DE LEUGENS VAN SATAN OVER HOOP

Wat kan Gods volk doen om het hart van de God in deze gevaarlijke tijden in beweging te krijgen? Is de kerk machteloos om iets te doen? Moeten we wachten op de wederkomst van Christus of zijn we geroepen om iets drastisch te doen? Wanneer overal om ons heen de wereld trilt, terwijl de harten van de mensen bezwijken van angst, zijn we dan geroepen om de geestelijke wapens op te nemen en de strijd met de tegenstander aan te gaan? Zeker, de volgelingen van Christus hebben een rol in deze donkere tijden, maar wat moeten we doen? Moeten we dan net als de rest van de wereld doen en ons stukje van de taart proberen te bemachtigen? Nee nooit!

In de tijd van de profeet Joël naderde voor Israël een dag van duisternis zoals nooit eerder in de geschiedenis was gezien. De profeet riep zelfs: "Ach, die dag! Ja, de dag van de HEERE is nabij, en hij zal komen als een verwoesting van de Almachtige." (Joël 1:15). Joëls raad aan Israël in dat donkere huis was: "Ook nu echter, spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij met heel uw hart, namelijk met vasten, met geween en met rouwklacht. En scheur uw hart en niet uw kleren. Bekeer u tot de HEERE, uw God, want Hij is genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid, en Hij heeft berouw over het kwaad." (Joël 2:12-13).

Hier was Gods oproep aan de Kerk: "Laat je niet ontmoedigen geef niet toe aan wanhoop. Je moet de leugens van de duivel niet geloven dat er geen hoop is." In plaats daarvan zou volgens Joël de roep van het volk tot de Heere moeten luiden: "Heere, stop deze smaad tegen Uw Naam. Laat Uw Kerk niet langer bespotten." En de Heere antwoordde: "Zelfs nu, wanneer jullie Mij uit je gemeenschap hebben geduwd en genade onmogelijk lijkt, wanneer de mensheid Mijn waarschuwingen heeft bespot en angst en somberheid het land bedekken - zelfs nu vraag Ik je dringend om bij Mij terug te komen en de wereld Mijn genade te tonen.”

Satan wil dat de kerk denkt dat er geen hoop is, maar God komt tot ons door dit woord van Joël: "Er is hoop en genade - zelfs nu. Ik ben vriendelijk en traag tot toorn en nu is het de tijd dat je je tot Mij wendt in gebed." Het is tijd om je in gebed tot de Heere te wenden als nooit tevoren!