HIJ VERLAAT DE NEGENENNEGENTIG

David Wilkerson (1931-2011)

"Welk mens onder u die honderd schapen heeft en er één van verliest, verlaat niet de negenennegentig in de woestijn en gaat achter het verlorene aan, totdat hij het vindt?" (Lukas 15:4). Jezus spreekt hier over een schaap dat in de schaapskooi is geweest. Het is duidelijk dat dit een lid van de kudde van Christus vertegenwoordigt, een kudde die goed is gevoed en geleid door een liefhebbende Herder. Toch was dit schaap verloren gegaan, dus de herder is erop uit gaan om het te zoeken.

Merk op wat Jezus hier over de herder zegt: “Hij gaat achter het verlorene aan, totdat hij het vindt." God geeft nooit iemand op die Hem toebehoort en is afgedwaald. In plaats daarvan gaat de Herder erop uit om dat schaap te vinden, omhelst het en brengt het terug naar de schuilplaats.

David getuigde: "Al steeg ik op naar de hemel, U bent daar; of legde ik mij neer in de hel, zie, U bent daar." (Psalm 139:8). Simpel gezegd, je kunt zo ver gaan in zonde dat je helemaal tot aan de rand van de hel komt, en Hij zal je nog steeds achtervolgen.

We hebben allemaal de uitdrukking "hel op aarde" gehoord. Dat is hoe het leven is voor hen die van God wegrennen; hun "bed in de hel" is een vreselijke toestand. Het betekent geboeid zijn door de zonde, steeds verder van de Heere afdrijven en uiteindelijk vervallen in een zeurende angst om voor altijd verloren te zijn.

Je hebt je bed misschien in de hel gemaakt, maar je bent niet zo diep in de zonde of Jezus kan je bereiken en je met open armen ontvangen. "En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol blijdschap op zijn schouders." (Lukas 15:5). Wanneer de herder het verloren en gewonde schaap vindt, neemt Hij het niet direct mee naar de kudde. Volgens de gelijkenis draagt ​​Hij het gewonde schepsel Zijn huis in. Dan roept Hij al zijn vrienden en buren bij elkaar en roept Hij uit: "Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was." (Lukas 15:6).

Het maakt niet uit wat je hebt gedaan en hoe ver je bent afgedwaald. Zodra de Herder je terugbrengt, ben je volledig verlost en verheugt Hij zich over jou!