Een Hoge Weg uit Egypte
Jesaja 19 bevat een verbazingwekkende profetie die op ieder kind van God betrekking heeft en op iedereen die van zijn geloof is afgevallen. Dit hoofdstuk bevat een tweeledige profetie, die enerzijds letterlijk gericht is op Israël, maar anderzijds ook op geestelijk Juda: de kerk van vandaag. Moffatts vertaling maakt dit het meest duidelijk.
Het is genoemd: "Een profetie over Egypte". Het gaat zo ver, en is zo ongelooflijk, dat we het nauwelijks kunnen geloven. Maar alles wat Jesaja in dit hoofdstuk profeteert, wordt bevestigd door Christus zelf in het Nieuwe Testament.
De profetie richt zich op een hoofdweg die God heeft gebouwd uit Egypte vandaan, door Syrië, naar het beloofde land. Het is een geestelijke hoofdweg waarover grote menigtes van verloren kinderen naar de Heer zullen terugkeren.
Egypte is een typering van de wereld en zijn bindingen. Farao en zijn vele tovenaars en waarzeggers worden gezien als een typering van satan en zijn demonentroepen. Assyrië is een typering van straf en Gods corrigerende hand. God zei: "Wee Assur, die de roede van mijn toorn is en in welks hand mijn gramschap is als een stok…" (Jesaja 10:5).
Houdt alsjeblieft in gedachten dat wat er gebeurde tussen Israël, Egypte en Assyrië "voorbeelden en afschaduwingen waren van hemelse dingen". Paulus zei: "Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is" (1 Cor. 10:11).
1) De Geest van God zal als een wolk over dit wereldse schouwtoneel heendalen en iedere afgod doen schudden en de moed van de opstandigen doen verteren.
"Geen geestkracht zal er nog zijn in Egypte; Ik zal hun plannen in de war schoppen, en hun moed doen wegsmelten…" (vers 3).
Wat een krachtig woord. Zij die afgevallen waren, die terug waren gegaan naar Egypte (de wereld) om zich uit te leven, zal de moed vergaan. Ze zullen totaal in verwarring worden gebracht. Hun koppige geest, hun façade van rebellie, zal verdwijnen. Zelfs nu, op dit ogenblik, vindt dit schudden plaats van iedere afgod - het wegsmelten van hoogmoedige geesten en trotse blikken. De Geest van God wil de dingen erg akelig maken voor allen die naar de wereld zijn teruggegaan. God zal hun vreugde in pleziertjes wegnemen, hun zelfgerichte plannen verwarren en hun trots doen wegsmelten - daarom zullen ze aangespoord worden tot gedachten om terug te keren tot het huis van de Vader.
2) God heeft een plan geopenbaard van geestelijke verschrikkingen om paniek te zaaien in satans koninkrijk en te maken dat slechte mensen gaan beven van angst.
"Te dien dage zullen de Egyptenaren zijn als vrouwen: zij zullen sidderen en vrezen voor de dreigende hand van de HERE der heerscharen, waarmee Hij hen bedreigt; en het land Juda zal voor Egypte een schrik zijn; zo dikwijls iemand het daaraan herinnert, zal het vrezen voor het besluit dat de HERE der heerscharen ertegen neemt" (Jes.19:16-17).
Laat ons ophouden de macht van satan te noemen. Laat ons niet vallen voor de leugen dat hij en zijn demonentroepen de kinderen van de Almachtige ook kunnen kwellen.
Laten we niet geloven dat de wereld en de duivel onze ongeredde geliefden in slavernij kan houden. God heeft een glorieus plan - een plan om hen die in de klemmen van de duivel verstrikt zijn geraakt door van Hem weg te lopen, er weer uit te halen. Tegen de tijd dat God klaar is met zijn plan, zal de wereld zijn gestolen gevangenen weer terug moeten geven. Onze ongeredde geliefden zullen weer teruggebracht worden.
Deze profetie vertelt ons dat het de duivel is die zal sidderen. Hij en zijn koninkrijk zullen sidderen van angst bij de gedachte alleen al dat Gods heilige volk door geloof weer de heerschappij opeist. De ongelovigen zullen sidderen en beven in onze aanwezigheid, zoals een vrouw getroffen wordt door angst, als we ons de profetische beloftes toeëigenen van Jesaja en Christus.
De profetie verklaart dat de wereld en de duivel bang zullen zijn en zullen sidderen voor een plan dat God tegen hen heeft bedacht. "zo dikwijls iemand het daaraan herinnert, zal het vrezen voor het besluit dat de HERE der heerscharen ertegen neemt" (Jes. 19-17).
Wat is dit plan dat hel zo verschrikkelijk zal doen sidderen?
3) Gods Geest zal buiten de muren van de kerk gaan bewegen en een Heilige Geest opwekking zenden naar de wereld - precies op het terrein van de satan.
Al de muren en barrières vallen terneer. Niet langer kunnen de duivel of de wereld zeggen: "Dit is ons terrein. Dit is ons koninkrijk - ga weg!"
Iedere bar, ieder bordeel, ieder gokhuis wordt nu "aangevallen". De Heilige Geest is als een wolk neergedaald op iedereen die is teruggevallen, op iedereen die aan het dwalen is, op ieder verloren kind van God. Of het nu drugsverslaafden zijn die drugs aan het spuiten zijn op verborgen plaatsen; overspelers en hoerenlopers in geheime hotelkamers of in geparkeerde auto's bij theatergebouwen; alcohol- en wijnzuipers in bars en restauranten; mensen die gek zijn van hun lusten, van seksmisbruik en vieze films, wilde party's, orgieën; of snelheidsduivels op racebanen - niemand en geen plek ligt buiten het bereik van de almachtige, liefdevol aansporende Geest van God.
"Te raadplegen was Ik voor hen die naar Mij niet vroegen, te vinden voor hen die Mij niet zochten; Ik zeide tot een volk dat mijn naam niet aanriep: Hier ben Ik, hier ben Ik" (Jes. 65:1).
Niemand die is teruggevallen en geen verloren kind van God hoeft naar de kerk te gaan om onder zondeovertuiging van Gods Heilige Geest te komen. Er vindt zelfs grote overtuiging plaats van zonde waar geen prediker of getuigenis is. De profetie is erg duidelijk: God gaat de wereld binnendringen en geheel satans territorium bestrijken: hij zal demonische machten terroriseren en de gevallen en teruggevallen mensen van zonde overtuigen.
Luister naar deze ongelooflijke profetie:
"Te dien dage zullen er vijf steden in het land Egypte zijn, die de taal van Kanaän spreken en die bij de HERE der heerscharen zweren; één zal genoemd worden: stad der verwoesting"
Bedenk eens: "In Egypte - de taal van Kanaän sprekend - die bij de HERE der heerscharen zweren" (Jes. 19:18).
"Te dien dage zal er een altaar voor de HERE zijn midden in het land Egypte en aan zijn grens een opgerichte steen voor de HERE" (vers 19).
Wie zal het geloven? Een opwekking in de wereld! Voordat ze teruggaan naar de kerk - terwijl ze nog op het territorium van de duivel zijn: een altaar voor de Heer, dat de taal des geloofs spreekt en dat zweert bij de Here.
Ezechiël profeteerde dat God een toevlucht zou zijn voor zijn volk wanneer ze verbannen en krijgsgevangen waren. Zonde maakte dat ze krijgsgevangenen waren, ze hadden de straf van God over zich heen geroepen. Toch beloofde Hij hen te beschermen, hen bijeen te verzamelen, en een nieuw hart in hun binnenste te plaatsen.
Het is ook een tweeledige profetie. God is zelfs nog meer bezorgd over geestelijk Israël, en Hij heeft beloofd al de verbannen en geestelijk gevangen mensen in deze laatste dagen terug te brengen.
"Daarom spreek: zo zegt de Here HERE: hoewel Ik hen weggedreven heb onder de volken en in de landen heb verstrooid, zodat Ik hun slechts weinig ten heiligdom geweest ben in de landen waar zij gekomen zijn, daarom spreek: zo zegt de Here HERE: Ik zal u vergaderen uit de volken en u bijeenbrengen uit de landen waarin gij verstrooid zijt, en Ik zal u het land Israël geven…Ik zal hun één hart geven en een nieuwe geest in hun binnenste, en Ik zal het hart van steen uit hun lichaam verwijderen en hun een hart van vlees geven, opdat zij naar mijn inzettingen zullen wandelen en naarstig mijn verordeningen onderhouden; zij zullen Mij tot een volk en Ik zal hun tot een God zijn" (Ezechiël 11:16-20).
Een ironische ontwikkeling vindt plaats, zowel in de kerk als in de wereld. Je kunt nu horen dat kerkgaande christenen de taal spreken van Egypte: ongeloof, geklaag, materialisme en sensualiteit. Er zijn vele zinnelijke christenen die tegen de wereld aanleunen. Verbazend genoeg, je ziet nu dat de teruggevallenen, de verlorenen tegen het altaar aanleunen en in liefdevolle termen spreken over de Heiland, en diep in hun hart zijn ze nog loyaal aan de Heer, terwijl ze nog steeds in de wereld zijn.
Veroordeel je onbekeerde of teruggevallen geliefde niet door alleen de buitenkant te bekijken. Velen van hen huilen zichzelf in slaap. Ik kan het aantal gevangenen niet tellen dat tegen me bekent dat ze tot God roepen vanuit hun gevangeniscel. Je kunt naar iemand kijken die er hard en onbereikbaar uitziet, maar inwendig roept hij misschien wanhopig uit naar de hemel.
Ik heb teruggevallen drugsgebruikers gekend die zich high spuiten met heroïne, maar dan als babi's zich in een klein hoekje terugtrekken en hardop bidden: "O, God, geef het niet op met mij! Ik ben verslaafd; ik ben zo hulpeloos - maar ik heb U nog steeds nodig; ik respecteer en houd van U. Alstublieft, wees geduldig met me, redt me, breng me terug!"
Het past misschien niet in jouw theologie, maar onze gezegende Heer heeft voor zich een altaar gevestigd in het territorium van satan. Geen zondaar, geen teruggevallene hoeft ver te gaan om terug naar God te gaan. Hij kan bij ieder bar of café knielen. Hij kan naar God uitreiken als hij nog onder de drugs zit, nog aan hoererij doet of andere zonden heeft - en toch de Geest van God ontdekken en zijn altaar: precies daar waar hij is!
Waarom dit altaar in de wereld zelf? Het is voor de onmiddellijke redding van diegenen die om hulp roepen - in de wereld.
"En dit zal tot een teken en tot een getuigenis wezen voor de HERE der heerscharen in het land Egypte. Wanneer zij tot de HERE roepen vanwege verdrukkers, dan zal Hij hun een verlosser en een strijder zenden, die hen zal redden" (Jes.19-20).
"Zo zal de HERE Egypte geducht slaan en genezen, en zij zullen zich tot de HERE bekeren, en Hij zal Zich door hen laten verbidden en hen genezen" (Jes.19-22).
Nu zien we dat de Heer de hele wereld beziet en zegt: "De hele wereld is onder mijn hoede. Mijn altaar is overal waar de gewonde mensheid om mijn hulp roept. Ik zal uitreiken en zoeken naar iedereen in de wereld van wie het hart naar God verlangt".
4) Het beste van allemaal: God heeft een Hoge Weg gemaakt uit Egypte. Deze gaat door Assyrië, en vervolgens door het Beloofde Land.
"Denkt niet aan hetgeen vroeger gebeurde en let niet op wat oudtijds is geschied; zie, Ik maak iets nieuws, nu zal het uitspruiten; zult gij er geen acht op slaan? Ja, Ik zal een weg in de woestijn maken, rivieren in de wildernis" (Jesaja 43:18-19).
"Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur (de HERE) dienen. Te dien dage zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assur, een zegen in het midden der aarde, omdat de HERE der heerscharen het gezegend heeft met de woorden: Gezegend zij mijn volk Egypte en het werk mijner handen, Assur, en mijn erfdeel Israël" (Jes.19:23-25).
De Egyptenaar hier is het teruggevallen, verdwaalde kind van God die teruggegaan is naar de wereld. De Assyriër hier is het kind van God dat verpletterd en geestelijk verlamd is door de kastijding en correctie van de Heer. Het is niet zo dat hij werelds is, maar hij is gewoonweg overweldigd door ellende, verdriet en eenzaamheid. Dit maakte dat hij in verdwazing ronddoolt.
We moeten de waarheid vertellen aan hen die tot de Heer terugkeren. De weg terug naar Egypte gaat door Assyrië heen. Je moet onder de kastijdende, corrigerende hand van God komen; want God kastijdt hen die hij liefheeft om te corrigeren.
Niemand kan het Beloofde Land van vrede en rust binnenkomen, behalve door de weg van discipline. Je kunt aan zondaars en teruggevallen mensen vertellen dat het gemakkelijk is om over die Hoge Weg te reizen naar de tegenwoordigheid van de Heer, maar je vertelt hen niet de waarheid als je hen niet vertelt dat het geen gemakkelijke weg is.
Ja, je kunt ontsnappen uit de wereld en zijn gewoontes, zijn gebondenheid en angst. Ja, de weg naar heiligheid en geluk staat voor iedereen open. Ja, de Heilige Geest vraagt de verlorenen om te komen. Maar de weg leidt eerst naar het pad van correctie. Dat is niet iets om bang voor te zijn. Het is een zuiverend proces om de wereld uit je te krijgen, zodat je je kunt verheugen in het beloofde land van Gods aanwezigheid. Als je je voegt naar zijn discipline, dan zul je doorbreken naar vreugde die je nooit eerder hebt ervaren.
De belofte is dat de teruggevallen en gebroken en wanhopige mens zal terugkeren en de Heer zal aanbidden.
Wat is dit drievoudige verbond dat God zo gezegend heeft? Het is:
- het gaan naar het altaar terwijl je nog in Egypte bent: voor bevrijding.
- terugkeren naar de Heer voor liefdevolle discipline.
- de rust claimen van Gods kinderen.
Ik vertelde je bij het begin van deze boodschap dat de Heer Jezus Christus zelf deze glorieuze profetie bevestigt. De bevestiging wordt gegeven in twee vergelijkingen van onze Heer in Lucas 15. Hier is zelfs nog groter bewijs dat onze Heer zich heeft voorgenomen om onze teruggevallen, verdwaalde geliefde terug te brengen. Het bevestigt Jesaja's profetie dat de wereld datgene wat de Here wil redden, moet laten gaan.
1). De Goede Herder zal niet ophouden met zoeken totdat Hij het verloren schaap heeft gevonden!
"Wie van u, die honderd schapen heeft en er één van verliest, laat niet de negenennegentig in de wildernis achter en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het vindt?" (Lucas 15:4).
Hoe lang zal de Heer achter onze verdwaalde, verloren geliefden aangaan? Totdat Hij hen vindt!
Wíj geven de hoop op de redding van onze geliefde op. We raken gewend aan hun verloren-zijn. We maken ons er niet langer druk over. We lijken het afschuwelijke gevaar waar ze inzitten te verdoezelen.
Dank God, onze Herder zal nooit opgeven. Hij gaat altijd door met hen achterna te gaan. Hij wordt nooit moe, sluimert en slaapt nooit. Hij blijft op hun spoor - naar hen verlangend en zeggend: "Verloren, maar nog steeds van Mij! Ik zal zoeken en ik zal vinden".
De Heer heeft zich niet beperkt tot onze gebeden. We zouden moeten bidden voor verloren vrienden en familieleden, maar we lijken te denken dat God ophoudt met hen te zoeken als wij niet bidden. Als we niet voor hen bidden, komen we onder een wolk van schuldgevoelens. We voelen ons dan diep door God veroordeeld.
God heeft ons deze geweldige beloftes en profetieën niet gegeven met de bedoeling Hém aan te moedigen, maar om óns geloof aan te moedigen: dat Hij bekwaam is hen te vinden en terug te brengen. We moeten met vertrouwen bidden, maar alleen hierom bidden: dat onze ongeredde kennissen ontvankelijk zullen zijn als de Herder naar hen toekomt.
Of we nu wel of niet voor hen bidden, de Goede Herder zegt nadrukkelijk: "Ik zal achter hen aan gaan, totdat ik hen vind…" Het is een toewijding die Hij heeft gemaakt door genade alleen. Wij zelf zijn niet gered door verdienste, noch kunnen we onze geliefden bereiken door de verdienste van gebeden alleen. Híj heeft beloofd achter ze aan te gaan, door genade alleen.
Als de Heer wachtte totdat wij zouden bidden, zou er niemand gered worden. God bouwt niet op zo'n oppervlakkig fundament. Het is niet door werken, ook niet door gebed, maar door genade alleen.
Bid voor zondeovertuiging voor de teruggevallen en verloren mensen. Bid voor open harten en wegvagen van trots. Maar bid nooit: "Heer, ga achter hen aan, zoek hen". Dat zou ongeloof zijn, want Hij heeft al beloofd om het werk van een getrouw herder te doen.
2) De vrouw die een zilveren munt heeft verloren, zal niet ophouden met zoeken totdat ze hem heeft gevonden!
"Of welke vrouw, die tien schellingen heeft, en er één verliest, steekt niet een lamp aan en veegt het huis en zoekt zorgvuldig, totdat zij hem vindt?" (Lucas 15:8).
In deze gelijkenis hecht onze Heer een grote waarde aan dat wat verloren was. Weer gaat het zoeken door totdat ze hem gevonden heeft!
Misschien kon het verloren schaap terugdwalen naar de kudde, maar wat kan een verloren munt doen om gevonden te worden? Niets! De munt is hulpeloos!
Ik geloof dat onze gezegende Heer achter de hulpelozen aangaat. Zij die geen kracht hebben, die totaal zwak en machteloos zijn. Zovelen zijn verzwakt door zonde, hulpeloos verloren, en niet in staat uit te reiken. Tot hen zeg ik: iemand is ernstig bezig het gebied te verkennen waar je bent, op zoek naar jou. En: de Geest zal niet stoppen totdat je gevonden bent en hersteld. "Zo zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven" (Rom. 5:6).
Dit is ook een woord van bemoediging voor hen die verloren zijn in het huis! Het lam was ook verloren voor de wereld. De munt was verloren in het huis.
Ik geloof dat ik de meest hulpeloze, verloren mensen ontmoet heb in het huis van God. Ze gaan naar de kerk, ze zijn een deel van een groepje gelovigen. Ze zijn één van de tien, om zo te zeggen. Maar toch hebben ze weinig of geen geloof. Ze hebben geen kracht, en ze doen niets nuttigs. Ze zijn niet zo ver weg in één of ander ver land als de verloren zoon. Ze zijn dichtbij het altaar, dicht bij de tafel van de Heer, dichtbij al de anderen. Maar ze zijn net zo verloren als het schaap en de verloren zoon die genoemd wordt in Lucas 15.
Ze spreken niet langer tegen God en Hij spreekt niet langer tegen hen. Van hen zei Jesaja: "Maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort" (Jes. 59:2). Maar toch staat nog altijd zijn woord voor de verloren schapen "van het huis" van Israël: Hij zal zoeken totdat Hij heeft gevonden.
3) De Heer roept zijn volk op zich met hem te verheugen over het terugkeren van hen die verloren waren!
"En als hij het vindt, tilt hij het met blijdschap op zijn schouders…" (Lucas 15:5).
Dit zijn meer dan gelijkenissen over het vinden van verloren schapen, verloren munten, of weggelopen verloren zonen. Het is het verslag van Gods hart dat zich verheugt: zijn geweldige vreugde over het herstel van de verlorenen.
Hij ging het verloren lam niet slaan. De gedachte van vergelding in het geval van de verloren munt is te belachelijk voor woorden. Zelfs de terugkerende verloren zoon werd in het Vaders huis genodigd om zich te verheugen en feest te vieren. Geen schuld, geen veroordeling, alleen verzoenende liefde.
God openbaart aan ons zijn hart. Hij is de verlangende Vader die met liefde wacht op de verloren zoon. Christus is de Herder die teder het gewonde lam terug naar de kudde draagt. Er is zelfs grote vreugde over het vinden van de verloren munt.
Niet alleen de Heer verheugt zich over de verlorenen die terugkeren, wij zijn bevolen ons met hem te verheugen.
"…en thuisgekomen, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tot hen: Verblijdt u met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was" (Lucas 15:6).
Is er een lam dat te veel verloren, te zeer verdwaald is dat onze perfecte herder het niet kan vinden en herstellen? Als Hij zich erop heeft toegelegd om te zoeken totdat het verlorene is gevonden, is er dan enige onzekerheid over het resultaat? Nee! "Hij zal als een herder zijn kudde weiden, in zijn arm de lammeren vergaderen en ze in zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtkens leiden…"(Jes. 40:11).
Dus moeten we ons ook nu beginnen te verheugen! Want Hij die beloofd heeft, zal zijn woord volbrengen. Hij heeft ons zijn grote en waardevolle beloftes gegeven dat Hij onze geliefden zal vinden en terugbrengen - zodat we verder zullen kijken dan alle tegenstrijdige omstandigheden en, door geloof, ons zullen verheugen in de vervulling van zijn woord.
Wees niet langer bedroefd of terneergeslagen over verloren en verdwaalde geliefdes. De liefdevolle Hemelse Herder is ook nu bezig hen op te sporen. Hij zal de aarde voor hen nazoeken, als dat nodig mocht zijn. Hij weet waar ze zijn - Hij wacht er alleen op hen op zijn schouder te tillen op de juiste tijd. Hij heeft ze allemaal op het oog - maar Hij wil dat er eerst lessen geleerd worden. Op precies de juiste tijd zal de Herder zijn handen uitstrekken en hen redden. En, ze zullen klaar zijn - want Hij vertelde ons dat Hij hen ZAL vinden. Hij wacht erop totdat zij "met hun vechten zullen ophouden" en ermee ophouden hem te weerstaan.
Ik zie, door geloof, dat die Hoge Weg van heiligheid - uit Egypte - zó vol is dat hij overloopt met verlorenen die op weg zijn naar huis! Als zelfs maar één verloren schaap dat met berouw terugkeert grote blijdschap teweeg brengt in de hemel, zodat engelen vol zijn met Gods lof, hoe zal het dan zijn als grote massa's van de verlorenen terugkomen naar Sion?
Geen wonder dat satan zich zo verschrikkelijk kwaad maakt. Geen wonder dat de duivel en zijn demonentroepen sidderen. Vijandelijke bolwerken komen neer. De macht van de vijand wordt gebroken. De bedrieger wordt ontmaskerd. God wordt verhoogd onder de heidenen. De Geest is aan het werk vlak bij de deuren van de hel. De heiligen beginnen in geloof de heerschappij te nemen. Er is een nieuw lied om te zingen: een lied dat de verlosten van de Heer worden hersteld!
"Omdat gij kostbaar zijt in mijn ogen en hooggeschat en Ik u liefheb, geef Ik mensen voor u in de plaats en natiën in ruil voor uw leven. Vrees niet, want Ik ben met u; Ik doe uw nakroost van het oosten komen en vergader u van het westen. Ik zeg tot het noorden: Geef, en tot het zuiden: Houd niet terug, breng mijn zonen van verre en mijn dochters van het einde der aarde, ieder die naar mijn naam genoemd is, en die Ik geschapen heb tot mijn eer, die Ik geformeerd heb, die Ik ook gemaakt heb" (Jes 43:4-7).
Van de profeet Jesaja:
"Men zal u niet meer noemen: Verlatene, en men zal uw land niet meer noemen: Woestenij…Want de HERE heeft een welgevallen aan u, …zoals de bruidegom zich over de bruid verblijdt, zal uw God Zich over u verblijden" (Jesaja 62:4-5).
"Want als een verlaten en diep bedroefde vrouw heeft u de HERE geroepen, als een vrouw uit de jeugdtijd, nadat zij versmaad werd - zegt uw God. Een kort ogenblik heb Ik u verlaten, maar met groot erbarmen zal Ik u tot Mij nemen; in een uitstorting van toorn heb Ik mijn aangezicht een ogenblik voor u verborgen, maar met eeuwige goedertierenheid ontferm Ik Mij over u, zegt uw Losser, de HERE" (Jes. 54:6-8). Dát is de belofte van je Eeuwige Verlosser" (Jes 54:6-8).
"Daar zal een gebaande weg zijn, die de heilige weg genaamd wordt; geen onreine zal die betreden; maar hij zal alleen voor hen zijn; reizigers noch dwazen zullen erop dolen. Daar zal geen leeuw zijn en geen verscheurend dier zal daarop komen; zij worden daar niet gevonden. Maar de verlosten wandelen daarop; de vrijgekochten des HEREN zullen wederkeren en met gejubel in Sion komen; eeuwige vreugde zal op hun hoofd zijn, blijdschap en vreugde zullen zij verkrijgen, maar kommer en zuchten zullen wegvlieden" (Jes. 35:8-10).
----
Tenzij anders vermeld is de NBG-1951 vertaling gebruikt. Soms wordt een letterlijke vertaling vanuit de King James Version (KJV) gebruikt.