelf en op de gehele kudde, waarover de heilige Geest u tot opzieners gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, die Hij Zich door het bloed van zijn Eigene verworven heeft” (20:28). Met andere woorden: “Opzieners, bisschoppen, leiders – geef jullie kuddes voedsel om ze voor te bereiden. Vul ze met Gods zuivere Woord. Woeste wolven en bedriegers komen er aan en zij zullen hun pijlen richten op de zwakke schapen.”

“Zelf weet ik, dat na mijn heengaan grimmige wolven bij u zullen binnenkomen, die de kudde niet zullen sparen; en uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken om de discipelen achter zich aan te trekken. Waakt dan. (20:29-31a)

Op dat punt aangekomen, maakte Paulus hen duidelijk: “Op dit moment zijn jullie een gezegende kerk. Jullie zijn een trouw volk, een krachtig lichaam van gelovigen. Jullie hebben een stevig fundament.” Christus zou dat later eveneens tegen de Efeziërs zeggen, in Openbaring. Hij vertelde ze: “Jullie zijn geduldig en dragen vrucht. Jullie kunnen het kwaad niet verdragen en hebben alle valse leraren ontmaskerd.”

En toch, volgens Paulus: “Zo gezegend als jullie zijn, jullie kerk zal niet gespaard worden, tenzij jullie acht slaan op mijn waarschuwingen. Jullie zullen een goddeloze, verdorven bediening zien opstaan en jullie kudde tot handelswaar zien maken.” Christus gaf de Efeziërs dezelfde waarschuwing in Openbaring 2: “U hebt uw eerste liefde verzaakt. Bekeer u, opdat ik niet de kandelaar zal wegnemen, jullie vlammend getuigenis aan de wereld.”

Hoe waren deze gelovigen uit Efeze hun eerste liefde kwijtgeraakt? Hoe wordt welke kerk dan ook dood? Het is duidelijk dat dit kwam doordat de herders en leiders niet hun schapen bewaakten. Ze waren niet oplettend en gaven wolven toegang tot de kudde. Wanneer deze schapen binnenkwamen verslonden ze de kudde en spaarden ze hen niet.

Kort gezegd, een verdorven evangelie drong de kerk binnen en er werd dwaling geleerd. Al spoedig werden gelovigen met een zuiver hart op een dwaalspoor gebracht door een afschuwelijke misleiding. Jarenlang had deze trouwe kerk zorgvuldig beoordeeld wat voortkwam uit het evangelie en wat voortkwam uit het vlees. Maar nu werden deze zelfde gelovigen geleid richting een gemakkelijk evangelie dat het vlees bevredigde. En ze werden weggetrokken van Christus.

Deze wolven en de verdorvenen zijn Gods huis binnengedrongen. En ze bedriegen over heel de wereld geestelijk leiders en gemeentes. Overal waar ik reis, zie ik verdorven predikers kuddes opsplitsen en schapen uiteendrijven.

Jezus waarschuwde ook voor hun komst: “Wacht u voor de valse profeten, die in schapenvacht tot u komen, maar van binnen zijn zij roofgierige wolven”. Volgens Christus zullen hebzuchtige predikers en leraren komen, verkleed als Gods schapen. Ze zullen overkomen als engelen van het licht, maar ze komen om, als dat mogelijk zou zijn, zelfs de uitverkoren te misleiden. Negentig procent van wat ze zeggen klinkt als echt evangelie, maar ze gebruiken Gods Woord als een dekmantel voor hun misleiding.

De profeet Ezechiël spreekt over deze wolven: “De samenzwering van z’n profeten in z’n midden is als een brullende leeuw die het verscheurde verscheurt; lijf-en-ziel hebben ze opgevreten, schat en kostbaarheid meegenomen… Z’n vorsten erbinnen zijn als wolven die het verscheurde verscheuren, - door bloed te vergieten, door zielen verloren te laten gaan, om maar winst te winnen… gebogene en arme hebben ze beknot (Ezechiël 22: 25, 27, 29, Naardense Vertaling)

Toon me een prediker die nooit zonde ontmaskert – die mensen nooit het verschil laat zien tussen het heilige en het onheilige, die nooit berouw of oordeel noemt, maar in plaats daarvan beweert dat God je rijk en voorspoedig wil maken – en ik zal een dergelijke man noemen wat hij is. Hij is een wolf. En hij heeft het Kruis vervangen door geld.

Laat me een wolf omschrijven zoals hij er tegenwoordig uitziet. De man waar ik aan denk is er een van de beter bekend staande welvaartspredikers in de Verenigde Staten. Een paar weken geleden was dit zijn boodschap: “Je hebt gehoord over de komst van Jezus. Je hebt gehoord dat hij elk moment kan terugkomen. Ik vertel je dat dat onmogelijk is. Hij kan niet komen voordat je voorspoedig bent – voordat je een mooie auto krijgt, voordat je je droomhuis krijgt. Tot dan kan Hij simpelweg niet terugkomen.”

Recentelijk zag ik een video over een voorspoedsconferentie die me was toegezonden. Dit was de theologie die op deze conferentie werd verkondigd: “Vind de meest welvarende prediker die je kent en geef hem je geld. De zegeningen die op hem liggen zullen in je vloeien.”

Eén welvarende geestelijk leider stond op het podium en beschreef zijn auto’s, zijn vliegtuig, zijn huis, zijn diamanten, een hond die hij kocht voor $15.000,-. Hij verklaarde: “Ik ga een huis bouwen waar Salomo trots op zou zijn. Dan, wanneer de mensen in de stad waar ik woon mijn huis zien en mijn Rolls Royce, dan zullen ze weten dat er een God in de hemel is.”

Terwijl hij sprak liepen er mensen naar hem toe en stopten geld in zijn zakken. Anderen liepen naar voren en legden geld op het podium. Weer anderen wierpen geld naar hem toe. Toen starte er een lied met de titel “Run for the Money”. Sommigen vielen voorover, terwijl anderen door de zaal liepen, zingend: “Run for the Money.”

Geliefden, het schokt me en verbaast me hoe geestelijk leiders en christenen die in de bijbel geloven, zo misleid kunnen worden. Zelfs in onze kerk verspreiden sommige gemeenteleden bandjes met boodschappen van de wolf die leert dat “Jezus niet terug kan komen voordat jij voorspoed hebt”. Wat een afschuwelijke godslastering! Jezus zelf zei dat we uit moesten zien naar zijn komst, dat hij komen zal in een oogwenk, op een moment dat we hem het minst verwachten.

O, hoe blind is de kerk geworden. En hoe blind zijn tegenwoordig zoveel herders. Kerken die ooit geloofden in opoffering, zelfverloochening en kruisdragen, zijn bedorven geraakt door het vlees. Hun aandacht is nu totaal gericht op zichzelf, op materiële zaken, op het goede leven, niet op het heilige leven.

De profeet Jeremia beschreef hoe de wolven die komen deze misleiding met zich mee brengen: “Als een korf vol gevogelte, zo zijn hun huizen vol bedrog; daarom zijn zij groot en rijk geworden, zij zijn vet en glanzend; zelfs gaan ze alle boosheid te buiten. Het pleit voeren ze niet, het pleit van de wees, en zij hebben voorspoed; het recht der armen richten zij niet.”

“Zou ik hierover geen bezoeking doen, luidt het woord des Heren, of zou ik aan een volk als dit mij niet wreken? Ontzettend en afschuwelijk is wat er voorvalt in dit land; de profeten profeteren vals… en mijn volk heeft het gaarne zo. Maar wat zult gij doen, als het op een einde loopt? (Jeremia 5: 27-31)

Volgens Jeremia vergaarden deze wolven hun fortuin over de ruggen van de armen en de behoeftigen. Eén prominente evangelist verkoopt “genezing van kanker” voor $1.000,-. Voor $500,- kan een persoon naar voren komen en gebed ontvangen voor elke vorm van ziekte. Maar gebed voor kanker kost $1.000,-.

Dit is allemaal een stank in de neusgaten van God. En laat me je vertellen waar het eindigt: we dienen een geduldige God, die niemand zal vernietigen of veroordelen die onwetend in een valstrik gelokt is. Hij zal waarschuwen en zijn schapen corrigeren. Maar de dag komt er aan waarop hij tegen deze wolven zal zeggen: “Genoeg! Je zult niet langer weduwen beroven. Je zult het bloed van mijn Zoon niet veranderen in een creditcard om je eigen lusten te bevredigen. Het zal je niet langer toegestaan worden om de wereld in te gaan en een materialistische Christus te prediken. Ik zal elke wolf in schaapskleren bankroet maken en ontmaskeren. Zeer spoedig zal het geld dat naar jullie toevloeit opdrogen.”

Achter wie gaan de wolven aan? Ze azen op de zwakke, ondervoede schapen. Ze zoeken diegenen uit die hun bijbel niet kennen en gevangen zitten in een op zichzelf gericht evangelie. Daarom is de waarschuwing van Paulus kristalhelder: “Herders en leiders, bescherm jezelf. En bescherm de kudde waarover je geroepen bent te waken. Voedt de kerk van God”. Wij herders zijn opgedragen om de kudde te voeden met het pure Woord van God. Alleen dan zullen ze in staat zijn te onderscheiden wat van de Heilige Geest is en wat van de wolf.

Ik vraag je: wat zou de zorg van iedere ware herder in dit land moeten zijn? Het zou niet een nieuwe manier moeten zijn om het voor mensen aanlokkelijk te maken naar de kerk te komen. Nee! Herders moeten overweldigd worden met de zorg die het hart van de apostel Paulus brak. God legde deze zelfde zorg op het hart van de profeet Amos: het gevaar van een hongersnood van het Woord van God.

In de dagen van Amos, raakte Israël geobsedeerd door de sikkel, geld en materialisme. Tegelijkertijd werden de armen veracht. Iedereen die niet succesvol was, werd bespot. Daarom schreeuwde Amos uit: “Gij die fel zijt op de arme … met vergroting van de sikkel, met bedrieglijk gebruik van een valse weegschaal, ten einde de geringen te kopen voor geld en de arme om een paar schoenen… Gezworen heeft de Here… Voorwaar, Ik zal in eeuwigheid niet één van hun daden vergeten!” (Amos 8: 4-7)

Amos zag wolven azen op de weduwen en armen, hoe ze van hen hun zilver of levensonderhoud afnamen. En hij schreeuwde uit: “Je neemt de schoenen af van de voeten van de weduwen. Je berooft de armen.”

Ik zie tegenwoordig hetzelfde gebeuren. Eén wolf – een bedienings-adviseur (ministry consultant) – vertelde onze financiële manager: “Als iemand jullie bediening een gift zend, zend hen dan meteen een andere smeekbede.” Met andere woorden: “Het maakt niet uit wie er geld zendt. Laat de weduwen en de bejaarden die je ondersteunen zelfs nog meer geven, als ze daarvoor kiezen. Zorg er gewoon voor dat je de beste giften krijgt die je kan krijgen.” Nee, zo zal het nooit zijn! Tegenwoordig staat de bediening van die adviseur bijna op instorten.

Hoe reageerde de Heer op zoveel hebzucht in Israël. Hij vertelde Amos: “Zie, de dagen komen, luidt het woord van de Here Here, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden des Heren te horen. Dan zullen zij zwerven van zee tot zee, en van het noorden naar het oosten zullen zij dolen, om te zoeken het woord des Heren; maar vinden zullen zij het niet. Te dien dage zullen de schone maagden en de strijdbare jongelingen in onmacht vallen van dorst. (8: 11-13)

In wezen zei God: “Ga je gang, ga voor de sikkels. Veracht de armen, de behoeftigen, de weduwen, de godvruchtigen. Maar Ik zal jou en je kudde een honger zenden. En je zult hongeren naar een woord uit de hemel. Je zult naar het oosten rennen en naar het westen, trachtend een woord van Mij te vinden, maar er zal geen woord komen.”

Op dezelfde manier zal ook vandaag de Heer de hemel sluiten voor iedere herder van de sikkel. Elke zegening die naar binnen vloeit, zal spoedig opdrogen. En in zware tijden zullen de dorstige kuddes die deze wolven volgen, verstrooid raken terwijl ze rennen op zoek naar een woord van God.

Geliefden, de grote zorg van onze hemelse Vader is dat geen “ander evangelie” ons wegdrijft van het Kruis. Ik ken vele christenen van wie het geloof schipbreuk heeft geleden, omdat ze jaren geleden een vleiend woord hadden gekregen: “Je zult een grote bediening hebben. Je zult duizenden zielen winnen voor de Heer”. Geen enkel woord ervan kwam uit. En nu zijn deze schapen totaal ontmoedigd en ligt hun geloof op de vuilnisbelt.

Als je een woord van de Heer gaat ontvangen, laat het een woord uit de Schrift zijn. Laat het zijn uit je kostbare tijd biddend in je binnenkamer met Jezus. Laten je godvruchtige vrienden die je het meest na staan dat woord toetsen en bevestigen. Want anders, als je iets toestaat om in de plaats te komen van het waarachtige evangelie, zul je eindigen in hongersnood.

Paulus vertelde aan de Efeziërs: “En uit uw eigen midden zullen mannen opstaan, die verkeerde dingen spreken, om de discipelen achter zich aan te trekken”. Het Griekse woord voor “verkeerd” wat hier gebruikt wordt betekent: “koppig volharden in het aanmoedigen van een leugen”.

Paul waarschuwde ze: “Sommige van jullie in een positie van leiderschap zullen opstaan en een vervormd evangelie brengen. Jullie zullen een vervalsing van het pure evangelie brengen.” Wat kon het zijn waar Paulus het over had? Hoe was het mogelijk dat dit kon gebeuren onder de leiders van deze kerk?

Merk op dat Paulus het nu niet had over wolven of mensen die weduwen beroven. Hij richtte zich niet op mensen die armen verachten. Nee, Paulus sprak over geestelijken die ineenkrimpen en er voor terugschrikken om al de raad Gods te prediken. Hij sprak over diegenen die een verwaterd evangelie aanboden, een half evangelie, slechts een deel van Gods Woord.

Paulus verklaarde aan deze mannen: “Ik heb niet nagelaten u al de raad Gods te verkondigen” (Handelingen 20:27). Daarom vertelt hij hen: “Daarom verklaar ik u op de dag van heden, dat ik rein ben van aller bloed” (20:26). In andere woorden: “Ik ben onschuldig, want ik heb niets teruggehouden in het prediken van Gods volledige waarheid aan jullie.”

Dus, wat is “al de raad Gods”, waar Paulus naar verwijst? Kortgezegd, al de raad Gods is inclusief de moeilijke onderwerpen in de Schrift, niet alleen de zegeningen. Het omvat prediken over de buitengewone zondigheid van zonde. Het betekent prediken over de hel, over de komst van Christus, over het oordeel wat er aan komt. Het omvat ook de boodschap over goddelijk verdriet over zonde, over bekering, over het loslaten van zonde. Het is het prediken van een aanstootgevend evangelie van het bloed van Christus. Het is een boodschap van het op je nemen van het kruis, van zelfverloochening, van opoffering, van sterven met Christus. Het is een evangelie van heiligheid en afgescheiden zijn van de wereld. Bepaalde bedieningen zijn tegenwoordig toegewijd aan wat zij noemen een “vriendelijk” evangelie, waarmee ze een evangelie bedoelen wat geen aanstoot geeft. Het woordenboek definieert “vriendelijk” als warm, troostend, niet verontrustend. Natuurlijk geloof ik dat het evangelie van Jezus Christus troostend is en genezend. Het is goed nieuws – inderdaad, het meest geweldige nieuws wat een mens ooit kan horen. En als dienaren van dit evangelie moeten we bemoediging, hoop en geloof prediken.

Maar als we de waarschuwing van Paulus in acht nemen, dan zijn we er toe geroepen om een volledig evangelie te prediken. En een “volledig evangelie” is inclusief een aanstootgevende boodschap, een woord dat ergerlijk is en overtuigend voor elk zondig hart, voor zowel gelovigen als ongelovigen. Volgens Petrus is het evangelie van Jezus Christus “een steen des aanstoots en een rots der ergernis, voor hen, die zich daaraan, in hun ongehoorzaamheid aan het woord, stoten” (1 Petrus 2:8).

Maar het “vriendelijke”evangelie dat tegenwoordig gepresenteerd wordt weigert dat te doen. Zulke predikers brengen hun mensen zelden naar een plaats waar de Heilige Geest ze overtuigt van zonde. Kun je je voorstellen dat Paulus een boodschap predikte waarin de roep om je zelf te verloochenen niet voorkwam? Nooit!

Het “vriendelijke”evangelie is niets anders dan een verwaterde, wazige warme boodschap, bedoeld om de grootst mogelijke menigten te trekken. Maar, tragisch genoeg, confronteert het hen nooit met dat probleem wat ieder mens naar het Kruis drijft: zonde. In plaats daarvan verbergt het de waarheid, diezelfde waarheid die bedoeld is om mensen vrij te zetten.

Ik ben vastbesloten om al de raad Gods te prediken tot de dag dat ik naar huis zal gaan om bij de Heer te zijn. En ik zal dat doen vanwege de waarschuwing van God aan alle predikers in Ezechiël 33:

“Wanneer (de wachter) het zwaard over het ziet land komen, en op de bazuin blaast en het volk waarschuwt – als dan iemand wel het geluid van de bazuin hoort, maar zich niet laat waarschuwen, en het zwaard komt en rukt hem weg, dan komt diens bloed over zijn eigen hoofd. Hij heeft het geluid van de bazuin gehoord, maar zich niet laten waarschuwen; zijn bloed komt over hemzelf; als hij zich had laten waarschuwen, zou hij zijn leven hebben gered.”

“Maar wanneer de wachter het zwaard ziet komen, doch niet op de bazuin blaast, zodat het volk niet gewaarschuwd wordt – en het zwaard komt en rukt iemand van hen weg, dan wordt hij wel weggerukt in zijn eigen ongerechtigheid, maar van zijn bloed zal Ik de wachter rekenschap vragen.”

“Gij nu, mensenkind, u heb Ik tot wachter over het huis Israëls aangesteld. Wanneer gij een woord uit mijn mond hoort, zult gij hen uit mijn naam waarschuwen. Als Ik tot de goddeloze zeg: Goddeloze, gij zult zeker sterven, - maar gij spreekt niet om de goddeloze te waarschuwen voor zijn weg, dan zal die goddeloze in zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar van zijn bloed zal Ik u rekenschap vragen.”

“Maar als gij een goddeloze waarschuwt om zich van zijn weg te bekeren, doch hij bekeert zich daarvan niet, dan zal hij in zijn eigen ongerechtigheid sterven, maar gij hebt uw leven gered” (Ezechiël 33: 3-9).

Als een prediker van Gods Woord hoor ik goddelozen te waarschuwen, want anders zal de Heer mij verantwoordelijk houden voor hun bloed. Het is niet verwonderlijk dat Paulus de Efeziërs vertelde: “Ik ben onschuldig aan het bloed van alle mensen.” Hij kende de waarschuwing van God aan predikers in Ezechiël 33.

Ik preek in een kerk waar mensen komen uit allerlei lagen van de bevolking: travestieten die in een persoonlijke hel leven, acteurs en actrices die hun wanhoop verdrinken in alcohol en drugs, wanhopige zakenmensen op de rand van zelfmoord. Wanneer ik kijk naar de gezichten van al deze lijdende zondaren, hoe kan ik dan bang zijn om hen de waarheid te vertellen? Hoe kan ik hen in vredesnaam iets onthouden van Gods Woord, terwijl ik weet dat de enige waarheid die tot hen zal spreken het bloed is van Jezus en het Kruis van Christus?

Mijn boodschap zal op sommige momenten aanstootgevend zijn voor zondaren en halfslachtigen. Maar op de Oordeelsdag zal ik geen bloed aan mijn handen hebben. Je denkt misschien: “Alles wat jij beweert komt uit het Oude Testament. Het is niet van toepassing in deze tijd van genade.” Als dat waar is, dan vergiste Jezus zich toen Hij Jesaja citeerde en de andere profeten. En het zelfde gaat op voor Johannes de Doper en de apostel Paulus. Petrus schrijft: “Van Hem [Jezus] getuigen alle profeten” (Handelingen 10:43).

Dit zijn Jezus’ eigen woorden over dit onderwerp: “Ik ben de goede herder. De goede herder zet zijn leven in voor zijn schapen; maar wie huurling is en geen herder, wie de schapen niet toebehoren, ziet de wolf aankomen, laat de schapen in de steek en vlucht – en de wolf rooft ze en jaagt ze uiteen”(Johannes 10:11-12).
Jezus zegt dat de goede herder zijn leven neerlegt voor de schapen. Wat betekent dat tegenwoordig precies voor een dienaar van God? Het houdt in al je trots neer te leggen, alle angst voor mensen en al het laffe weglopen wanneer het erop aankomt om al de raad Gods te prediken. Dat is een vereiste voor elke herder die er toe geroepen wordt de kudde te voeden.

Nu, laat ik je wat goed nieuws geven.

Deze herders zijn bezig God te zoeken met een zuivere toewijding. Ze zijn toegewijde geestelijk leiders, jong en oud, die geen enkele wolf zullen toestaan hun kudde aan te raken. Als deze herders rondkijken in de kerk van vandaag, dan zijn ze ziek en moe van alle hypes die ze zien. Ze huilen wanneer ze zien dat schapen uiteengejaagd worden naar links en naar rechts omdat ze geen echte herder hebben.

Deze goddelijke herders hebben slechts één zorg: ze zijn vastbesloten om hun kuddes te voeden met Gods zuivere woord. Ze weigeren om hun eigen dromen te bouwen over de ruggen van de arme of zwakke schapen. In plaats daarvan komen ze naar de preekstoel met een fris, door de Heilige Geest aangevuurd woord. Zij weten dat dat het enige is wat hun kudden zal bewaren in de moeilijke tijden die komen.

Mijn zoon Gary en ik ontmoeten deze toegewijde herders over de hele wereld als we bijeenkomsten houden voor geestelijk leiders. Zij zijn de door-mensen-gemaakte-opvattingen en zelfzuchtige trucjes in hun bediening beu. Het enige wat ze willen is van God horen. Zij weten dat de wereld naar het oordeel snelt, dus preken ze met het vuur van de Heilige Geest. Ze wedijveren niet met elkaar, proberen niet om religieuze sterren te zijn. Ze willen niet dat men ze bezig ziet met het najagen van dwaze dromen wanneer God bezig is alles te schudden wat maar geschud kan worden.

Ik geloof dat spoedig, in een enkele dag – een dag van verschrikking en paniek – God alle valse, verdorven evangelies neer zal halen. Hij zal alle kerken sluiten die toegeven aan het vlees. Openbaring zegt dat in één uur Babylon zal vallen. Op dat moment zie ik God alle “wolfbedieningen” bankroet verklaren.

In hun plaats zal een lichaam opstaan van overwinnaars. Deze dienaren van God zullen zonder angst zijn, heilig, volledig voorbereid, omdat ze volledig waren gewaarschuwd. Dan zullen we Gods glorie zien terugkeren naar Zijn kerk. Halleluja!

----
Tenzij anders vermeld is de NBG-1951 vertaling gebruikt.

Dutch