WANDELEND ALS DIENSTKNECHTEN IN HET LEVEN
Ik ben onder mensen geweest die de gaven hadden van gezondmakingen en profeteren en wonderen zodat ze beroemd konden zijn, zodat ze uitgenodigd konden worden op diverse evenementen (plaatsen) en een mooi honorarium konden ontvangen. En het ging niet om het eren van God. Het ging niet om andere mensen te dienen, en hun groei en geestelijke opbouwing.
Dit is waarom Paulus zegt, “Nu, broeders, als ik tot jullie kom sprekend in (vreemde) talen, hoe zal ik jullie tot voordeel zijn tenzij ik jullie enige openbaring breng of kennis of profetie of onderwijzing?….Er zijn ongetwijfeld veel verschillende talen in de wereld, en geen is zonder betekenis maar als ik niet de betekenis van de taal begrijp zal ik een buitenlander zijn voor de spreker en zal de spreker een buitenlander voor mij zijn. Dus bij jullie zelf, omdat jullie ijverig zijn voor de werkingen van de Geest, strijdt om uit te blinken in het opbouwen van de gemeente” (uit 1 Corinthe 14:6,10-12 ESV).
Wil je geestelijke gaven? Streef en excelleer in die gaven die de gemeente opbouwen omdat Christus stierf voor de gemeente. Iedereen die de gemeente helpt, God helpt deze (persoon). Iedereen die er op uit gaat om een naam voor zichzelf te maken…God zal zich terugtrekken daarvan. Hij deelt zijn glorie niet met enige andere naam. Er is alleen één naam die is boven iedere andere naam!
Wat zeggen we als we zo trots zijn op onze denominatie en we gaan voort in de gemeente, en een bezoeker komt binnen die vijf dagen per week wiet rookt, die één keer kijkt en zegt,” Ik ben weg van hier?
Is dat wat Jezus zou willen?
“Oh nee, maar wíj hebben dienst! Wij aanbidden in de hemelse plaatsen.” Wel, kom even naar beneden op aarde en praat met die jongen (die kerel) die wiet rookt. Hij heeft Jezus nodig. Wat jullie ook doen - hymnes, spreken in tongen, aanbidding, het delen van het evangelie, gebeden, eigenaardige (vreemde) woorden en zinnen - bidt dat God mensen zal opbouwen, want buiten de kerk, buiten in de wereld worden ze aangevallen door duizend demonen.
“We vergeten om op deze wijze naar het leven te kijken omdat we vol worden van onszelf. Als je vol bent van de duivel, dat kan uitgeworpen worden; maar als we vol worden van onszelf is dat een heel verschillend (een heel ander) probleem
Wat we nodig hebben is om mensen te zien op de wijze zoals God hen ziet, en te voelen ( voor hen) wat God voelt. Ander zullen we veroordelend zijn en onszelf rechtvaardigend (zelf ingenomen zijn). Als we moe zijn en de verleiding voelen om kortaf te zijn of bezig met onszelf, dan moeten we bidden, “Heilige Geest, kom. Help me deze persoon te zien zoals God hem ziet. Wat voelt U? Help me hen te dienen.”