Slangeneieren uitbroeden
"Slangeneieren uitbroeden" is een Bijbelse term, niet een grap, en het heeft te maken met het leven in heiligheid voor God. Jesaja, de profeet, ontdekte het geheim van het geestelijk verval van Gods volk, en God beval Jesaja om een doordringende trompet tegen hen te laten horen.
"Roep luidkeels, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin en maak mijn volk zijn overtreding bekend en het huis van Jakob zijn zonden" (Jesaja 58-1). Jesaja werd verteld dat hij de zonden van Gods volk moest blootleggen, van hen die Hem dagelijks zochten, van hen die er behagen in schepten zijn wegen te kennen en rechtvaardig te leven, van hen die er van hielden tot God te naderen. "Wel zoeken zij Mij dag aan dag en hebben zij een welgevallen aan de kennis mijner wegen, als een volk dat gerechtigheid doet en het recht van zijn God niet veronachtzaamt. Zij vragen Mij rechtvaardige verordeningen, zij hebben er een welgevallen aan tot God te naderen" (Jesaja 58:2). Maar hun gebeden haalden niets uit, en hun vasten was voor niets. Ze kwamen tot de conclusie dan al hun offers, al hun gebeden, al hun zoeken naar God niets opleverde. En in feite verborg God dan ook zijn aangezicht voor hen. "Maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort" (Jesaja 59:2).
Er was een goede reden voor Gods boosheid. Zijn volk hield zich aan alle regeltjes; ze waren constant in zijn huis. Ze zeiden al de goede woorden: "we willen van God horen en doen wat Hij ons zegt". Ze leken zo gehoorzaam; ze leken zo religieus. Maar hun hart was verdeeld; ze hielden alleen met hun mond van God. God openbaarde aan Ezechiël van de Joden: "… Zij zetten zich voor u neer, als mijn volk, en horen uw woorden, maar doen er niet naar; woorden van liefde zijn in hun mond, maar hun hart gaat uit naar hun woekerwinst. Zie, gij zijt voor hen als een liefdeslied, schoon van klank, passend bij snarenspel. Zij horen uw woorden, maar doen er geenszins naar" (Ezechiël 33:30-32). Dit is de reden waarom God Jesaja beval om zo luid tegen zijn eigen volk op te treden, zij, die zo ijverig leken naar Hem te zoeken.
Welke zonde maakte dat God zijn tegenwoordigheid moest weghalen? Het was de zonde van "het uitbroeden van eieren van giftige slangen" en "het weven van spinnenwebben" (Jesaja 59:5). De geest is de baarmoeder van het hart en gedachten zijn als zaad of sperma. Zondige gedachten zijn als zaden van slangen, die eieren zullen worden als het zaad niet onmiddellijk wordt verwoest. God kijkt naar wat er gebeurt binnen de baarmoeder van de geest. Hij beoordeelt niet naar wat Hij aan de buitenkant ziet; Hij ziet het hart aan. "En zoals een man in zijn hart denkt, zo is hij …(Spreuken 23:7, KJV). Gods volk aanbad hem met alleen maar gehoorzaamheid aan regeltjes. Ze riepen luid: "Amen" bij iedere oproep voor heiligheid; ze leken toegewijde liefhebbers van waarheid te zijn. Maar in hun gedachten waren slangennesten. Het waren nesten gevuld met slangeneieren, en ze zaten in Gods tegenwoordigheid en broedden zondige gedachtes uit. Hun gedachtes waren vergiftigd; ze dachten aan afgoden. Ze waren spinnenwebben aan het uitspinnen met waardeloze excuses om met hun verboden dingen door te kunnen gaan. Ze waren aan het vasten, bidden, riepen tot God, deden religieuze dingen, maar hun gedachtes waren niet zuiver. Gedachtes en onbezonnen ideeën waren niet in gehoorzaamheid gebracht aan Gods Woord.
Er is niets gevaarlijker en meer bedreigend als zondige gedachtes. Als ze niet onmiddellijk worden afgelegd, kunnen ze de ziel vergiftigen. "Zoekt de HERE, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten en hij bekere zich tot de HERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen - en tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des HEREN. Want zoals de hemelen hoger zijn dan de aarde, zo zijn mijn wegen hoger dan uw wegen en mijn gedachten dan uw gedachten" (Jes. 55:6-9).
Sommige christenen laten de vijand zondige gedachtes in hun geest zaaien, en laten de gedachtes toe daar te blijven en doen er niets tegen, zonder daar het gevaar van te beseffen. Jezus vergeleek deze zondige gedachtes met stukken onkruid, en de "vijand die ze zaaide is de duivel…" (Mattheüs 13:39). Christenen behoren zulke gedachtes af te leggen zodra ze verschijnen. Christelijke manier van leven houdt in dat "dat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus" (2 Cor. 10:5). Deze activiteit is verbonden met vers 4: "het slechten van bolwerken" (2 Cor. 10:4). Zondige gedachtes worden bolwerken. Satan plant de gedachte, en hij is vastbesloten om het levend te houden en het te beschermen, totdat het vrucht voortbrengt en een volledig volgroeide slang wordt. Zondige gedachtes koesteren en in stand houden is hetzelfde als een slang uitbroeden. God zegt: haal dat bolwerk neer, werp het uit, en breng iedere gedachte onder gehoorzaamheid aan God. Laat niet ook maar één enkele zondige gedachte toe om in je geest rond te dolen. Ga die gedachte achterna, neem hem gevangen en doodt hem.
Dit is de eerste van drie manieren om zwanger te worden van slangeneieren en ze uit te broeden die ik zal bespreken. Als iemand je niet goed begrijpt en kwetsende dingen over je spreekt, begin je dan die gedachtes steeds maar weer in je hoofd te herhalen en te laten "afspelen"? Als dat zo is, dan wordt je zwanger van slangeneieren. Als voorbeeld: deze bediening krijgt ook post waar kritiek in zit. Nadat we verleden jaar onze kerstkalender hadden verstuurd, zond een prediker die vooral over heiligheid predikt ons een kort berichtje: "Haal me van uw postlijst. U en uw vrouw lijken net twee typische pinkstermensen." Waren onze glimlachen te groot? Had hij een hekel aan het sjaaltje van Gwen? Of misschien aan haar kapsel? Verder word ik er vaak van beschuldigd dat ik wanhoop breng aan de kerk, dat ik altijd alleen maar over narigheid spreek. Eén vrouw van een voorganger zei: "In al die 25 jaar heb ik hem nog nooit zien glimlachen." Nu, als we zouden piekeren over al deze kwetsende verklaringen, zouden we zwanger worden van slangeneieren van bitterheid en wrok en ze gaan uitbroeden.
Maar God zegt: "Je moet er zelfs niet tegenaan schoppen - je moet ze doden! Vecht niet tegen je beschuldigers, reageer niet. Houd onmiddellijk op met alle gedachten om jezelf te rechtvaardigen. Als je doorgaat met zulke gedachtes, als je ze steeds maar weer in je hoofd laat afspelen, dan zul je zwanger worden van een ei en een slang uitbroeden." De Bijbel zegt: "als er een (van die eieren) ingedrukt wordt, berst er een adder uit" (Jesaja 59:5). Er zijn moeders en dochters, vaders en zoons die vijanden zijn van elkaar. Er zijn christenen die niet tegen elkaar spreken. Er zijn sommigen die zeggen: "Ik kan niet vergeven wat er is gezegd. Ik kan er niet overheen komen." Ze hebben allemaal slangeneieren uitgebroed, en de slangen lopen nu vrij rond in hun gedachtes, en verspreiden bitterheid en gif. Wordt je makkelijk gekwetst? Zit je inwendig te koken? Je op te vreten? Te piekeren? Blijf je de gehele nacht op en zit je je dan kwaad te maken, en ieder woord te herhalen? Dan ben je in een gevaarlijke positie, want dan zit je op slangeneieren, en wordt je zwanger van gif en dood. Laat daarom liever de hiel van Christus het hoofd van de slang verpulveren. Verduur het kwaad, accepteer het en ook de pijn die het doet. Verwerp iedere gedachte van haat en wraak; haal het uit je gedachtes weg.
Denk eens aan wat Christus allemaal moest doormaken: "Misdadige getuigen staan op, zij vragen mij naar wat ik niet weet, zij vergelden mij kwaad voor goed; ik word van kinderen beroofd. Maar mij aangaande - toen zij ziek waren, was een rouwgewaad mijn kleed, ik verootmoedigde mij met vasten, en mijn gebed keerde in mijn boezem weder; als gold het mijn vriend of mijn broeder, zo liep ik rond; in het zwart gaande als in rouw over een moeder, zo boog ik mij neder. Doch toen ik strompelde verheugden zij zich en liepen te hoop; vechtlustigen, mij onbekend, liepen tegen mij te hoop; zij lasterden zonder ophouden. Een kring van goddeloze spotters knarsten de tanden tegen mij" (Ps. 35:11-16). En ook: "Mijn vijanden spreken boosaardig over mij: Wanneer sterft hij, en zal zijn naam vergaan? Komt iemand mij bezoeken, hij spreekt valsheid, zijn hart verzamelt boosheid, hij gaat het op straat vertellen. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij: Een dodelijke kwaal is op hem uitgestort, nu hij neerligt, staat hij niet meer op. Zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die mijn brood at, heeft zijn hiel tegen mij opgeheven" (Psalm 41:6-10).
Er zijn vele en vele duizenden die de kerk hebben verlaten en de Heer vaarwel hebben gezegd, allemaal omdat bitterheid hen heeft opgegeten. Iemand heeft iets kwetsends en ondoordachts tegen ze gezegd, en ze werden gewond. Toen broedden zij die slangeneieren uit van gewonde gedachtes en lieten toe dat de slang een nest maakte in hun hart. En nu kunnen ze niet vergeven en vergeten. De Bijbel zegt: "De zondige …spreekt leugens en hun vergif is als het vergif van een slang…" (Ps. 58:3-4, KJV). Leugens, insinuaties, en geroddel zijn allemaal erg giftig voor jou en voor mij, als we toestaan dat ze in ons hart komen, als we erover doorgaan piekeren, als we onszelf verdedigen en naar wraak verlangen. God zei: "…Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden…" (Hebreeën 10:30). Als je alle gedachtes van wraak zult uitwerpen en toch vriendelijk en liefdevol blijft, en alle zondige gedachtes in gehoorzaamheid brengt aan Gods woord, dan zul je de dag beleven dat God de balans opmaakt in zijn boeken. En het zal huiveringwekkend zijn. En je zult zo blij zijn dat je niet zelf het heft in handen hebt genomen.
Zit je alle verschrikkelijke dingen die tegen je gezegd zijn en al de verschrikkelijke dingen die je zijn aangedaan in je gedachtes opnieuw te herhalen? Deze gewoonte kan je kapot maken. Vergeef! Vergeet! Laat het Woord van God het allemaal wegwassen.
Ten tweede, vele christenen maken er een gewoonte van de slangeneieren van kreupelmakende angst uit te broeden, de angst die kwelling brengt, verwarring, en zorgen. Er zijn te veel angsten om zelfs maar te kunnen benoemen, maar alle angstige gedachten zijn noodlottig als ze niet uitgeworpen worden, omdat dit soort van zaad zich ontwikkelt tot de meest vergiftige van alle slangeneieren. Bijvoorbeeld, ik had een vriend in Texas, een perfectionist, die toen hij opgroeide er niet in slaagde zijn vader tevreden te stellen. Als gevolg hiervan was hij bang dat hij nooit zijn baas of zijn gezin tevreden kon stellen. Ik gaf hem vaak geestelijk advies, maar de angst voor mislukking had zich genesteld in zijn geest, en hij kon deze niet van zich afschudden. Hij werd humeurig en verbitterd. Hij dacht dat het zelfs moeilijk was God tevreden te stellen. Uiteindelijk zette hij een geweer tegen zijn maag en beëindigde zijn leven. En nu vertoont zijn zoon hetzelfde gedragspatroon.
Zovele echtgenotes worden bestookt met gedachtes over het verliezen van hun echtgenoot, en vice versa, want ze horen over zoveel echtscheidingen van vrienden, zelfs voorgangers. Ze leven constant in de angst: "Zal ik de volgende zijn?" Ouders vrezen dat ze hun kinderen aan drugs verliezen. Ze zien hoe deze generatie naar de hel gaat en vragen zich af: "hoe kan ik mijn zoon of dochter uit al die verwarring weghalen? Zullen de scholen hen infecteren met humanisme? Zal ik op een dag wakker worden en ontdekken dat mijn zoon of dochter koud of verbitterd is geworden naar God toe?" Anderen vrezen voor hun baan of voor de economie, en vragen zich af of alles ineen gaat storten, en als het dat doet, wat ze dan zullen doen, en hoe ze dan moeten leven, en hoe ze dan de rekeningen kunnen betalen, en hoe ze dan kunnen eten? Velen vrezen dat ze nooit hun plaats in het leven zullen vinden: "Zal mijn leven tellen? Zal ik nuttig zijn? Ik word ouder, en ik lijk helemaal niet vooruit te gaan. Anderen gaan me voorbij. Waar gaat het heen? Wat is mijn toekomst?" Velen vrezen voor een noodlottige ziekte, zoals AIDS of kanker. Bij ieder knobbeltje dat ze voelen, denken ze: "kanker!" Anderen denken: "Wat als ik oud en ziek wordt en er is niemand die van me houdt of voor me zorgt?"
Vele christenen zitten op een nest van eieren van angst. Deze gewoonte van het koesteren van angstige gedachtes moet stoppen voordat het je kapot maakt, je vergiftigt, je hulpeloos maakt en kreupel. Vergeet al de formules over hoe je de baas kunt worden over je angsten; de Bijbel heeft geen vier-stappen-programma om vrees te overkomen. Maar God vertelt je wat je moet doen als deze gedachtes die angst zaaien je geest binnendringen. Je bent in geestelijke oorlogsvoering in deze zaak; het is geen kinderspelletje; het is een zaak van leven of dood.
God zei tegen Mozes dat hij niet de angstige mensen het gevecht in moest sturen, "…Wie is bevreesd en week van hart? Hij mag heengaan en naar zijn huis terugkeren, opdat het hart van zijn broeders niet versmelte zoals het zijne" (Deut. 20:8). God beschouwt gedachtes van angst als erg besmettelijk en erg destructief. De angstige en zij die niet zo goed durfden, geloofden niet in Gods Woord; zij twijfelden aan zijn beloftes van bevrijding. God had gezegd: "…Hoor, Israël! Gij staat thans vlak voor de strijd tegen uw vijanden; laat uw hart niet week worden, vreest niet, wordt niet angstig en siddert niet voor hen, want de HERE, uw God, is het, die met u gaat om voor u te strijden tegen uw vijanden, ten einde u de overwinning te geven"(Deut. 20:3-4). God bereidde zijn volk voor, waarschuwde hen dat de dingen wel beangstigend en hopeloos zouden lijken, dat als ze zouden zien: "…paarden en wagens: een volk, talrijker dan gij - dan zult gij daarvoor niet vrezen, want de HERE, uw God, is met u" (Deut. 20:1).
Heeft God je ooit in de steek gelaten? Liet Hij ooit je ouders in de steek die door de grote depressie gingen? Bracht hij de mensen die door een wildernis moesten en Hem vertrouwden hier niet uit? Dit is Gods antwoord aan allen die bang zijn: "Wanneer alles tegen je lijkt te zijn, als je door alles overweldigd lijkt te worden met geen kans of teken van hulp, vrees dan niet, want Ik ben God en Ik ben met je om je te redden". Of, met de woorden van de psalmist: "Want Hij bergt mij in zijn hut ten dage des kwaads, Hij verbergt mij in het verborgene van zijn tent, Hij plaatst mij hoog op een rots" (Psalm 27:5). Is God met ons of niet? Is Hij een liefdevolle hemelse Vader die de haren van ons hoofd telt? Zal Hij zijn eigen geliefde kinderen in de steek laten? Het zondige van angst is dat het God beschuldigt van verwaarlozing. Het berooft ons van het vertrouwen in zijn liefdevolle zorg en betrokkenheid. Werp alle angst uit. Breng iedere gedachte in gehoorzaamheid aan het Woord van de Here Jezus.
Tenslotte zijn er die gedachtes die eindigen in sensuele daden en hoererij. Drugsverslaafden getuigen dat ze gemakkelijk hun fysieke gewoonte kunnen afleggen, maar niet hun geestelijke gewoonte, want hun geest blijft maar oude gedachtes herhalen, slangengedachtes. Ik had een vriend en staflid die een vriendelijke, liefdevolle vader en echtgenoot was. Hij begon met het roken van marihuana toen hij zeven jaar was in de garage van zijn vader; meer dan 25 jaar was hij verslaafd. Hij werd gered, maar hij bleef steeds maar weer terugvallen. Hij verontschuldigde zijn gewoonte door te zeggen dat de dokter tegen hem had gezegd dat marihuana goed was tegen zijn astma. Hij bekeerde zich dozijnen keren vol berouw hij huilde; hij riep God om genade. Hij ging naar een speciaal programma in het middenwesten, en hij deed het een jaar lang goed. Maar de marihuana was nooit uit zijn gedachten. Hij ging terug naar huis, maakte dat zijn twee zoons zich met hem inlieten, en verliet zijn vrouw. Nu is zijn hart hard, en hij is verloren omdat hij slangeneieren uitbroedde. Zijn geest was nooit schoongewassen. Hij keek naar de vijand en gaf het op. Hij zag de ijzeren strijdwagens van de satan en zei: "Ik zal het nooit maken!" Hij gaf zich over aan zijn angst.
Waarom gaan er zovelen die bevrijd zijn terug naar hun oude gewoontes? Waarom is de greep van zonde niet gebroken? Omdat, als er later zondige gedachtes worden geplant door leugengeesten, ze niet onmiddellijk worden afgelegd. Laat een enkele lustvolle gedachte alleen maar 30 seconde in de geest verblijven, en het zal daar blijven vastzitten. Spoedig zal het een ei worden, met een slang die er op wacht uitgebroed te worden. Dat is de reden dat Gods Woord letterlijk schreeuwt: "Werp de zondige gedachte uit!" Flirt niet met de gedachte; geef er zelfs geen millimeter aan toe. Ren naar de Heer toe; ren naar zijn Woord; roep uit tot God en vraag Hem om je geest schoon te wassen. Laat het ontzag voor God iedere zondige gedachte uit je wegjagen. Wees ervan overtuigd dat als de gedachte wordt voortgezet, je er - als het ware - zwanger van wordt en dat het dan een ei gaat worden. De gedachte zag gaan broeden en de geest zal gebeten en vergiftigd worden. Een christen hoort te zeggen, zodra welke zondige gedachte dan ook de geest binnenkomt: "Dit kan me doden. Dit zal me kapotmaken. Dit is dodelijk. Ik zou mijn leven en mijn ziel kunnen verliezen als ik er mee flirt". De christen moet beseffen: "Deze gedachte is niet van mij; het is niet natuurlijk; het is niet mijn vlees; het is niet alleen maar een oud verlangen dat terugkeert. Dit is satan zelf. Dit is een leugengeest uit de hel, gezonden om me te bedriegen en kapot te maken". De Bijbel belooft: "Biedt weerstand aan de duivel en hij zal van u vlieden" (Jacobus 4:7). Je moet weerstand tegen hem bieden in je geest door weerstand te bieden tegen de eerste zondige gedachte.
God openbaart duidelijk wat er gebeurt met mensen die overheerst worden door zondige gedachtes. In de allereerste plaats: "Hun voeten snellen naar het kwade en haasten zich om onschuldig bloed te vergieten; hun gedachten zijn onheilsgedachten, verwoesting en verderf zijn op hun wegen" (Jesaja 59:7). Jesaja sprak tot een volk dat vrij was geworden, want ze hadden zich bekeerd van hun zondigheid. Ze hadden zich verheugd in een nieuw gevonden overwinning en vrijheid. Maar toen satan terugkeerde en de zondige gedachte liet binnenkomen, wierpen ze die niet uit en dus kwam daar de slang uit. Niets kan zulke mensen nu nog stoppen - geen vriend, geen argument, geen Bijbel, geen profeet - want ze zijn er helemaal op gericht zondig te handelen, en ze rennen naar de zonde. Verwoesting en vernieling zijn op hun pad. Allen die onschuldig zijn worden gewond.
Om een voorbeeld hiervan te laten zien: ik kende een vrouw die ziek was door keelkanker en in een ziekenhuis in Houston was; een gedeelte van haar keel was weggehaald, waardoor een klein gat nog overbleef waardoor ze ademhaalde. Op haar weg naar de operatiekamer voor een tweede operatie, smeekte ze om een sigaret en ademde de rook in door het gaatje. Er is geen menselijk macht die mensen kan stoppen die bezig zijn om zich over te geven aan hun lusten. Een voorgangersvrouw in Illinois rende weg met een jonge crimineel, en liet twee jonge, huilende kinderen achter en een echtgenoot met een gebroken hart. Maar die huilende kinderen konden haar niet stoppen. Ze rende naar haar lust toe.
Ten tweede, mensen die beheerst worden door zondige gedachtes verliezen alle vrede en onderscheidingsvermogen. "De weg des vredes kennen zij niet, en er is geen recht in hun sporen; zij gaan langs kronkelpaden; niemand die ze betreedt, kent vrede" (Jesaja 59:8). Ze worden de meest betreurenswaardigen in het land. Niets stelt hen nu tevreden. Waarom? Omdat ze beter weten. Omdat ze eens van die heerlijke vrede geproefd hebben. Maar nu hebben ze de smalle weg verlaten en alles in hun leven is in wanorde. Niets gaat goed. Hun baan loopt op niets uit. Hun gezinsleven is in verwarring. Ze stelen en roven de vrede van geliefden: "niemand die ze (hun kronkelpaden) betreedt, kent vrede.Blijf uit hun buurt, want de rechtvaardige kameraad die met ze in aanraking komt, gaat het alles kosten. Blijf geestelijk recht overeind staan, zodat die ander van zonde overtuigd zal raken.
Ten derde: de geest die beheerst wordt door zondige gedachtes wordt tenslotte blind en vol van verschrikkelijke duisternis. "Daarom blijft het recht ver van ons en de gerechtigheid bereikt ons niet. Wij wachten op licht en zie, er is duisternis; op stralende helderheid en wandelen in dichte donkerte. Wij tasten als blinden langs de wand, als wie geen ogen hebben, tasten wij; wij struikelen op de middag als in de schemering, wij zijn in de kracht van ons leven aan doden gelijk (Jes. 59:9-10)". Het koudste, hardste hart van de gehele wereld behoort aan hen die eens liefdevol, open, en gelukkig waren in hun kennis van de Heer. Nu, vanwege wat zonde aan hen deed, willen ze niet meer over Hem horen; ze zijn volslagen vreemdelingen voor Hem geworden. Zo ook een vroegere evangelist met de gave van genezing, die eens tot duizenden predikte. Ik zag hem pas geleden in mijn kantoor, en hij staarde de ruimte in met een verloren, ver-weg blik in zijn ogen. Ik ken een andere evangelist die zijn bediening verloor door een aanklacht van homoseksualiteit. Nu is hij als een zombie; als je tegen hem spreekt, is het alsof hij er niet bij is. Ze wisten dat ze verkeerd zaten; ze zakten steeds dieper weg de zonde in, en ze vertrapten de waarheid ter aarde.
Ten vierde: ze ontwikkelen erg veranderlijke "Jekyll en Hyde" persoonlijkheden (: persoonlijkheden met een sterk wisselend gedrag: dan weer goed (:Jekyll); dan weer (stiekem) kwaad(:Hyde) doende). "Wij grommen allen als beren en kirren droevig als duiven" (Jesaja 59-11). De ene minuut staan ze klaar om vriend of vijand in stukken te scheuren - gemeen, gewelddadig, en boos. Het volgende moment roepen ze: "Het spijt me zo! Ik meende het niet zo; help me, alsjeblieft". Israël, dat slangeneieren had uitgebroed, werd als een razende beer en een treurende duif tegen God en tegen elkaar. Ze hadden nu eens gewelddadige driftbuien en dan weer sentimele spijtbetuigingen. Vandaag de dag blijven vrouwen bij echtgenoten die hen slaan, omdat die echtgenoten soms toch weer zo vriendelijk en aardig zijn. Maar God wil niets te maken hebben met deze op- en neergaande gemoedstoestanden. Deze wilde stemmingswisselingen tonen aan dat er satanisch vergif aan het werk is. De Geest van Christus is altijd zachtaardig, vriendelijk, liefdevol, en vol geduld in het lijden (lankmoedig). Nooit gewelddadig. Nooit bulderend en grommend als een beer.
Er zijn ijzersterke beloftes van God, absolute zekerheden dat geen zondige gedachte hoeft vrucht te brengen en zo een slang wordt, in welke christen dan ook. "Standvastige zin bewaart Gij in volkomen vrede, omdat men op U vertrouwt" (Jesaja 26-3). "Wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken…" (Rom. 12-2). "Omgordt dus de lendenen van uw verstand…" (1 Petrus 1:13). "Ik hef mijn ogen op naar de bergen: vanwaar zal mijn hulp komen?… Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren… De HERE is uw Bewaarder… De HERE zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De HERE zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid" (Ps. 121:1-8).
----
Vertaald met toestemming van href=http://www.worldchallenge.org, World Challenge, P.O. Box 260, Lindale, TX 75771, USA. Tenzij anders vermeld is de NBG-1951 vertaling gebruikt. Soms wordt een letterlijke vertaling vanuit de King James Version - KJV - gebruikt.