Daniel getuigde: "En zie, een hand raakte mij aan en maakte dat ik bevend op mijn handen en knieën steunde." (Daniel 10:10). Het woord voor 'aangeraakt' betekent hier: gewelddadig grijpen. Daniël zei: "Toen God Zijn hand op mij legde, plaatste Hij me met mijn gezicht ter aarde; Zijn aanraking vervulde me met de drang om Hem te zoeken met alles wat in mij is."
Door God aangeraakte dienaren hebben een intieme relatie met God. Ze ontvangen openbaringen uit de hemel en genieten van een wandeling met Christus die maar weinig anderen ervaren. Wanneer God iemands leven aanraakt, valt die persoon vaak op zijn knieën en wordt hij een persoon van gebed, gedreven om de Heere te zoeken. Ik heb me vaak afgevraagd waarom God alleen bepaalde mensen met deze urgentie aanraakt. Waarom worden sommige dienaren hongerige zoekers die achter Hem aan gaan, terwijl andere gelovigen hun eigen weg gaan?
Daniel, een toegewijde dienaar, werd op een bovennatuurlijke manier door God aangeraakt. Er waren veel andere goede, vrome mensen die de Heere dienden in de dagen van Daniël. Hieronder waren bijvoorbeeld Sadrach, Mesach en Abednego en tienduizenden andere Israëlieten die hun geloof vasthielden, terwijl ze als slaven in Babylon werden gehouden.
Waarom legde God dan zijn hand op Daniël en raakte hem aan zoals Hij deed? Waarom was deze ene man in staat om dingen te zien en horen die niemand anders kon? "Ik, Daniël, ik alleen zag dat visioen, maar de mannen die bij mij waren, zagen dat visioen niet. Er viel echter een grote verschrikking op hen en zij sloegen op de vlucht om zich te verbergen." (Daniël 10:7). Het visioen dat Daniël zag, was Jezus zelf, helder en levendig. In feite was het hetzelfde visioen dat aan Johannes op het eiland Patmos werd getoond (zie Openbaring 1:13-15).
De Heere openbaarde zich op deze manier aan Daniel, omdat deze jongeman verteerd werd door een passie om Gods hart te kennen. Ook besloot God dat de tijd was gekomen om een boodschap over te brengen aan de verloren mensheid en dat Hij een stem nodig had om Zijn boodschap te verkondigen.
De Heere is op zoek naar hen die vandaag verteerd worden van verlangen om Hem te kennen. Zij die bedroefd zijn over de morele toestand van onze samenleving - terwijl ze tegelijkertijd gretig uitkijken naar de wederkomst van Christus.