Pas op voor satans streken

Paulus schreef over de mogelijkheid van het vallen in een satanische strik in zijn brieven aan Timotheüs. Hij begreep de gevaren van een satanische val of strik: "…opdat hij niet in opspraak kome en in een strik des duivels valle" (1 Tim.3:7). Maar hij vertelde ons ook hoe te ontsnappen aan die satanische strik: "…en, ontnuchterd, zich te wenden tot de wil van Hem, (losgekomen) uit de strik des duivels, die hen gevangen hield" (2 Tim.2:26).

Het Griekse woord voor "strik" dat in deze beide verzen wordt gebruikt, betekent een strategie, een plan, de bereiding van een strop voor de nek. Het verwijst naar een goed voorbereide valstrik. "Hovaardigen verborgen voor mij een strik…en zetten vallen voor mij op" (Psalm 140:5). Het is duidelijk dat satan een galg aan het bouwen is.

Pas geleden had de New York Times een meelijwekkende foto op de voorpagina van een in zonde gevallen evangelist met handboeien om. Hij werd naar een wachtende auto geleid die hem als gevangene naar een psychiatrische afdeling zou brengen. Hij was aan het huilen, verward, geketend!

Onze kerk huilde die avond bij onze gebedsbijeenkomst toen we baden voor hem en zijn gezin. Het was geen tijd om te oordelen, maar wel een tijd voor berouw met gebroken hart en met sympathie voor onze gevallen broeder.

De volgende avond sprak ik lange tijd aan de telefoon met een zeer bekende pastor. Hij had net zijn positie als predikant neergelegd omdat hij was beschuldigd van seksuele indiscreties. Hij is een geliefde vriend; en ik heb me voorgenomen hem bij te staan tijdens zijn herstel zodat hij weer "uit de strik van de duivel zou kunnen komen".

Hij vertelde me dat hij uitriep, toen hij op het nieuws de Amerikaanse evangelist zag die zo gespannen en gebroken was: "O, God, laat dat mij niet overkomen. Ik wil niet in zo'n meelijwekkende toestand eindigen".

Ik hoor christenen vragen: "Hoe kon een man van God, die zo machtig werd gebruikt door de Heilige Geest, zo iets verschrikkelijks doen? Hoe kan zo'n misstap plaatsvinden als een man zo aangeraakt is door God?"

Satan had een valstrik geplaatst, een goed gerichte, goed geplande valkuil voor deze geliefde broeders. Ze liepen precies in de strop en hij trok aan het touw van de galg om ze te hangen.

Het kan me niet schelen wie je bent, hoe heilig en zuiver je bent, hoelang je met de Heer hebt geleefd, of hoe oud of jong je bent. Het kan me ook niet schelen hoezeer je aandringt dat je zoiets niet zou kunnen doen – pas toch heel goed op! De duivel is ook van plan jou in zijn strik te pakken te krijgen: "De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen" (Joh.10:10).

Weet je dat we allemaal net zo laag kunnen vallen, net zozeer in verschrikkelijke zonde, met al het bedrog, het stiekeme gedoe, de leugens en onbeteugelbare lusten?

Toen ik de foto zag van de in zonde gevallen evangelist, vroeg ik niet: "Hoe kon hij nou zo iets doen? Hoe kon hij, met ogen open, zulke stomme dingen doen?" In plaats daarvan huilde ik en zei in mijn binnenste: "Heer, dat had ik ook kunnen wezen! We hebben allemaal gezondigd en zijn tekort geschoten in de glorie van God. Heer, als al de zonden uit mijn verleden onthuld zouden worden – al de keren dat mijn motieven onzuiver waren, mijn leugens, mijn stommiteiten, dan zou ik net zo schuldig zijn. Op de één of andere manier haalde U mij uit de strop van de duivel voordat de duivel die om mijn nek kon trekken. U bracht me uw heilige vrees en trok me uit de valstrik die er voor mij gereed lag".

Als ik nu terugkijk, kan ik zien hoe de duivel grote aantallen goed geplande en ingewikkelde valstrikken had gelegd, omdat hij me wou verwoesten. Ik kan met David zeggen: "Goddelozen leggen mij een strik, maar van uw bevelen dwaal ik niet af" (Psalm 119:110). "Onze ziel is ontkomen als een vogel uit de strik van de vogelvangers; de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen!" (Psalm 124:7).

Maar in deze laatste dagen is het niet genoeg om terug te kijken naar al de satanische strikken waaruit we ontsnapt zijn. We moeten op onze hoede zijn, gewaarschuwd, en ons ervan bewust zijn wat zich daar vlak voor ons gebeurt.

Als je de gehele weg gaat met God, met een vastberadenheid te gehoorzamen en heiligheid na te jagen, dan kun je er zeker van zijn dat satan een hels plan voor je heeft ontworpen. Pas op! Hij heeft ook een lus voor jouw nek! "Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden" (1 Petrus 5:8).

Hoe doet satan dat: strikken plaatsen voor Gods gekozenen en hen vangen? We behoren niet onkundig te zijn van zijn truken en plannen! Geloof maar niet dat we alle antwoorden hebben. Per slot van rekening tasten we in het duister. Maar we moeten ons realiseren dat satan ten alle tijden tegen ons kan opkomen: als we ons optimistisch voelen en als we ons in een dip voelen, in goede tijden en in slechte tijden. Zijn leugens zijn zo listig en zijn strikken en plannen zo gecamoufleerd met schoonheid en bekoring dat we alleen op de Heilige Geest af kunnen gaan en het Woord van God om het allemaal aan ons te ontmaskeren.

David zat gevangen in een satanische strik. Hij liep regelrecht in de val die satan voor hem had gelegd en zat erin vast. Er is wel eens gezegd: "Als iemand niet kan leren van de verschrikkelijke zondeval van David, dan wíl hij niet leren".

Ik heb meer over de gevaren van zonde geleerd van Davids leven dan van welk ander voorbeeld in de Bijbel dan ook. Ik leerde niet alleen hoe satan zijn strikken zet, maar ook de stappen die naar de valkuil leiden (lees 1 en 2 Samuel). Het staat allemaal vermeld in dit tragische verhaal. Ik zal alle droevige details niet vertellen, maar ik wil dat we allemaal gewaarschuwd worden voor de dingen die zo'n val veroorzaken.

De duivel zette David op toen hij op het hoogtepunt was van zijn lichamelijke, financiële en geestelijke toestand. David verborg zich toen niet in een grot, noch was hij een vluchteling zonder een cent op zak. Hij zat niet in een put van moedeloosheid, noch was hij gedeprimeerd of overladen door zorgen. Hij stond helemaal op het toppunt van zijn macht! Geen mens op aarde was meer gezegend dan David in die tijd. Hij was welvarend, zeer bemind, en zeer gevreesd.

David was in de vuurlinie geweest om de goede strijd van geloof te strijden. Hij overwon in ieder gevecht! Geen vijand kon voor hem standhouden.

Er worden zeker zeven belangrijke oorlogen genoemd in een enkel vers. Dat waren zeer grote oorlogen met zeer woeste vijanden. David versloeg letterlijk duizenden, en nam massa's mensen gevangen. Tweemaal lezen we in 2 Samuel 8 dat de Heer David de overwinning gaf waar hij ook maar heen ging. De Edomieten werden dienaars van David, en brachten gaven, en "De HERE gaf David de overwinning overal waar hij heentrok" (2 Samuel 8:6), en "Alle Edomieten werden onderdanen van David. De HERE gaf David de overwinning overal waar hij heentrok" (vers 14).

David werd gevreesd door al zijn vijanden omdat ze wisten dat God met hem was! "David verwierf zich roem bij zijn terugkeer door het verslaan van de Edomieten" (2 Samuel 8:13). Wat een heerlijke positie om in te zijn met God: gezegend en je in leiding verheugend, de overwinning hebbend en een goede naam genietend onder de mensen.

Zijn gezin verheugde zich ook in Gods zegeningen! "De zonen van David waren priesters" (2 Samuel 8:18). Maar nadat David in zonde was gevallen, viel zijn gezin uiteen: Davids zoon, Amnon verkrachtte zijn eigen zuster Tamar; Absalom rebelleerde en werd uiteindelijk gedood; Adonia rebelleerde ook en werd ter dood gebracht; en uiteindelijk was daar de afvalligheid van Salomo. Maar voordat hij zondigde, was zijn gezin een eenheid, hij verheugde zich in hun liefde en steun, en zegeningen vermeerderden zich aan alle kanten. Er was vrede in zijn huis en zijn gezin was in controle.

David hield van zijn kerk en was onder het gehoor van vrome herders. "Sadok…en Achimelek …waren de priesters" (2 Samuël 8:17). Het Sadok priesterschap vertegenwoordigde "een priesterschap dat diende voor de Heer". Het was heilig, toegewijd, en goedgekeurd door God. Ook de getrouwe profeet Nathan diende hem, die van David hield maar niet schipperde met het Woord van God.

David kwam niet om van honger naar het Woord. Hij was niet temidden van een geestelijke hongersnood. Het Woord dat hij ontving was zuiver en volgens Gods hart. Er was geen valse doctrine, geen teruggevallen herder, en geen vervuilde evangelieprediking. Hij zat onder de zuiverste, sterkste boodschap van die tijd.

David was ook op het toppunt van zijn vrijgevigheid. Hij was zo zorgzaam en liefdevol dat hij manieren probeerde te vinden om zijn bezorgdheid voor anderen te tonen. "David zeide: Is er soms nog iemand over van het huis van Saul? Dan zal ik hem trouw bewijzen ter wille van Jonatan" (2 Sam 9:1). Hij nam Mefisobeth, van het huis van Saul, naar zijn huis, "Mefiboset woonde te Jeruzalem, want hij at geregeld aan de tafel des konings. Hij nu was verlamd aan beide voeten" (2 Sam 9:13). David baadde zichzelf niet in zijn luxe, noch was hij op zichzelf gericht geworden. Veeleer liep hij over van vrijgevigheid en van liefde en zorg voor de gewonden.

We zijn zeer kwetsbaar voor trots wanneer we op het hoogtepunt staan van zegeningen. Welvaart is een veel grotere verleiding tot zonde dan armoede. Wees op je hoede wanneer je aan alle kanten gezegend wordt! Wanneer zette satan de beruchte evangelisten op die nu zijn gevallen? Toen ze op het hoogtepunt stonden van welvaart. Hij strikte hen toen het leek alsof God de vensters van de hemel voor hen had geopend! Ze waren geliefd, populair, en gezegend boven alle anderen.

God kan inderdaad diegenen die Hij goedkeurt, zegenen. Maar toch kan Hij ook zeer groot lijden toestaan aan hen die hij goedkeurt. En Hij zegent ook, voor enige tijd, velen die met het Woord hebben geschipperd. We zijn geneigd te denken: "Ik doe zeker iets goed, ik ben zo gezegend!" Tot op heden heeft God Amerika machtig gezegend, maar dat wil niet zeggen dat we onder Gods goedkeuring leven.

Een jonge pastor vertelde me hoe satan hem vijf jaar lang gevangen had gehouden in de strik van overspel. Hij zei: "De hele tijd dat ik zondigde, loog, ontrouw was, ging het goed met mijn bediening. Ik huilde de hele tijd. Ik voel me zozeer betrokken met al het leed van al mijn mensen. De duivel deed me geloven dat God niet al te kwaad op me kon zijn omdat alles zo goed liep…totdat…de bodem er op een dag ondervandaan viel". Velen hebben hetzelfde gezegd: God leek niet boos te zijn, de gaven bleven maar doorgaan, de zegeningen hielden niet op; en het leek alsof God nog steeds met me was in alles wat ik deed.

Tijdens al de zegeningen was de geheime lust van David aan het groeien. Hij had geschipperd met de bevelen van God, met zonden die in zijn samenleving niet zo nauw werden genomen, alhoewel ze tegen het Woord van God ingingen. Hij stond daarom op het punt te gaan vallen.

David nam continu nog meer vrouwen voor hemzelf: Achinoam, Abigaïl, Maäka, Chaggith, Abital, Egla. Omdat het hebben van vele vrouwen aanvaardbaar en goedgekeurd was door zijn samenleving, gebruikte David de tolerantie van zijn samenleving voor extra vrouwen om een groeiende lust te bevredigen. Hij had een diep gewortelde zinnelijkheid, daarom nam hij aantrekkelijke vrouwen om zijn wetteloze lusten te bevredigen. Maar in plaats dat zijn lusten bevredigd werden, werd hij meer en meer inhalig en wetteloos naarmate hij eraan toegaf!

Davids samenleving nam polygamie heel licht op en sommigen hebben gezegd dat God dat ook deed. Maar keek eens naar wat Jezus te zeggen had in Mattheüs 19:8: "Mozes heeft u met het oog op de hardheid uwer harten toegestaan uw vrouwen weg te zenden, maar van den beginne is het zo niet geweest".

God neemt zijn eigen bevelen nooit licht op. Hij had al de koningen van Israël dit bevolen: "Ook zal hij zich niet vele vrouwen nemen, opdat zijn hart niet afwijke; ook zal hij zich niet te veel zilver en goud vergaren" (Deut. 17:17). Er staat dat, toen Samuël Saul tot koning zalfde: "hij met Saul op het dak sprak" (1 Sam. 9:25). Ik ben er zeker van dat hij ook met David lange uren sprak, en met hem alles besprak wat God aan koningen had bevolen. "Maar hij zal niet veel paarden houden…Ook zal hij zich niet vele vrouwen nemen…ook zal hij zich niet te veel zilver en goud vergaren (Deut.17:16-17).

David was ongehoorzaam aan het Woord van God en werd blind voor wat er met hem gebeurde. Als Sadok of Nathan naar David waren gegaan om hem te corrigeren, om hem eraan te herinneren wat God had gezegd, zou David waarschijnlijk, zoals de meesten van ons, geantwoord hebben: "Ja, dat staat er inderdaad. God zegt inderdaad dat het verkeerd is. Ik houd van God. Ik houd van zijn Woord, maar God lijkt zijn goedkeuring eraan gegeven te hebben. Ik denk gewoon niet dat God zo streng is. Iedereen doet het, zelfs sommigen van de priesters".

Satans plan was zo ontworpen dat het Davids zwakheid zou raken: zijn aantrekkingskracht voor mooie vrouwen. Satan wist wat er in Davids hart zat. David had een vriendelijke persoonlijkheid en een warm hart voor God. Maar hij had ook een verborgen lust diep in zijn ziel.

Je kunt de demonische plannenmakers bijna horen als ze Davids val voorbereiden: "Kijk, hij heeft een zwakke plek. Er is een lust voor vrouwen in hem… Hij kijkt altijd verder dan wat hij al heeft. Laten we hem in een zwak moment te pakken nemen, hem weglokken naar zijn koninklijke dak, en een mooie vrouw zetten in de naburige tuinen om hem te kwellen. En wees er zeker van dat ze getrouwd is; want als ze alleenstaand is, dan zal ze alleen maar de zoveelste vrouw worden in Davids harem".

Wat een timing was hiervoor nodig! Hoe ingewikkeld was het uitvoeren er van! Ze moesten beiden op hun plek op de juiste tijd zijn en zij moest iets doen om zijn lusten heel erg op te wekken.

David had twee gezichten wat betreft Gods Woord. Je hoort hem spreken over zijn grote liefde en eerbied voor het Woord, maar Nathan zei: "Waarom hebt gij het woord des HEREN veracht, en gedaan wat kwaad is in zijn ogen?" (2 Sam.12:9).

Luister naar wat David zei over Gods Woord: "Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. Ik heb gezworen, en ik zal het gestand doen, dat ik uw rechtvaardige verordeningen zal onderhouden" (Psalm 119:105-106). Ik ben er zeker van dat David van het Woord hield, zolang het overeenkwam met wat hij in zijn hart wilde. Hij achtte het niet erg hoog, en ging voorbij de machtige eisen die het Woord aan hem stelde.

Satan wist dat David zijn daden zou rationaliseren, rechtvaardigen, en verontschuldigen. Hij wist ook dat David zonde in anderen haatte, maar het niet in zichzelf kon zien. Toen Nathan hem vertelde van een rijke man die geen lam uit zijn zeer grote kudde wou nemen, maar het enige lam van een buurman stal, riep David uit dat die man maximaal gestraft moest worden: "Hij moet zeker sterven!" Maar toch had hij zijn eigen zonde goedgepraat.

Ik ben dezelfde man! Ik heb de neiging om heel duidelijk de zonden van anderen te zien, maar blind te zijn voor mijn eigen zonden en ze goed te praten. Vorige week voelde mijn vrouw Gwen zich niet goed. In haar moeheid zei ze iets dat me kwetste. Ze sloot haar deur en zei iets waarvan ik vond dat dat niet nodig was. Ik werd vuurrood en zei luid: "Dat is demonisch! Ik bestraf de duivel! Ik zal dit niet toestaan in mijn huis. Ik ben de priester hier en ik heb de autoriteit het te binden!" Ik verliet het kantoor en in de lift sprak de Geest tot mij: "David, waarom is het dat als zíj haar zelfbeheersing verliest, het demonisch is, maar dat, als jíj driftig bent, het: "rechtvaardige verontwaardiging" wordt genoemd?"

Het is zo gemakkelijk om te vragen: "Hoe konden ze zoiets doen?" Maar, als we de Heilige Geest toestaan al de verborgen geheimen in ons te openbaren, al de diep gewortelde lusten, al de onzuivere motieven, dan zouden we allemaal op ons aangezicht liggen, en uitroepen: "Heer, ik ben de man. Ik ben de vrouw. Ik heb genade nodig!"

Davids val was niet zijn lust op het dakterras die éne nacht. Nee! David liep in satans val, onvoorbereid, met een groeiende inhaligheid voor iets aantrekkelijks. "Meer vrouwen" was de zwakheid van David, dus was een andere vrouw, een getrouwde vrouw, het lokaas.

Zovele christelijke echtgenoten en echtgenotes zijn niet tevreden met hun maatje omdat zij niet: "geestelijk genoeg" zijn! Ze verlangen naar geestelijke verbondenheid, geestelijke eenheid. Het kan een hele subtiele valstrik zijn!

Eén pastor vertrouwde me toe: "Het was een erg geestelijke vrouw tot wie ik me aangetrokken voelde! Mijn vrouw en ik waren in twee verschillende werelden. Ze begreep de diepe dingen van God niet. Ze zat helemaal vast in haar kleine wereldje. Deze andere vrouw in de kerk was zo vol vuur, zo geïnteresseerd in wat de Heer in mij aan het doen was. We waren urenlang alleen maar over de Heer aan het praten. De Christus in elkaar trok ons aan, dachten we; maar het leidde tot afschuwelijk overspel. We vielen zo laag als twee mensen maar kunnen vallen".

David zou je opmerking gelijk hebben verworpen als je hem had verteld: "Mijnheer, u hebt twee gezichten ten aanzien van Gods Woord en u heeft een verleden van zwakte voor "meer echtgenotes". U bent rijk, uw goederen hebben zich vermeerderd en u heeft niets meer nodig. Maar u weet niet dat u ellendig, arm en verblind bent voor uw echte geestelijke toestand. U bent op weg in een valstrik van de duivel te lopen! U bent op weg uw nek in de lus van de duivel te stoppen!"

God weet je gedachten en gevoelens, maar de duivel bekijkt wat je daden zijn. Je zult jezelf nooit zien zoals God je ziet en zoals de duivel je ziet, totdat het Woord van God je enige leidraad is. Je zult nooit afrekenen met wat je ziet, totdat je toestaat dat de Heilige Geest het Woord als een tuchtende stok voor je ziel gebruikt en als een helder licht in ieder hoekje van je leven.

Toen ik het verhaal las van Davids smoesjes en poging Uria om te kopen, stak het mes van de Heilige Geest in mijn ziel. Ik zag enige gebieden van mijn leven die net zo slecht waren! Ik zag kleine dingen die hetzelfde duivelse zaad in zich hebben!

David was vermoeid geworden van het oorlogvoeren. "In het daaropvolgende jaar, ten tijde, dat de koningen plegen ten strijde te trekken, zond David Joab uit en zijn knechten met hem, benevens geheel Israël… maar David bleef in Jeruzalem.

Maar, de dag zou komen dat het David niet toegestaan was om te vechten. Jaren later, in een andere oorlog met de Filistijnen: "raakte David uitgeput". Een reus stelde zich op, en dacht David te doden, toen Abisai hem redde. "Maar Abisai, de zoon van Seruja, kwam hem te hulp en sloeg de Filistijn dood. Toen bezwoeren de mannen van David hem: Gij zult niet meer met ons ten strijde uittrekken, opdat gij de lamp van Israël niet uitblust!" (2 Samuel 21:15-17).

Maar David was niet oud of zwak van kracht. Hij was alleen maar moe van dit alles. David stond voor zijn krijger Joab en al de legers die uit Israël waren verzameld, hen bemoedigend om: "door te gaan, sterk te zijn, als goede soldaten te vechten". David zou wat relaxen, de teugels wat laten vieren, en zich wat ontspannen.

Ik vraag me af wat David tegen zichzelf zei toen hij zijn passerende troepen begroette. Zou hij zich schuldig voelen? "Ik ga me niet schuldig voelen. Ik doe niets verkeerds. Ik ga alleen maar wat ontspanning nemen! De intensiteit wordt me echt te veel en ik kan gewoon zo niet verder gaan".

Dit is precies waar vele christenen zijn op geestelijk gebied: moe van geestelijk oorlogvoeren, moe van correctie, en moe van de rechte en smalle weg. Ik spreek niet op menselijk gebied. Er is niets verkeerds aan tijd vrij te nemen voor vakantie, varen, zwemmen, golven, etc. Ik spreek over ophouden van op ons hoede zijn als we moe worden van in gehoorzaamheid leven en moe van geestelijk oorlogvoeren.

Sommigen van jullie die dit lezen, hebben een vakantie genomen van oorlogvoeren. Je bent vermoeid van hart en hebt tegen jezelf gezegd: "Ik moet het allemaal wat makkelijker nemen, anders houd ik het niet langer vol! Ik ga niet iets minder van de Heer houden en ik zal getrouw blijven. Maar een poosje moet ik doen wat ik moet doen. Ik moet mijn hart volgen en mijn hart zegt: relax".

Geliefde, je timing zou niet slechter kunnen zijn! Geestelijke ontspanning of het kalm aan gaan doen, is de laatste stap vlak voor de valstrik van de duivel. Je kiest het middernachtelijk uur om op vakantie te gaan. "Gij verstaat immers de tijd wel, dat het thans voor u de ure is om uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen. De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts! Laten wij, als bij lichte dag, eerbaar wandelen, niet in brasserijen en drinkgelagen, niet in wellust en losbandigheid, niet in twist en nijd! Maar doet de Here Jezus Christus aan en wijdt geen zorg aan het vlees, zodat begeerten worden opgewekt" (Rom.13:11-14).

Als de nacht al ver heen was en de dag van de Heer zeer dichtbij toen dit werd geschreven, dan hoe nader moet het nu zijn! Er kan geen relaxen plaatsvinden in deze laatste oorlogsvoering. "Wordt nuchter en waakzaam. Uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij zal verslinden. Wederstaat hem, vast in het geloof" (1 Petrus 5:8-9). Satan zal niet relaxen; hij zal zijn inspanningen vermeerderen. We mogen zeker niet slapen! Bied weerstand aan het eerste teken van verleiding als het nog maar in zijn kiem is. Zie de verwoestende hand van de duivel achter dit alles. Paulus waarschuwde Timotheüs: "de gave Gods aan te wakkeren, die door mijn handoplegging in u is" (2 Tim.1:6).

Door het gehele Nieuwe Testament roept God ons op wakker te worden, te waken en nuchter te zijn, en de gehele wapenuitrusting aan te doen. We moeten niet slapen als de anderen, maar weer tot leven komen, altijd paraat staan, en altijd verwachtend en ons spoedend naar de Dag van de Heer.

Als je je in deze oorlog gaat ontspannen, dan betekent dit je dood. Ontspan je, en je zult gevangen worden in de valstrik van de duivel. Die roep om je te ontspannen komt recht uit de hel! Het is de verleidelijke roep van satan zelf. Wees gewaarschuwd want het is de hoogste tijd om wakker te worden! Het relaxen van David maakte dat hij in de armen van Batseba terecht kwam!

"Behoed mij voor de strik die zij mij spanden, voor de vallen der bedrijvers van ongerechtigheid. Laten de goddelozen in hun kuilen vallen, altegader, terwijl ik ontkom" (Psalm 141:9-10).

----
Tenzij anders vermeld is de NBG-1951 vertaling gebruikt. Soms wordt een letterlijke vertaling vanuit de King James Version (KJV) gebruikt.

Dutch