Goede dingen die maken dat mensen de hemel niet binnenkomen!
Geloof het of niet, vele goede mensen die druk bezig zijn met het doen van geweldige dingen, zullen niet de hemel in komen. Nog erger, velen die van zichzelf denken dat ze christenen zijn en ervan overtuigd zijn dat ze naar de hemel gaan, zullen buitengesloten worden, alhoewel ze zich niet overgegeven hebben aan grote zonden of slechte dingen van welke soort dan ook!
De christenen waar ik het over heb, gebruiken geen drugs of alcohol. Ze gokken niet. Ze gaan zich niet te buiten aan pornografie of seksuele perversie. Ze behoren niet tot de slechte en gemene mensen. In feite vind je velen van hen in de kerk op zondagmorgen. En ze brengen het meeste van hun vrije tijd door met vrienden en familie, en vermaken zich met goede dingen. Ze houden van hun gezin en van de waarden die van belang zijn voor een goed gezinsleven.
Na dit gezegd te hebben, wil ik zelfs nog een stoutmoediger verklaring afleggen, één die velen misschien kwetst. Maar ik zeg het uit liefdevolle zorg voor diegenen in de kerk van Jezus Christus die niet kunnen zien dat hun weg leidt naar onheil: sommigen zijn zelfs misschien in gevaar om hun ziel te verliezen, alhoewel ze in de kerk zitten, en er totaal van overtuigd zijn dat ze op weg naar de hemel zijn!
Het hele idee lijkt je misschien een tegenstrijdigheid te zijn. Maar ik wil het je uitleggen vanuit de Schriften. Als je ooit aandacht wilt schenken aan een preek, laat het dan aan deze mogen zijn.
Hier is mijn verklaring: sommige gelovigen zullen niet in de hemel komen, niet vanwege de slechte dingen die ze hebben gedaan, maar omdat ze zo druk bezig waren met het doen van goede, aanvaardbare dingen dat ze de dingen die echt van belang waren, de eeuwige dingen, verwaarloosden.
Hun ijver voor goede dingen heeft gemaakt dat de dingen van God terzijde gesteld worden!
Zulke mensen zijn zo druk bezet met het hier en nu dat ze letterlijk geen tijd hebben voor de diepere dingen van het geestelijk leven. Ze werken zich in het zweet om hun zaak op te bouwen, aan hun carrière te werken, in het onderhoud te voorzien van hun gezin, maar ze zijn helemaal niet meer op het voornaamste gericht!
De Bijbel zegt:
"Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden" (Matth.6:33).
Dit zijn de woorden van Christus zelf, en ze zijn geen advies, maar een bevel. Jezus meent wat Hij hier zegt, en Hij belooft: "Als je eerst de Heer zelf zoekt, dan zal Hij zorgen voor alle dingen waar jij je druk om maakt: je carrière, je zaken, je huis, je gezin. Maar je moet als eerste op hem zelf gericht zijn!"
De apostel Paulus voegt hieraan toe: "Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God." (Col.3:2-3).
En weer is dit geen advies, maar een bevel. In het Grieks is de betekenis: "Zet je gerichtheid, of je gehele belangstelling, op de dingen die boven zijn".
Alsjeblieft, begrijp me goed: God heeft nooit geëist dat we allemaal ons huis verkopen, ons land en onze bezittingen; hij heeft nooit gezegd dat we onze baan op moesten zeggen en monnik moesten worden, en onszelf geheel aan meditatie en Bijbelstudie moesten geven. (Ja, Jezus zei dit, maar alleen aan één man, want de bezittingen van die man waren zijn afgod geworden. God zegt dit niet tegen iedereen.)
Mensen hebben tegen me gezegd: "God zei tegen me mijn echtgenote en mijn kinderen te verlaten om de bediening in te gaan." Ik kijk deze mensen vierkant in de ogen en zeg: "God zei dat niet tegen je. Het was óf je eigen geest, of die van de duivel. De Heer doet niet aan het kapot maken van huwelijken!" God zal je nooit vragen om iets dergelijks te doen. Maar Hij staat er wél op dat Hij het centrum van je leven wordt, en dat alles om hem draait. Hij eist dat zijn belangen, zijn kerk, zijn dingen prioriteit zijn. Híj moet het centrum zijn!
De ergste manier waarop een christen de Heer kan beledigen is hem op de tweede plaats te zetten. Dat is een klap in Gods gezicht. Je denkt misschien dat je hier niet schuldig aan bent, maar hoe deel je je tijd in? Bijvoorbeeld, hoeveel keer ben je niet naar de kerk gegaan omdat je bezig moest zijn met je zaken? In die tijden werden je klanten niet in de wacht gezet, maar God wél. Zíj werden op de eerste plaats gezet, bóven zijn belangen!
Ik realiseer me dat je het niet kunt helpen dat je niet naar de kerk gaat als je een baan hebt die je ervan weerhoudt om naar de kerk toe te gaan, als je bijvoorbeeld een verpleegster bent of nachtdienst hebt. Maar ik praat over mensen die een keus hebben, die hun eigen zaken regelen, bijvoorbeeld, zij die ervoor kiezen hun zaken te doen in plaats van naar Gods huis te gaan. De Bijbel waarschuwt: "Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen." (Hebr.10:25).
Ook dát is een bevel van de Heer. Maar, wat neemt de eerste plaats in in je leven? Wie moet er wachten: je zaak of de Heer?
Als we deze bevelen niet nauwkeurig opvolgen, zullen we verschrikkelijke consequenties tegemoet moeten zien. In feite heb ik nooit eerder geweten dat Jezus zoveel waarschuwingen gaf over dit onderwerp. Ik wil je drie passages in het bijzonder laten zien:
"En gelijk het geschiedde in de dagen van Noach, zó zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen: zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op de dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde. Op dezelfde wijze als het geschiedde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. Maar op de dag, waarop Lot uit Sodom ging, regende vuur en zwavel van de hemel en verdelgde hen allen. Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag, waarop de Zoon des mensen geopenbaard wordt" (Lucas 17:26-30).
Kijk nog eens naar deze lijst die Jezus ons geeft, en bedenk wat de mensen in die tijd aan het doen waren. We weten dat er geweld plaats vond zoals de wereld nooit eerder had gezien, tezamen met grote immoraliteit zoals sodomie en homoseksualiteit. Maar Jezus praat helemaal hier niet over één van die dingen. Noch spreekt Hij over alcoholisme of perversie. Bedenk veeleer hoe Hij nauwkeurig zegt wat de mensen aan het doen waren vlak voor het oordeel viel: eten, drinken (maar hij vermeldt niet dronkenschap), huwen, zich verloven, kopen, verkopen, planten, bouwen. Er staat geen enkele zonde op deze lijst. Dit zijn allemaal goede, aanvaardbare dingen.
In feite wordt alles wat Jezus hier opnoemt, geadviseerd in Gods Woord aan hen die graag getrouwe gezinsmensen willen zijn en dienaren van de Heer. Neem bijvoorbeeld het huwelijk. Paulus zegt: "...Maar ook wanneer gij trouwt, dan doet gij daarmede geen kwaad, en wanneer een jongedochter trouwt, dan doet ook zij daarmede geen kwaad. Maar wèl staat zulke mensen verdrukking voor het vlees te wachten, die ik u gaarne besparen zou" (1 Corinthe 7:28). Ergens anders zeggen de Schriften: "Het huwelijk zij in ere bij allen..." (Hebr.13:4).
Om hieraan toe te voegen: Spreuken 31 zegt ons van een deugdzame vrouw: "...Zint zij op een akker, dan verwerft zij die, van de verdienste van haar handen plant zij een wijngaard" (Spreuken 31:16). Sinds de tijd van Jozua, toen Israël in het Beloofde Land trok, had God mensen ertoe bewogen om akkers te beplanten en gebouwen te bouwen voor zijn glorie. Er is niets verkeerds aan al zulke activiteiten.
Waarom richt Jezus zich dan alleen op de goede, aanvaardbare dingen die mensen aan het doen waren in de dagen vlak voor het oordeel? Het is omdat Hij ons iets essentieels probeert te vertellen: Hij waarschuwt ons voor onze totale onoplettendheid voor zijn wereld terwijl we geheel verdiept zijn in onze eigen belangen!
Denk er eens over na: De Bijbel noemt nooit één woord over het feit dat Noach werd bespot, uitgescholden of vervolgd tijdens de 120 jaar dat hij aan de ark werkte. Blijkbaar werd zijn werk en gepredik nooit onderbroken. God zegt ons: "Ja, er was geweld en corruptie in die tijd. Maar de grote meerderheid van mensen was zo bezig met het doen van goede, aanvaardbare dingen, dat ze geen tijd hadden om na te denken over Noachs waarschuwingen. Iedereen was zo bezig met trouwen, uit eten gaan, met vrienden omgaan en plezier hebben, dat ze geen tijd hadden te luisteren"
Als dit geen voorbeeld is van de typisch Amerikaanse levensstijl! Ik kan boeken schrijven en boodschappen prediken over komende oordelen, maar weinigen, buiten een klein overblijfsel van gelovigen om, luisteren nauwkeurig naar mijn woorden. Massa's christenen kan het niets schelen. Waarom niet? Omdat ze in beslag genomen worden met plannen voor hun huwelijk, kinderen, huis, baan, carrière. Ze hebben geen tijd om te luisteren naar boodschappen over de komst van de Heer!
"Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag, waarop de Zoon des mensen geopenbaard wordt" (Lucas 17:30). Jezus waarschuwt: "De laatste generatie zal precies hetzelfde zijn. Ze zullen zo druk zijn, zo in beslag genomen worden door hun eigen belangen, dat ze al mijn belangen terzijde zullen schuiven!
Het is zo eeuwenlang geweest. Vele mensen zijn ervan overtuigd dat ze op hun weg naar de hemel zijn. Maar week na week verwaarlozen ze Gods huis, Gods Woord, gebed, aanbidding. Maar toch zien ze hun gedrag niet als zondig:
"...Waarom zegt dan mijn volk: Wij zijn weggelopen, wij zullen niet meer tot U komen? ...mijn volk heeft Mij vergeten, talloze dagen... maar boven dit alles zegt gij nog: Neen, ik ben onschuldig." (Jer.2:31-35).
Zulke mensen doen misschien goede, aanvaardbare dingen, maar de Heer komt niet op de eerste plaats bij hen! Hij is niet het middelpunt van hun leven. Als Hij het wel was, dan zouden ze hem niet terzijde schuiven. Ze zouden tijd vinden om met hem te zijn!
Jeremia berispte het volk omdat ze dwaalden (zie vers 36). Iedereen rende overal heen om goede dingen te doen, bezig te zijn met aanvaardbare werken, zelfs religieuze zaken. Maar ze verwaarloosden God. Ze hadden geen tijd om de Heer te zoeken, geen tijd om aan zijn voeten te zitten en te leren.
Hetzelfde gebeurt vandaag in de gemeente van Christus.
De mensen kunnen zo bezig zijn met overal naar toe rennen dat ze geen tijd hebben om hem te zoeken.
Te velen kunnen niet stil zitten om nauwkeurig naar zijn Woord te luisteren, omdat ze constant dan weer hier en dan weer daar naar toe gaan!
"Het zal zo zijn..." Als Jezus spreekt over zijn terugkeer, waarom heeft Hij het dan niet over het aantal misdaden? Waarom verwees Hij niet naar onze huidige immoraliteit? Hij zei niets over onze drugs epidemie, onze overbezette gevangenissen, onze zonden van abortussen. Nee, Hij zei alleen: "Want zoals het was in die dagen..., zullen mensen aan het kopen, verkopen, eten, huwen zijn, bezig met "goede dingen". En ze zullen zo druk bezig zijn, dat ze zelfs hun eigen ziel zullen verwaarlozen!"
In oktober zal onze kerk zijn negende jaar vieren van ons bestaan. Tijdens onze eerste drie jaar was er zoveel opwinding. Vele jonge mensen met een hogere opleiding en zakenmensen kwamen naar onze diensten: heel vriendelijke carrière mannen en vrouwen die vol van de liefde van de Heer waren. Ze getuigden dat ze geestelijk aan het sterven waren geweest, en dat Times Square Church hen had gered van geestelijke dood.
Deze mensen waren er altijd als de kerkdeuren opengingen. Ze namen preken van onze diensten op cassettebandjes mee naar huis, en luisterden er steeds weer naar totdat de boodschappen doordrongen. Ze wonnen ook zielen. Als ze me op straat zagen, dan stopten ze en omarmden me, en straalden tegen voorbijgangers, zeggend: "Dit is mijn pastor. Je moet eens komen en hem horen prediken!"
Als ik naar hun kantoren ging en mijzelf voorstelde aan hun secretaresses, werd mij de VIP (= Very Important Person = erg belangrijk persoon) behandeling gegeven. Er werd onmiddellijk tegen mij gezegd: "Ga gelijk naar binnen, pastor". Als ik hun kantoor binnenliep, lieten ze al hun werk liggen, omarmden me en zeiden: "O, pastor, zondag was geweldig! Toen ik thuis kwam, kon ik bijna niet slapen. De Geest van God was de hele nacht over me".
Maar nu zie ik velen niet langer in de kerk komen. Steeds weer heb ik hen een stukje zien terugvallen, en teruggaan naar een materialistische levensstijl. Tegenwoordig worden ze in beslaggenomen door hun baan, carrière of zaak. Velen gaan naar kerken die alleen maar één uurtje op zondag samenkomen, met een twintig minuten durend preekje dat niet van zonde kan overtuigen. Als ik deze lieve mensen op straat zie, dan doen ze net of ze me niet zien. Sommigen keren zich zelfs om en lopen de andere kant op.
Hun verwerping doet me zo'n verdriet. Maar hoeveel meer zal God verdriet hebben over hun verwerping? Hoe voelt Hij zich als Hij wordt versmaad door hen die eens leefden, praatten en huilden met hem? Eens zeiden deze zelfde mensen tegen hem: "Heer, U redde mijn leven van een goddeloze hel. Ik zal U nooit verlaten!" Maar nu geven ze hem niet de nodige tijd per dag.
Je zegt misschien: "Ik moet in mijn onderhoud voorzien. De Heer begrijpt dat". Nee! Hij zal dat nooit begrijpen, noch accepteren, dat wij hem op de tweede plaats zetten, minder belangrijk maken dan iemand of iets:
"Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is" (Col.1:18).
De "eerste" komt van het Griekse woord: "proteuo", en dat betekent: "de eerste zijn, in rang en in invloed". Jezus moet prioriteit hebben!
Deze gelijkenis is belangrijk, omdat Jezus de man is die het grote feest geeft! Het feest waar hier over wordt gesproken is het evangelie, en de tafel die wordt gedekt, is het kruis. En Jezus' uitnodiging is er voor iedereen:
"Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven" (Mattheüs 11:28).
Eenvoudig gezegd, onze Heer nodigt ons uit tot intimiteit met hem. We worden ertoe aangespoord om in zijn aanwezigheid te komen om met hem te eten, hem te leren kennen, ons in zijn gezelschap te verheugen. Hij zegt: "Kom en vind een tafel die voor je gedekt is. Alle dingen staan nu gereed. Je zult door mij helemaal verzadigd worden!"
Inderdaad, Jezus heeft al alles volbracht dat nodig is om ons in dit leven volledig te verzadigen. Al onze honger, alles wat te maken heeft met heiligheid en vroomheid, is te vinden bij hem. "...Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht" (2 Petrus 1:3).
Maar, de gelijkenis vertelt ons dat toen het eten klaar was en de tafel gedekt was, niemand kwam. Toen de dienaren langs de weg keken, konden ze niemand zien komen. De meester had gehoopt dat zijn genodigde gasten alles zouden neerleggen om daar vroeg en verwachtingsvol te zijn, en dat zij uit zouden kijken naar vriendschap en grote vreugde. Maar niemand is gekomen.
Ik vraag je: Hoe zou jij je voelen als je een geweldig maal had gekookt, gasten had uitgenodigd die hadden gezegd dat ze zouden komen, maar toen de hele tafel in gereedheid was gebracht, kwam er niemand? Zou je dat niet ervaren als totale verwerping, alsof zij die jij genodigd had, geen belangstelling voor je hadden?
Deze meester besloot om een dienaar uit te zenden om zijn genodigde gasten eraan te herinneren dat alles gereed was. Het was zijn laatste oproep: "Het eten is klaar. Waarom zijn jullie niet gekomen?" Maar, de Schriften zeggen: "En zij begonnen zich allen opeens te verontschuldigen..." (Lucas 14:18).
De eerste genodigde gast excuseerde zichzelf omdat hij bezig was met een aankoop: "... Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd" (zelfde vers). Deze man was waarschijnlijk een handelaar in land, die het land had gekocht zonder het te zien. Of, misschien wilde hij alleen maar een stukje grond waarop hij een huis kon bouwen voor zijn gezin.
Natuurlijk is het geen zonde om te handelen in land. Noch is het een zonde om een huis te bouwen. Beiden zijn goede, aanvaardbare dingen. Per slot van rekening kocht Elia een stuk land, vlak voordat het oordeel viel op Juda, vanwege een openbaring die hij had ontvangen.
Maar het kopen van land is niet waar het hier om gaat. De kwestie is: deze man had de verkeerde gerichtheid! Hij richtte zich op zijn belangen, zijn zaken of zijn gezinsbelangen, en hij legde de uitnodiging voor diepe vriendschap met de meester terzijde. Hij zei: "Daar zal ik later voor zorgen. Ik ga eerst voor mijn eigen belangen zorgen". Maar het feit was, dat land zou nergens heengaan. Hij had ook de volgende dag kunnen gaan!
De tweede genodigde gast handelde in vee. Hij vertelde de dienaar: "...Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u, houd mij voor verontschuldigd" (vers 19). Deze man zat misschien in de veehandel. Het lijkt erop dat hij de tien ossen gezien had voordat hij ze kocht, en ze leken er waarschijnlijk toen goed uit te zien. Maar nu moest hij ze testen, om te zien of hij een goede zaak had gedaan.
Het is geen zonde die deze man deed. Het testen van zijn ossen was een aanvaardbare en zelfs verantwoorde zaak om te doen. Abraham en Job hadden ongetwijfeld hetzelfde vele keren gedaan, omdat ze erg veel bezaten. Deze man deed alleen wat Gods Woord aan iedere ijverige gelovige adviseerde.
Maar nog eens, dat is niet waar het om gaat. Wat was dan de zonde van deze man? Hij handelde alsof het gaan naar de schuur belangrijker was dat het gaan naar Gods huis! Die ossen hadden ook de volgende dag getest kunnen worden. Maar daar wou hij niet mee wachten; in plaats daarvan liet hij de meester wachten!
De laatst genodigde gast zei: "...Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen" (vers 20). Nu, niets kon aanvaardbaarder zijn dan te gaan trouwen. De Bijbel zegt dat een man die een vrouw vindt, een goed ding vindt (zie Spreuken 18:22).
Maar nogmaals, het trouwen is niet waar het om gaat. Deze man zondigde hierin dat hij zijn gezin op de eerste plaats zette! "Toewijding aan het gezin is goed op de juiste tijd en wijze - maar niet wanneer het Gods plaats gaat innemen!"
Deze man had zijn vrouw naar het feest kunnen meenemen. Dat zou een goede manier zijn geweest om zijn huwelijk te beginnen. Hij had kunnen zeggen: "Liefje, de Heer is altijd op de eerste plaats gekomen in mijn leven. Niets kan zijn plaats innemen. Als zijn deuren voor mij open staan, dan ga ik altijd naar hem toe om dichtbij Hem te zijn. Zijn belangen komen op de eerste plaats in mijn leven. Nu, ik wil dat mijn waarden ook de jouwe zijn. Laten we daarom zijn belangen onze prioriteit maken".
Ik ken huisvrouwen die het moeilijk vinden om op zondagmorgen naar de kerk te komen, maar wel tijd hebben voor allerlei andere diensten. Want ze hebben door de weeks een heleboel tijd om overal heen te gaan! Ze gaan constant dan weer hier en dan weer daar heen om speciale dingen voor hun kinderen te doen. Ze maken tijd voor dansklassen, muzieklessen, functies op school, feestjes, picknicks, sport, winkelen. De lijst gaat maar door en door. Maar ze maken weinig tijd vrij voor de dingen van de Heer. De boodschap die doorkomt is: "Mijn kinderen komen op de eerste plaats!"
Ik zeg je, als je Gods belangen verwaarloost en je kinderen op de eerste plaats zet, dan zul je ze te gronde richten! Dat is wat er gebeurde met Hizkia en Manasse. De Heer gaf aan Hizkia vijftien extra jaar te leven, jaren die hij besteed zou moeten hebben op zijn aangezicht voor God en aan het brengen van vernieuwing aan Israël. In plaats daarvan bracht Hizkia die jaren door met het spelen met volwassen speelgoed: het verzamelen van juwelen en vee en het bouwen van gebouwen. De zoon die hij grootbracht in die jaren: Manasse, keek toe hoe zijn vader speelgoed en zijn gezin op de eerste plaats zette. Het resultaat? Manasse werd één van de meest goddeloze koningen in de geschiedenis van Israël.
Wat was de zonde van de drie mannen in deze gelijkenis? Het was dat belangen in land, in ossen en in het gezin allemaal de roep tot een hechte relatie en omgang met de Meester terzijde schoven. Begrijp me niet verkeerd: de dingen die ze deden waren allemaal goed en helemaal aanvaardbaar. Maar ze werden zondig, onvergeeflijk, toen ze deze mannen beroofden van de tijd en eerbied voor de Meester!
Laat me nu nog een belangrijke verklaring afleggen: Je houdt niet echt van Jezus als je je tijd met Hem niet beschermt!
Je moet op het punt komen dat je alles als een aanval beschouwt, als het je berooft van je waardevolle tijd in de aanwezigheid van Jezus. Als je hem éénmaal op een lagere plaats hebt gezet of iets anders voorrang hebt gegeven, kan het gemakkelijk een gewoonte worden. En tenslotte zul je net zo iemand worden als waar Jeremia over sprak: hem verwaarlozend "talloze dagen" (zie Jer.2:31-32).
Wat gebeurt er wanneer een meester wordt verwaarloosd? Hij wordt boos! De meester in deze gelijkenis zei: "Want ik zeg u: Niemand van die mannen, welke genodigd waren, zal van mijn maaltijd proeven" (Lucas 14:24).
Met andere woorden: "Wel aan dan, mannen, jullie hebben laten zien dat jullie het allemaal te druk voor mij hebben. Jullie hebben je werk, je gezin, je land, je vee vóór mij geplaatst. Jullie willen niet met mij eten en mij leren kennen. Nu zeg ik jullie: jullie zullen me nooit kennen. Jullie zullen nooit mijn poort binnengaan!"
Evenzo zullen velen tot Jezus komen en zeggen: "Heer, wij deden machtige werken in uw naam. We wierpen duivels uit en genazen de zieken, allemaal tot eer van U". Maar Hij zal antwoorden: "Dat zijn allemaal goede dingen, maar ik heb u nooit gekend! Jullie waren te druk om mij goed te leren kennen. Je hebt nooit alles terzijde gezet en in mijn tegenwoordigheid gezeten. En nu blijkt dat al je drukke bezigheiden tevergeefs geweest zijn. Ga weg van mij, vreemdeling!"
Jezus geeft een duidelijke gelijkenis hierover in Mattheüs 25: de gelijkenis van de tien maagden. Jullie kennen deze gelijkenis waarschijnlijk goed: Alleen vijf van de maagden hadden hun lampen gevuld met olie toen de bruidegom voor hen kwam. De andere vijf konden niet naar binnen gaan bij het huwelijksfeest, omdat ze bezig waren olie te vinden toen de bruidegom arriveerde.
Omdat de tien maagden in deze gelijkenis de kerk vertegenwoordigen, betekent dat dan dat alleen de helft van alle christenen toegelaten zal worden tot het huwelijksfeest? Ik weet het niet. Maar ik weet wel dat we beter nauwkeurig acht kunnen slaan op wat Jezus ons hier zegt.
Ik heb geen moeite met het feit dat alle tien maagden "slaperig werden en insliepen" tot het middernachtelijke uur. Ten eerste konden zij die olie hadden in vrede slapen, omdat ze genoeg hadden voor henzelf tot aan de ochtend (sommige mensen zeggen dat deze olie de Heilige Geest is, en dat de vijf dwaze maagden achteloos hadden geleefd en de zalving van de Heilige Geest hadden verloren).
Ten tweede, de olie is niet waar het om gaat in deze gelijkenis. Maar meestal worden we hier zo op gericht dat we een erg belangrijk aspect missen. Zie je, toen de vijf dwaze maagden hun olie aan het bijvullen waren, kwamen ze terug en begonnen op de deur te bonzen, zeggend: "Heer, Heer, doe ons open..." Maar wat zei de bruidegom tegen hen? Hij vroeg hen niet waar ze geweest waren. Hij berispte hen niet voor het feit dat ze geen genoeg olie hadden. Hij zei niks van het feit dat ze laat waren. Hij noemde niets van deze dingen. Nee, hij zei erg duidelijk: "Voorwaar, ik zeg u, ik ken u niet" (Mattheüs 25:12). Hij zei: "Ik ken u niet". En dát is het hart van de gelijkenis!
Pas geleden, na een dienst in onze kerk, kwamen er een vrouw met haar dochter naar mij toe. We schudden handen, en toen stonden ze daar, lachend. Na een moment vroegen ze: "Herkent u ons niet?" Ik schudde mijn hoofd van nee. Ze zeiden: "We ontmoetten elkaar vijftien jaar geleden, na een campagne in Los Angelos. U bidde voor ons. Herinnert u het zich niet? We zijn op uw prekenpost-lijst. We houden erg veel van uw preken en we hebben uw bediening al jaren lang gevolgd. Dan kent u ons toch wel?"
Ik had ze vijftien jaar lang niet gezien! Ik zei: "Het spijt me, mevrouw...ik ken u niet". De twee vrouwen waren onbekenden voor mij.
Zeker, Jezus weet wie we allemaal zijn. Hij is alwetend, en kent iedereen. Maar dat is niet het "kennen" waarover in deze gelijkenis wordt gesproken. Jezus zegt: "Je hebt me nooit serieus genomen. Je hebt me nooit op de eerste plaats gezet. En dat is niet wat ik verwacht van mijn bruid. Je hart is niet in deze relatie. Je hebt me verwaarloosd. En ik kan je geest, je manier van lopen niet herkennen. Ik kan je niet herkennen als mijn bruid!
Geliefde, ken je Jezus niet alleen in de kerk, maar ook in je binnenkamer? Praat je met hem als je op weg bent naar je werk, naar de metro, of als je in de bus zit? Als de kerkdeuren opengaan, ben je daar dan zo vaak als het maar mogelijk is?
Als die laatste dag komt, zal Jezus je dan kennen?
Een paar weken geleden maakte ik een wandeling op een afstand van twee blokken van ons kerkgebouw, om een krant te kopen bij een kiosk. Toen ik naar buiten ging op Forty-Ninth Street, zag ik een droevig kijkende vrouw op een stoep zitten. Ze kon niet veel ouder zijn dat vijftig, maar ze zag eruit alsof ze tachtig was. Ze staarde me aan met een hongerige, verloren blik alsof ze wilde zeggen: "Dat is alles wat het leven me te bieden heeft". Mijn hart brak. Ik dacht bedroefd: "Ze is iemands moeder".
Toen ik daarna naar Eight Avenue ging, zag ik een jonge man met wilde haren. Hij was totaal onder invloed van drugs, en liep mij wankelend voorbij, en mompelde flauwekul die niemand begreep. Ik dacht: "Hij leeft in dit leven al in de hel. En wanneer hij doodgaat, zal hij waarschijnlijk in eeuwigheid in de vurige hel verblijven". Het leek me zo tragisch toe, dat iemand hier in de hel leeft en dan doodgaat en naar de hel gaat. Ik voelde me zo droevig en hulpeloos.
Nadat ik de krant had gekocht, keerde ik me om en zag een meelijwekkend jonge prostituee voorbijgaan. Er was een lege blik in haar ogen. Haar lichaam was gebroken en ziek, maar toch probeerde ze het nog te verkopen zodat ze nog meer drugs kon kopen voor haar verslaving. Ik vroeg me af of ze ooit een normaal leven had gekend.
Ik ging treurend terug naar mijn appartement. Ik ging in mijn leunstoel zitten, staarde voor mij uit en begon te huilen. "O, God, is deze stad nog niet genoeg hel? Wilt u geen medelijden hebben met deze arme mensen die daar voor u staan? Geen van hen heeft de preken gehoord die onze mensen van Times Square Church hebben gehoord. Ze hebben de gemeenschap met de heiligen niet gekend. Ze zijn niet aangeraakt geworden door de Heilige Geest. Ze hebben niet de mentale capaciteit om uw komst af te wachten. O, Heer, ik denk dat u meer medelijden zal hebben met deze armzaligen dan met al de heiligen die honderden van uw preken hebben gehoord maar u nog steeds niet op de eerste plaats hebben gezet!"
Inderdaad, Jezus zei dat het op die dag voor Sodom en Gomorra draaglijker zal zijn dan voor diegenen die eens de goede dingen van God gesmaakt hebben. Ik praat over mensen die de kracht van de Heilige Geest hebben gekend, die eens beloofden Jezus lief te hebben en te dienen tot de dood, maar die zich keerden tot begeerte, materialisme en egoïsme. Zeg me, hoe kun je uitkijken naar de komst van Jezus als je helemaal opgaat in de goede dingen van deze wereld?
Als Jezus niet je oogappel is, als je niet op hem boven alles gericht ben, op zijn kerk, zijn Woord, zijn belangen, dan kun je zijn discipel niet zijn. Het zou dan beter voor je zijn om zo'n arme stakker te zijn dan zo'n huichelaar!
Ik zeg het nog eens in liefde: velen van jullie die deze boodschap lezen, zullen het niet gaan maken..., tenzij je vandaag een toewijding maakt: "Heer, vanaf dit moment, verklaar ik u dat u het centrum van mijn leven zult zijn. Al het andere zal op de tweede plaats komen. U bent alles voor mij, Jezus. En ik weet dat als dat niet het geval is, al het andere tevergeefs zal zijn!"
Amen!