DE BELOFTE VAN KRACHT IN CHRISTUS

David Wilkerson (1931-2011)

Terwijl Jezus Zijn laatste uren doorbracht met Zijn discipelen, zei Hij tot hen: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Alles wat u de Vader zult bidden in Mijn Naam, zal Hij u geven." (Johannes 16:23). Toen zei Hij verder: "Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam; bid, en u zult ontvangen, opdat uw blijdschap volkomen zal worden." (Johannes 16:24).

Wat een ongelooflijke stelling! Toen deze scène plaatsvond, waarschuwde Christus Zijn volgelingen dat Hij wegging en Hij hen een tijdje niet zou zien. Maar toch, in dezelfde adem, verzekerde Hij hen dat ze toegang hadden tot elke zegening van de hemel. Het enige wat ze hoefden te doen, was om het in Zijn Naam te vragen.

Gelet op alle macht en middelen die we in Christus hebben, hebben de meeste gelovigen bijna niets in Zijn Naam gevraagd. De woorden van Christus aan Zijn discipelen overtuigen mij: "Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam." Ik geloof dat dit Gods hart meer grieft dan alle zonden van het vlees tezamen. Onze Heere is bedroefd door het immer groeiende gebrek aan geloof in Zijn beloften. Bedroefd door de steeds toenemende twijfel of Hij het gebed wel verhoort. Bedroefd door een volk dat steeds minder gebruik maakt van de macht die in Christus is.

De wereld heeft nooit een armoediger tijd gekend. Toch is er minder smeken in Jezus’ Naam dan ooit tevoren. Naarmate de dagen verstrijken, vragen christenen steeds minder van de Heere. Ze zijn bang om op te staan, vaak vanwege ongeloof.

Het is verbazingwekkend hoe trouw de kerk naar de Naam van Christus verwijst. We prijzen Hem, we zegenen Hem, we zingen over de "wonderbare kracht in Zijn Naam", maar we eigenen ons de kracht die in Zijn Naam is niet toe.

Geliefden, we moeten onze positie in Christus innemen en Gods Woord vastgrijpen. Zijn beloften zijn de wapens van onze oorlogsvoering en deze beloften zullen machtig worden in onze handen wanneer we ze stevig vastgrijpen.