Breng Christus in je crisis!
Ga met mij mee naar de vlakte van Dura bij Babylon, waar koning Nebukadnezzar alle leiders bij elkaar had geroepen - gouverneurs, prinsen en politie mensen - vanuit zijn verafgelegen rijk. Kun je je dat beeld voorstellen - vele mensen elk gekleed in hun eigen streekkledij, zoveel verschillende talen sprekend. Ze waren allen voor maar 1 doel vergaderd - om de goden van de koning te eren!
Nebukadnezzar had een enorm, gouden beeld laten oprichten van ruim 3 meter hoog. Nu moesten die leiders, eenmaal naar de grote vlakte van Dura gekomen, buigen in ere zodra het koninklijk orkest begon te spelen. Het was dit doen of sterven!
Maar drie Hebreeuwse mannen - Shadrach, Meshach en Abednego - weigerden te buigen. Deze mannen waren door de Chaldeeërs in Jeruzalem gevangengenomen en naar het paleis in Susan gebracht. Hier waren ze getraind in de Chaldeese taal en samen met Daniel aangewezen als leiders in de regering. Nu waren overal rondom hen mensen van andere naties aan het buigen voor het gouden beeld, gehoorzamend aan het decreet van de koning. Maar zij wilden dat niet!
Jaloerse leiders rapporteerden dit aan Nebukadnezzar - toen die ervan hoorde werd hij woedend. Hij dacht: “Hoe durft een lid van mijn eigen regering zich tegen mij te verzetten in ongehoorzaamheid!”
Het was in die tijd niet ongewoon om overtreders van de decreten van de koning te straffen door ze in een brandende oven te gooien. Jeremia sprak van: “......Zedekía, en als Achab, die de koning van Babel aan het vuur braadde”. Daarover is geen twijfel, Nebukadnezzar was er aan gewend om lichamen in een open oven te zien werpen, om die plotselinge flits te zien van brandende lichamen en de afschuwelijke reuk van brandend vlees te ruiken. Nu had hij zo’n woede aanval dat hij de soldaten bevel gaf om de oven zeven maal heter te stoken dan normaal.
Toen de bewakers deze drie mannen naar de koning brachten brulde Nebukadnezzar: “Zo, dus jullie weigerden voor je god te buigen toen de muziek klonk. Wel, ik laat jullie het opnieuw proberen. Je moet wel weten dat de vurige oven nu zeven maal heter brandt. Als jullie dit keer niet buigen wordt je er in gegooid en verbrand.”
Je kan er zeker van zijn dat deze drie mannen de hitte van de withete oven konden voelen vanaf de plek waar zij stonden. Zij zagen waarschijnlijk enkele sterke soldaten uitgeput vallen toen die de oven stookten, overweldigd door de intense hitte.
Deze Hebreeuwse mannen wilden niet sterven. Zij waren mensen, net als jij en ik. Iedereen zou ze voor gek verklaren om in het vuur te willen roosteren. Toch hadden deze mensen een ongelooflijk geloof in hun harten geplant. Gekregen door de Geest. Dus antwoordden ze de koning: “O Koning, we hoeven over een antwoord aan u niet eens na te denken. We zullen NIET buigen! Onze God zal ons vrijzetten. Maar zelfs als Hij dat niet zou doen, we zullen het beeld niet verafgoden!”
Je kent de rest van het verhaal. Het woord over de grote verbranding ging waarschijnlijk snel rond en nieuwsgierige menigten verzamelden zich zoals men in de dagen van het oude (wilde) Westen deed bij hangpartijen. Mensen rekten zich uit om een glimp op te vangen van die mannen die het hadden gewaagd om het decreet te negeren en die levend werden verbrand.
Al snel kwam het koninklijk huis daar aan. De koning nam zijn plaats in op een veilige afstand van de hitte maar dichtbij genoeg om de werkelijke verbranding van lichamen te zien. “Zullen deze rebelse stommeriken het nooit leren?” dacht hij waarschijnlijk bij zichzelf. “Al heel snel zullen nog (eens) drie rebellen niet meer dan as zijn!”
Toen werden de drie mannen binnengebracht, aan handen en voeten gebonden. De machtigste soldaten in het leger van de koning hadden hen opgepakt en brachten hen naar de opening van de oven om hen erin te gooien. Maar de vlammen waren zo heet dat de soldaten zelf vielen, de een na de ander, door de hitte bevangen.
Uiteindelijk werden de drie Hebreeuwse mannen in de oven gegooid. Maar de koning was verbaasd. Er was geen plotselinge flits van verbranding van lichamen, geen stank van brandend vlees. Hij tuurde in het vuur en was perplex van hetgeen hij zag!
De drie Hebreeuwse mannen liepen bovenop de kolen - alsof ze op roze bloembladeren liepen. Het vuur had alleen de boeien verbrand en nu waren hun handen opgeheven, God prijzend.
Nebukadnezzar keerde zich tot een van zijn volgelingen en zei: “Hoeveel mensen hebben wij daarin gegooid?” “Drie, o Koning” kwam het antwoord. “Maar ik zie er vier!” antwoordde de koning. “Geen van hen is aan het (ver)branden. Er is niemand gewond en een van hen lijkt op de Zoon van God!”( zie Daniël 3:24-25).
Welnu, hoe kon een heidense koning de Zoon van God herkennen? Dat kwam omdat Gods glorie niet verborgen kan worden. Waar dan ook in de Schrift engelen verschijnen, ze zijn gekleed in het wit en schijnen met ene hemelse helderheid. Toch was deze Heldere geen serafijn (engel); het was niet Gabriel noch Mozes noch Elija die uit de dood waren opgestaan! Het was Jezus zelf - en Hij scheen meer dan een zevenvoudig vurige vlam!
Gelovigen, deze getuigenis kwam van heidense lippen: Christus verscheen aan de Hebreeërs tijdens hun crisis! Als we het dan toch hebben over een levensbedreigende situatie! Dit was de ware crises - een hopeloze situatie volgens de wereld/het vlees, een die een wonder vereiste. Maar Christus wandelde erin naast deze mannen,hen geruststellend. Hij kwam daar met hen om ze te redden en te verlossen!
Jezus kwam niet tijdens deze Hebreeuwse crisis om een indruk op de heidense koning te maken. Hij had dat al in een voorgaand hoofdstuk gedaan. Toen Daniël Nebukadnezzar’s droom uitlegde verklaarde de koning: “....Het is de waarheid, dat ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen”( Daniël 2:47). Maar hoe snel was hij dit al weer vergeten!
Nee, dit was geen evangelisch bezoek. God kende het hart van de weifelende koning en Hij wist dat wonderen de heidense geest maar zo’n drie dagen zouden imponeren. Eigenlijk kwam Jezus maar voor één reden in de crisis van deze mannen - alleen maar voor hen! Hij kwam om ze gerust te stellen en ze te redden want Hij hield van hen. De Heer van glorie had Zichzelf aan hen toegewijd.
We leven in een verwarde wereld door de ene crisis na de andere. Wie kent u die niet door een crisis wordt belaagd of die er in een geraakt? Persoonlijk ken ik vele christenen die in zware problemen zitten die hen overmeesteren en ruïneren.
In welke crisis zit u? Is die geestelijk, financieel, mentaal of fysiek? Is het uw huwelijk, baan, zaak? Ik heb het over omstandigheden die zo ernstig zijn dat alleen een wonder u er nog uit kan halen - een situatie die hopeloos lijkt! Als u in zo’n crisis zit dan heeft u Jezus daarin nodig die er met u doorheen wandelt. Alleen de Zoon van de levende God kan uw problemen oplossen - kan het onmogelijke doen - kan u uit uw oven der kwelling redden!
U zal wellicht antwoorden: “Ja, ik heb Jezus nodig om met mij hier doorheen te lopen. Ik heb Hem nodig in deze crisis zoals Hij er was voor die Hebreeuwse mannen. Maar kan ik dat doen? Hoe kan ik Hem aan mijn crisis toegewijd krijgen?”
U kunt hetzelfde doen als Shedrach, Meshach en Abednego die Christus in hun crisis brachten. Die mannen maakten drie opmerkelijke toezeggingen:
Zij zegden toe een pure, onbezoedelde levenswijze te gaan volgen temidden van een boosaardige gemeenschap.
“Daniël nu nam voor in zijn hart, dat hij zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijs des konings, noch met den wijn zijns dranks; daarom verzocht hij van den overste der kamerlingen, dat hij zich niet mocht ontreinigen” (Daniel 1:8).
Het woord verontreinigen hier wijst op “bevrijding door verwerping”. Daniël zei anders gezegd “elk compromis van mijn waarden zal mij van mijn vrijheid beroven!”
Dus Daniël legde zich toe op het eten van alleen maar bonen en het drinken van alleen water en dat 10 dagen lang. Geen “filet mignon” van de tafel van de koning - geen dure wijn. Toen hij de prins der eunuchen dit vertelde zei die “Je zult mij mijn leven verspelen! Je zult er ziekelijk uitzien aan het eind van 10 dagen. Je wangen zullen ingevallen zijn en de koning zal dat zeker opmerken! Hier - eet maar een beetje vlees - je hebt de proteïne nodig. Drink de wijn om je bloed op peil te brengen. Eet wat van deze snoepjes die je energie geven!”
Toen ik dit gedeelte bestudeerde vroeg ik mij af: “Waarom ging Daniël zo in op dit vasten? Deze Hebreeuwse mannen waren geen vegetariërs”. Het antwoord is waarschijnlijk dat, voordat het naar de tafel van de koning ging, de wijn, het vlees en lekkernijen door afgodzieke priesters werd gewijd. Daarom was het voedsel ceremonieel onrein voor de Joodse jongemannen.
Toch denk ik dat Daniël en deze anderen iets anders in gedachten hadden - dat hun toewijding verder ging dan ceremoniële onreinheid! Wat ik nu ga vertellen komt niet uit zo maar een commentaar. Ik geloof dat de Heilige Geest dit aan mij heeft geopenbaard.Waarom weigerden die 4 Hebreeuwse mannen om het voedsel van de koning te eten?
Ten eerste, deze mensen waren gevangen genomen met duizenden landgenoten. Welnu, de profeet Jeremia had de Joodse gevangenen aangemoedigd om zich in Babylon te vestigen en daar te bouwen voor een periode van 70 jaar totdat God hen terug zou brengen. Maar in lijn met Israëls traditie van terugval, werden de mensen eerder meegesleept in de begerigheid die in het land heerste. Er is geen twijfel, Daniël en zijn vrienden zagen hoe snel en gemakkelijk de eerste ballingen hadden toegegeven. Het snelle leven van Babylon had hen verlokt!
Deze vier mannen waren waarschijnlijk erg in hun geloof geschokt bij wat zij zagen toen zij voor het eerst in Babylon aankwamen! Er stonden schaamteloze hoeren op straat, heidense heiligdommen en altaren op elke hoek, openbare dronkenschap en losbandigheid overal, ambtenaren en leiders waggelden op straat, verstomd en bevangen door de wijn en alcohol. Het was een gemeenschap die zo losgeslagen, immoreel en vol van vloeken was, dat de geestelijke gevoelens van deze vier mannen werden aangevallen!
Nu was Daniël een student der profeten. Hij had Jeremia’s geschriften bij zich en die profetieën leiden hem uiteindelijk tot de conclusie dat Israël voor een periode van 70 jaren in ballingschap zou zijn. Hij wist dat ze in een belangrijke tijd in de geschiedenis leefden. Toen ergens tijdens hun entree in Babylon deed Daniël een toezegging met “de mannen, die bij mij waren” (Daniël 10:7) - de drie andere Hebreeërs die hem bijstonden in lichaam en geest.
Ik denk dat ze een bijeenkomst hadden waar zij hun ongenoegen over Israëls compromis deelden. Toen stond Daniël op en zei: “Jullie zagen wat ik zag op de straten! Toch wat op ons zo schokkend overkwam zal snel als normaal worden ervaren door ons volk, als we niet besluiten anders te leven. Het zal niet lang meer duren voordat onze landgenoten er zullen uitzien als, praten als en leven als Chaldeeërs. Iedereen gaat op in sensualiteit - onze herders zoeken gemak en voorspoed, onze leiders sluiten lieven een compromis. Onze synagogen zullen vol zijn van vermenging, ontheiliging, dubbele moraal. Iedereen zal er een vorm van geloof aanhangen maar zal alle kracht met God verliezen! We moeten een standpunt innemen! God heeft stemmen nodig in deze tijd van verval.We zullen ons leven op het spel moeten zetten - anders zal het licht over heel Israël uitgaan!”
“We mogen geen compromis sluiten. We mogen deze morele waarden niet aannemen. We mogen onze geesten niet bevuilen met heidense muziek, alcohol, een duivelse levensstijl. We mogen niet toelaten dat de geest van Babylon ons geloof aantast. We zullen apart staan en we zullen getrouw moeten zijn in onze levenswandel!”
Deze vier Hebreeuwse mannen bleven vrij door de Babylonische levensstijl af te wijzen. Het was niet alleen een kwestie van niet eten - het was iets dat hun hele levensstijl omvatte. Het ging om een verborgen leven van afzondering.
Toch gingen deze mensen niet overal hun levenswijze prediken aan anderen. Zij gaven geen ruchtbaarheid aan hun gedisciplineerde wandel. Het was echt alleen een zaak tussen hen en God.
Ik vraag u: toen God klaar was om tot die natie te spreken: wie gebruikte Hij toen als zegsman? Wie werd de stem van de Heer - zijn onbevlekte getuigenis aan een vervloekt rijk? Het waren deze vier toegewijde mannen!
Als ik neerkijk op onze vervloekte maatschappij zie ik een natie die zo snel uit elkaar valt dat het niet om aan te zien is. Dat geldt ook voor het lichaam van Christus! De kerk is geïnfiltreerd door de Babylonische geest - een boodschap van vermenging, met velen die zich aan wereldse normen overgeven. Ik roep het wel eens uit in mijn besloten privé-vertrek: “O God, waar zijn Uw stemmen in het land? Waar is Uw volk dat apart leeft - wie staat er op en spreekt profetische woorden? Waar zijn uw onbuigzame zegslieden?”
In deze tijd waarin alles om ons heen verbrokkelt, waar zijn zulke stemmen? Waar zijn de gemeentes, de gelovigen die naar voren treden en een stem van God zijn op hun werk, in hun familie, in hun dagelijkse leven?
Dat is wat de vier mannen zich afvroegen en het is de reden waarom zij zich toewijden aan een pure levenswandel! Hun uitgesproken beslissing en hun getuigenis van een heilige wandel moesten wel een geweldige indruk maken op kleine Ezra, Nehemia en Zerubbabel. Het kan datgene geweest zijn wat later de 43.000 die later opstonden heeft geïnspireerd.
Ja, het heilige leven van deze vier mannen resulteerde in een heilig overblijfsel. Beminde gelovigen, u kunt geen stem van God zijn tenzij u een apart, heilig leven leid! God kan u niet gebruiken als uw hart bevuild is en aangetast door een boosaardige tijd. Wat nodig is, is een standvastige toewijding!
Ik vraag u: als u zich in een crisis bevindt, roept u dan “Heer, waar bent U als ik U nodig heb? Bent u aan mijn verlossing toegewijd?”
Maar als dan de Heer tot u zou zeggen: “Waar ben jij als ik een stem nodig heb? Ik heb klankborden nodig in deze zondige tijden, ware vaten door welke Ik kan spreken. Je zegt dat je wilt dat Ik in je crisis kom - toch blijf je een deel van het verdorven, wereldse systeem. Zeg Mij: ben je wel toegewijd?”
Zij legden zich erop toe om God te zoeken - Mannen die bidden!
“En ik stelde mijn aangezicht tot God, den Heere, om Hem te zoeken met het gebed, en smekingen, met vasten en zak en as. Ik bad dan tot den HEERE, mijn God, en deed belijdenis. Als ik nog sprak, en bad, en beleed mijn zonde, en de zonde mijns volks Israëls” (Daniël 9:3-4,20). Hier is het bewijs - dit waren de biddende mannen!
Ziet u, deze eerste toezegging die ze deden - om een apart leven te leiden - moest worden verstevigd door een tweede toezegging, om God te zoeken. Het is onmogelijk om een heilig leven te leiden zonder veel tijd op je knieën door te brengen, door God te zoeken voor kracht en autoriteit om zulk leven te leiden.
Vergis u niet - gelovig bidden zal u niet voor een crisis behoeden. Integendeel, het zal u zeker in een opgepookte oven en leeuwenkuil brengen. Maar gebed zal u voorbereiden om alles met vertrouwen tegemoet te treden - om een levend offer voor Jezus te worden!
Daniëls bidden had hem regelrecht in de leeuwenkuil gebracht en deze beproeving kwam jaren na die van de Hebreeuwse mannen toen Daniël al ruim 80 jaar oud was! Dit zou u bang kunnen maken als u bedenkt hoe lang het zal voortduren voordat uw problemen ophouden. Misschien dacht u dat u al had geleerd van alle belangrijke testen na een aantal jaren in de Heer. Maar hier is God die het toestaat dat een van Zijn grootste gebedsstrijders, een stille man met een zachtmoedig karakter, de belangrijkste crisis doormaakt na jaren van trouwe intercessie!
Gelovigen, de beproeving eindigt pas als Jezus komt - of als u in Christus overlijdt! De tijd dat u niet langer in de hete oven of de leeuwenkuil zal zitten zal nooit komen. Dat gebeurt pas als u uw hoofd op Zijn boezem legt!
Dit is de reden waarom gebed zo belangrijk is. Je kan je toeleggen op een onbevlekt leven te leiden, maar die toewijding is onmogelijk te vervullen zonder je ook aan het zoeken van God toe te wijden. Niet de overtuigende preken, niet de krachtige boeken over heiligheid, alle oproepen van de wereld kunnen je niet binden aan een apart, heilig leven. Alles zal mislukken - tenzij je hebt toegezegd om een toegewijd zoeker naar God te zijn!
Een paar weken geleden ging ik naar de Vader en vroeg: “Heer, waarom vraagt U gebed voor alles? Waarom doet U niets zonder gebed?”
De Heer antwoordde: “David, het is onmogelijk Mij lief te hebben zonder Mij te zoeken. Hoe kan een kind van Mij zeggen dat hij van Mij houdt als hij Mij dagenlang verwaarloost? Gebed is de barometer van aanbidding tot Mij. Ware liefde zal je tot Mijn aanwezigheid trekken”.
Uiteraard, geloof moet door het Woord aangewakkerd worden; uiteindelijk komt geloof door horen. Als geloof eenmaal is aangespoord zal gebed het in vuur en vlam zetten. Het laat ons geloof exploderen. Over een oven gesproken die zevenmaal heter is opgewarmd: gebed verhitte het geloof van de vier Hebreeuwse mannen totdat het heter was dan de trotse vlammen!
Toen koning Nebudkadnezzar die mannen uit het vuur liet roepen zei hij: “Geloofd zij de God van Sadrach, Mesach en Abednego, Die Zijn engel gezonden, en Zijn knechten verlost heeft, die op Hem vertrouwd hebben, en des konings woord veranderd, en hun lichamen overgegeven hebben, opdat zij geen god eerden noch aanbaden, dan hun God” (Daniël 3:28). Wederom, de getuigenis kwam van heidense lippen, deze mannen hadden hun lichamen aan God geschonken!
Toch hadden zij dit al gedaan lang voordat ze voor de oven stonden. U ziet, gebed is een proces van onze lichamen schenken - om een levend offer te worden. Deze mannen offerden zichzelf elke dag op die manier. Ze bleven dagen, weken in gebed om intiem met de Heer te worden.
Na een tijdje begrepen ze dat sterven eigenlijk een winst was. Dood zou hen alleen maar dichter bij hem brengen die zij zo liefhadden!
“Nebukadnézar antwoordde en zeide tot hen... maar zo gijlieden het niet aanbidt; ter zelfder ure zult gijlieden geworpen worden in het midden van den oven des brandenden vuurs; en wie is de God, Die ulieden uit mijn handen verlossen zou?” (Daniël 3:14-15).
Deze mannen stonden voor de zwaarst mogelijke crisis die een mens maar kan overkomen. Als God niet zou komen en hun door een wonder vrijzetten dan zouden ze sterven!
Dit is nu precies het soort problemen waarover ik met u wil praten. Misschien heeft u een ernstige fysieke aandoening. Misschien zit uw huwelijk in een crisis die buiten uw macht van oplossen of goedmaken ligt. U zegt: “Ik heb gebeden, gevast, heb alles gedaan. Als God nu niet verschijnt dan red ik het niet!”
Wat zal Christus in uw crisis brengen? Hij komt als u dezelfde toewijding laat zien als die drie Hebreeuwse kinderen hadden: “Sadrach, Mesach en Abednego antwoordden en zeiden tot den koning Nebukadnézar: “Wij hebben niet nodig u op deze zaak te antwoorden”. Zal het zo zijn, onze God, Dien wij eren, is machtig ons te verlossen uit den oven des brandenden vuurs,en Hij zal ons uit uw hand, o koning verlossen! Maar zo niet, u zij bekend, o koning! dat wij uw goden niet zullen eren, noch het gouden beeld, dat gij hebt opgericht, zullen aanbidden” (Daniël 3:16-18).
Met andere woorden: “Het ziet er hopeloos uit. Zonder God die en wonder voor ons doet zijn we dood. Toch is onze God in staat om ons uit deze brandende crisis te bevrijden! Maar zelfs als Hij dat niet zou doen , we zullen Hem ook dan niet verlaten. Levend of dood, we zullen op Hem vertrouwen!”
Gelovigen, dit is het soort geloof waarover engelen zich verheugen en dat het hart van God werkelijk zegent. Het is een geloof dat zegt: “Heer, ik ben overtuigd, waarlijk overgehaald om te geloven dat U mij kunt vrijmaken. Als U een word zou spreken zal alles voorbij zijn”.
“Maar indien dit niet zo zou zijn, ik loop niet weg. Ik zal U er niet van beschuldigen dat U mij verlaat. Ik zal gelovig en trouw blijven. Uw wegen zijn hoger dan die van mij, Heer en mijn leven is in Uw handen. Alhoewel U mij neerslaat, toch zal ik op U vertrouwen!” Dit is wat Christus in uw crisis brengt - het volle vertrouwen dat Hij in staat is om ons te bevrijden en vrij te maken uit elke crisis! Het is het vertrouwen dat, wat er ook moge komen, we in Zijn handen zijn.
Begrijp dit goed - God had deze drie mannen op elk mogelijke manier kunnen vrijmaken. Hij had gewoon Nebudkadnezzar’s gedachten kunnen laten veranderen. Of, Hij had hen kunnen laten ontsnappen. Immers, Mozes was ontsnapt, net als Jozef en David.
Maar hadden deze drie Hebreeuwse mannen hadden een speciaal soort geloof waarop de Heer snel antwoordde: zij hadden geloof in de trouw van God! Ze waren ervan overtuigd dat Hij datgene zou doen wat het beste was voor hen en voor Zijn glorie.
Daarom ziet u niet dat zij hun “rechten als gelovigen opeisen.” Ook brachten zij geen tijd door met elkaar geloof op te beuren door beloftes aan te halen. Nee, ze gingen met een stille waardigheid naar de oven terwijl ze zeiden: “God kan het doen! Maar zo niet....”
Er is geen twijfel mogelijk, die laatste zin zal mensen kwaad maken. Ik kan ze bijna horen zeggen: ”O, nee, Pastor, dat is zo negatief! Het laat ruimte open voor twijfel. We zouden alleen moeten zeggen: “God kan het doen! Punt”.
Ik geloof met heel mijn hart dat de Heer ertoe in staat is. Ik geloof dat Hij een woord kan spreken en iedereen kan vrijmaken op elk moment. Maar, denk hier eens over na: Als deze Hebreeuwse mannen niet konden zeggen: “Maar, indien niet...” - als zij niet zo’n geloof hadden - wat hadden ze dan gedaan in hun moment van crisis? Waren ze gaan protesteren naarmate ze dichter bij het vuur kwamen? Waren ze aan het einde gaan huilen, “God, U heeft zich niet aan uw woord gehouden. U heeft ons in de steek gelaten!”
Nee - ze waren bereid te sterven! Ze konden zeggen, “Heer, zelfs al moet ik lijden - als mijn lichaam ontbrandt en mijn brandend vlees de licht met stank vervult - zal ik op U vertrouwen. Ik zal in U geloven, zelfs als ik niet het antwoord op mijn gebed krijg!”
De meesten van ons hebben geen geloof dat de dappere woorden van deze mannen zou gebruiken: “Maar, indien niet...” Ik vraag u, wat zou u doen als u geen antwoord krijgt? Gaat u God beschuldigen dat Hij u verlaat, of u niet liefheeft? Wat een tragedie als u in uw oven gaat huilend “God, waar bent U? U heeft mij in de steek gelaten!”
De drie Hebreeuwse mannen gingen in het vuur met lichamen die voor de wereld al dood waren. Ze waren in staat om hun lichamen met vreugde op te offeren, als levende offers. En Jezus ontmoette hen daadwerkelijk in hun crisis! Wat een ongelooflijke beloning - om Christus met hen door hun meest moeilijke periode te lopen.
Wat denk je dat ze tegen Jezus zeiden toen Hij opdook in de oven? “O, dank U, Heer. Dank U dat wij geen pijn voelen. Dank U dat we nog een kans krijgen - voor nog een paar jaren!” Nee, dat nooit. Ik denk dat ze zeiden: “Heer, neem ons met U mee! Laat ons hier niet achter. We hebben de extase aangeraakt, de glorie en we willen niet meer terug! Wandel met ons naar U thuis! Ze zouden het liefst met hem willen zijn. Jezus kent dit soort harten - en zodoende geeft Hij Zichzelf.
Bent u in staat te zeggen: “Heer, wandel met mij naar huis? Misschien heeft u nog niet geleerd om uw lichaam, uw zaak, uw huwelijk, uw crisis in Gods handen te leggen. Ja, we moeten altijd in geloof bidden en geloven dat God zal antwoorden; maar daarom moeten we geheel in onze situatie op Hem vertrouwen en in onze harten zeggen: “Maar indien niet, Heer - ik zal nog steeds in U mijn vertrouwen stellen!”
Bid nu met mij: “Heer, U bent in staat mij van deze vurige oven te bevrijden. Maar zo niet - ik zal steeds blijven geloven! Zelfs als moet ik met deze afschuwelijke beproeving doorgaan - als ik nog meer lijden, meer testen moet doormaken - ik zal alles aan U overgeven. Kom maar en wandel er met mij doorheen!”
Ik beloof u - Jezus Christus zal in uw crisis komen. Hij zal u bij de hand nemen en u door het vuur leiden! Ik beschouw de komst van Christus in mijn crisis het grootste antwoord op welk gebed dan ook - want wanneer Hij komt zal Zijn aanwezigheid mij boven alle pijn, mijn lijden, mijn verwarring verheffen. Wanneer Jezus aan u zijde verschijnt neemt Hij u bij de hand en zal u sterk doen staan. “Hallelujah!”