GODS WEG

David Wilkerson (1931-2011)

Zorgelijke en heftige omstandigheden kunnen verwarring veroorzaken. Op die tijdstippen begint ons ongeduld te redeneren: 'God heeft niet gemeend wat Hij tegen me zei. Of misschien is het probleem mijn onvermogen om Zijn stem te horen. Misschien heb ik Hem in de eerste plaats wel verkeerd gehoord. Al wat ik weet is dat wat Hij mij vertelde en wat ik zie ontwikkelen spoort daar niet echt mee."

Toen Saul voor Gods leiding uitging, handelde hij alleen op logica en redelijkheid, niet op vertrouwen. Luister naar de lijst excuses die hij de profeet Samuel gaf om voor God uit te lopen: "Omdat ik zag dat het volk zich begon te verspreiden, bij mij vandaan, en omdat ú niet op de vastgestelde tijd kwam, en de Filistijnen in Michmas verzameld zijn, zei ik bij mijzelf: Nu zullen de Filistijnen op mij afkomen in Gilgal, en ik heb niet getracht het aangezicht van de HEERE gunstig te stemmen. Daarom heb ik mijzelf gedwongen om het brandoffer te brengen.” (1 Samuël 13: 11-12). Saul nam de situatie in eigen hand, doen zoals hij geredeneerd had was zijn enige optie. En het eindigde in verdriet.

Deze kwestie van wachten is zo belangrijk dat we verwijzingen vinden door heel Gods Woord. Jesaja schrijft: "Op die dag zal men zeggen: Zie, Dit is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons verlossen. Dit is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn heil." (Jesaja 25: 9).

"Ja, van oude tijden af heeft men het niet gehoord, men heeft het niet ter ore genomen en geen oog heeft het gezien, behalve U, o God, wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht." (Jesaja 64: 4).

Geliefden, Gods weg is niet de weg van de wereld. De enige manier om godvruchtige ervaring op te doen is om vertrouwend en met geduld te wachten. Dit soort godvruchtige ervaring komt tot degenen die in gemeenschap leven met de Heere:

"En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop." (Romeinen 5: 3-4).