Standvastig in Christus staan

De boodschap die ik nu aan je schrijf, is van de Heilige Geest aan mij. In feite beschouw ik het als mijn eigen persoonlijke oproep om wakker te worden. Ik besef dat vele lezers misschien niet dezelfde aanraking nodig hebben als ik. Maar de bewegingen van de Geest hebben me zo diep geraakt, dat ik deze aantekeningen altijd voor mij op mijn bureau wil houden, om ze telkens weer te lezen in de komende dagen.

Zie je, er is één ding dat ik meer dan alles vrees: dat ik weg zou glijden van Christus. Ik huiver bij de gedachte dat ik lui zou kunnen worden, geestelijk niet oplettend, gevangen in gebedsloosheid, en dagenlang door zou kunnen gaan zonder Gods Woord te zoeken.

Toen ik de wereld rondreisde in de afgelopen vier jaar, ben ik getuige geweest van een wereldwijde "geestelijke tsunami" van duivels wegglijden. De golven van deze tsunami hebben hele kerkgenootschappen weggevaagd, en hebben ruïnes van lusteloosheid achtergelaten. Het gebeurt over heel de wereld, omdat eens machtige kerken en kerkgenootschappen wegdrijven van de goddelijke paden van hun geestelijke vaders.

De Bijbel waarschuwt duidelijk dat het mogelijk is voor toegewijde gelovigen om weg te glijden van Christus. En het geeft krachtige waarschuwingen om op je hoede te zijn voor het in slaap vallen in het middernachtelijke uur: "Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven. Want indien het woord, door bemiddeling van engelen gesproken, van kracht is gebleken, en elke overtreding en ongehoorzaamheid rechtmatige vergelding heeft ontvangen, hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil…" (Hebr.2:1-3).

Er zijn Bijbelse voorbeelden van eens sterke kerken die tenslotte weggleden. In Openbaringen lezen we over de kerk van Efeze die Christus bedroefde omdat ze weggleden van hun eerste liefde. Evenzo gleed de kerk van Laodicea weg in lauwheid, en de kerk van Sardis in geestelijke dood. Paulus waarschuwt de gelovigen in Galatië dat ze waren weggegleden van de overwinning van het kruis van Christus en waren teruggekeerd naar vleselijke werken. Paulus zegt: "Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad" (Efeze 5:15-16). Paulus spoort ook aan om: "…uit de slaap te ontwaken. Want het heil is ons nu meer nabij, dan toen wij tot het geloof kwamen" (Rom.13:11). Hij voegt er aan toe dat van sommige gelovigen: "de zinnen van Christus worden afgetrokken..Want reeds zijn sommigen afgeweken, de satan achterna" (1Tim.5:11,15). Al deze passages zijn niet gericht op niet-gelovigen, maar op met de geest vervulde christenen. En de boodschap is duidelijk: "Ontwaak uit je slaap. Gebruik je gaven!"

Maar laat me je hier verzekeren dat mijn belangrijkste motief niet is het wegglijden dat ik in de kerk en zijn bedieningen zie. Nee, ik ben voornamelijk bezorgd over mijn eigen wandel met Christus: "Hoe kan ik ontsnappen aan de gevolgen als ik Jezus verwaarloos en van Hem wegglijd?"

Paulus zegt dat we het voorbeeld van Israël moeten gadeslaan, die waren weggegleden in de modder van luiheid: "Het volk zette zich neder om te eten en te drinken, en zij stonden op om te dansen… Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle" (1Cor.10:7,12). Begrijp het goed: Paulus spreekt hier niet over wegvallen van Christus. Hij spreekt over een wegvallen van ijver vandaan. Petrus waarschuwt evenzo: "Geliefden, daar gij het nu van tevoren weet, weest op uw hoede, dat gij niet, door de dwaling der zedelozen medegesleept, afvalt van uw eigen standvastigheid" (2Petr.3:17).

Dit is waarom Paulus zegt: "Ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden" (1Cor.9:27). Paulus' hele leven was gericht op vrucht dragen. En hij spreekt hier als iemand die alleen al vreest voor de gedachte om van zijn standvastigheid af te vallen.

Net als Paulus, ben ik veilig in mijn redding. Maar ik moet nauwkeurig acht slaan op deze waarschuwingen van de Heer en van grote mannen van God.

We doen er goed aan de wetten van de natuur in acht te nemen. Alle planten en dieren zijn geschapen door God, en hun levenscyclus en zorg weerspiegelen zijn universele wetten van de natuur. Paulus schrijft: "Daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard." (Rom.1:19).

Inderdaad, Jezus vertelt ons om naar de bloemen te kijken, de vogels, schapen, mieren en zaadjes, omdat we in al deze dingen lessen kunnen vinden. Hier zijn een paar geestelijke waarheden die ik heb gevonden die door de natuur worden geïllustreerd:

1. Verwaarlozing veroorzaakt achteruitgang. Ik verkreeg inzicht toen ik over een soort vis las die gevonden werd in de Mammoth Cave in Kentucky. Dit is een klein schaaldier met een kop die helemaal wit is maar met twee zwarte plekjes die op ogen lijken. Toen biologen de zwarte plekjes grondig analyseerden, merkten ze echter dat deze "ogen" niet echte ogen waren, en dat er niet doorheen gekeken kon worden. Aan de buitenkant leken deze plekken op ogen, precies zoals andere vis-ogen. Maar achter de ogen was alles helemaal in verval. De optische zenuw was gekrompen en weggestorven tot een waardeloos draadje. Eenvoudig gezegd: deze vissen hadden ogen, maar ze konden niet zien.

Wat was er gebeurd? Deze vissoort had eens een heleboel kleuren gehad en ogen die normaal functioneerden. Maar het prefereerde de duisternis, de kou, en de ondergrond boven het licht. Door zich te verbergen was deze veelkleurige schaalvis tenslotte veranderd in een blank-witte vis. Het had geen ogen meer nodig, en daarom had de natuur zich hieraan aangepast. Tenslotte verloor het zijn oogfunctie, doordat het voortdurend het licht verwaarloosde.

Hier is een krachtige les voor onze geestelijke wandel: wat je niet gebruikt, zul je verliezen. Vertaling: Je moet altijd je geestelijke vermogens blijven oefenen als je geestelijk leven wil blijven verwachten. Je kunt niet alleen maar zondag naar de kerk gaan en dan verwachten dat je genoeg leven hebt ontvangen van deze dienst voor de komende week. Je moet je eigen dagelijkse wandel met God hebben.

2. Verwaarlozing kan veroorzaakt worden door vermoeidheid, door de moeites en inspanningen in het christelijke leven. Op het ogenblik zijn vele kostbare zielen gewoon vermoeid. Ze zijn uitgeput geraakt door hun fysieke en geestelijke gevechten, doordat ze karrenvrachten moeilijkheden en hartpijnen te verduren hebben. Ze houden niet met Jezus op, maar met het strijden. Ze zijn moe van de spanningen, moe van de strijd, en ze willen niet langer zo gespannen zijn in hun levenswandel. Ze willen alleen ontsnappen.

Een pastor schreef onlangs het volgende tegen mij: "In al mijn jaren van bediening heb ik nog nooit zoveel moeilijkheden gezien, zoveel moedeloosheid, relatieproblemen en financiële spanningen als waar onze gemeente in de afgelopen paar jaar mee te maken heeft gekregen. Maar, hoe meer ik bad en God zocht over deze problemen in onze kerk, hoe erger ze werden. Uiteindelijke heb ik gedachtes gehad om gewoon maar de bediening te verlaten. Ik zou nooit Christus verlaten, maar de dingen waar ik nu iedere dag in onze kerk mee te maken krijg, lijken te moeilijk te zijn om aan te kunnen".

David, de schrijver van zovele psalmen, werd vermoeid van zijn inspanningen. Hij was zo moe in zijn ziel, zo vol strijd en bezocht door narigheid, dat alles wat hij wilde, was te ontsnappen naar een plaats van vrede en veiligheid: "Mijn hart krimpt in mijn binnenste ineen, verschrikkingen des doods zijn op mij gevallen, vrees en beving komen over mij, schrik overstelpt mij, zodat ik zeg: O, had ik vleugelen als een duif, ik zou wegvliegen en een woonplaats zoeken; zie, ver zou ik heenvlieden, ik zou vernachten in de woestijn. Ik zou mij haastig een wijkplaats zoeken tegen de rukwind, tegen de storm" (Psalm 55:5-9).

Op dit ogenblijk is het lichaam van Christus te midden van een "perfecte storm". De hel is losgebarsten, en satan heeft een frontale aanval gestart tegen de overwinnende kerk. Vele gelovigen hebben zich teruggetrokken, en willen helemaal uit de strijd weg zijn. Ze hebben besloten: "Ik heb hier genoeg van. Ik zal niet bij Jezus weggaan, maar ik zal een makkelijker weg gaan vinden".

Jezus verschijnt wanneer de boot lijkt te zinken. Net zoals Hij deed bij Zijn discipelen, komt Hij te midden van onze storm, en loopt over de golven. Hij komt naar ons toe als we in de vurige oven zijn, net zoals Hij deed bij de Hebreeuwse mannen. En Hij is bij ons wanneer we in het hol van de leeuw worden gegooid, zoals Hij ook bij Daniël was. Inderdaad, Zijn kracht wordt ons het meest gegeven in onze tijden van zwakheid. Paulus getuigt: "En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg, want de kracht openbaart zich eerst ten volle in zwakheid" (2Cor.12:9).

Net zoals David verlangen velen van ons naar ontsnapping als we door angstige tijden gaan en vermoeid zijn. We willen wegsluipen naar een plek die ver weg is van mensen vandaan, ver weg van onze problemen, strijd en moeites, naar een plek die rustig en vredig is. En dus keren sommige mensen in zichzelf, of worden passief televisiekijkend, terwijl ze voortdurend leven in moedeloosheid, en op het punt staan hun strijd om op Gods uitredding te vertrouwen, op te geven.

Maar het is nou juist in onze tijd van strijd, dat we te maken krijgen met de volgende wetten van de natuur:

3. Verwaarlozing verlamt alle geestelijke groei. Als je planten of dieren verwaarloost, en hen onthoudt van water en voedsel, gaan ze dood. Ga maar eens in een voorstad rijden, dan zul je in bijna iedere buurt mooi aangelegde tuinen zien, groen gras, en kleurige bloemen en planten. In het weekend in het bijzonder kun je de huiseigenaren in hun tuin bezig zien met watergeven, snoeien, opknappen, en bemesten.

Maar dan zie je opeens een oud huis dat heel erg afsteekt bij de rest van de mooie omgeving: alles is wild gaan groeien: het gras staat heel hoog en kwijnt weg, en overal komt onkruid te voorschijn dat het leven verstikt. Het weerspiegelt allemaal doodsheid, en het hele tafereel roept uit: "Verwaarlozing! Slonzigheid! Luiheid!"

Salomo beschrijft zo'n beeld ook: "Ik ging langs de akker van een luiaard en langs de wijngaard van een verstandeloos mens, en zie, hij was geheel begroeid met distels, met onkruid bedekt, zijn stenen muur was neergehaald. Toen ik dit aanschouwde, nam ik het ter harte, toen ik het zag, trok ik een les daaruit: nog even slapen, nog even sluimeren, nog even liggen met gevouwen handen, daar komt uw armoede aangelopen en uw gebrek als een gewapend man" (Spreuken 24:30-34). Salomo zegt tegen ons: "Alles is verwoest door alleen maar verwaarlozing". Ik zag uit de eerste hand wat er gebeurt als je lui bent, en trok er mijn les uit". Deze les is ook van toepassing als je Gods Woord en gebed verwaarloost. Als je je stille tijd met de Heer verwaarloost en geen kostbare tijd doorbrengt met Zijn Woord, zul je spoedig aangetrokken worden tot vleselijke krachten. En de kracht van verwaarlozing gaat naar beneden. Niemand is moeilijker wakker te maken dan een lauwe christen die naar beneden wordt getrokken door zijn onachtzaamheid.

Ik denk aan een voorbeeld van mijn eigen tuin. Een boom die ik eens in de schaduw had geplant, begon te bezwijken. Ik besloot om hem in de zon te gaan plaatsen, en daarna gaf ik hem heel goed iedere dag water, en mengde het water met een lepel "Wondergroei-plantenvoeding". Als ik ook maar één dag oversloeg met watergeven, begonnen de bladeren te hangen. Maar als ik hem water gaf met "Wondergroei-plantenvoeding", begon hij weer helemaal op te bloeien.

Beste heilige, je Bijbel is pure "Wondergroei". Als je die verwaarloost, zul je spoedig zien dat je ziel gaat wegkwijnen. Maar als je je ziel regelmatig aandacht geeft met deze "Wondergroei", zul je vol kracht en leven worden.

Laat me nogmaals duidelijk maken voor wie deze boodschap van de Heilige Geest is. Hij is niet voor zondaren, maar voor overwinnende gelovigen: voor jou en mij. Ik hoor de Geest zeggen: "David, jij die Christus liefhebt, jij die een Bijbel prediker bent, jij spreekt tegen anderen over hoe jouw leven en bediening veranderd werden door gebed. Maar heb je nu zelf Mijn Woord verwaarloosd? Als je niet serieus neemt wat Ik tegen je te zeggen heb, en de schipbreuk negeert van hen die zichzelf verwaarlozen, dan zul je zelf de langzame kracht ervaren naar luiheid. Een niet tegen te houden, zware verdoving in je geest zal beginnen en die zal maken dat je lauw zult worden".

Vergis je niet: deze boodschap gaat niet over wetticisme maar over persoonlijke verantwoordelijkheid. Paulus sprak tegen Timotheüs over deze zelfde zaak, en gaf zijn mensen de opdracht: "In afwachting van mijn komst moet gij u toeleggen op het voorlezen, het vermanen en het leren. Veronachtzaam de gave in u niet, die u krachtens een profetenwoord geschonken is onder handoplegging van de gezamenlijke oudsten. Behartig deze dingen, leef erin, opdat aan allen blijke, dat gij vooruitgaat. Zie toe op uzelf en op de leer, volhard in deze dingen; want door dit te doen zult gij zowel uzelf als hen, die u horen, behouden" (1Tim.4:13-16).

Paulus spreekt hier natuurlijk over het lezen van Gods Woord. En hij zegt tegen Timotheüs: "Schenk er aandacht aan, denk er over na, en geef jezelf helemaal aan die opdracht".

Maar nog een andere les van de natuur laat zien wat er gebeurt als we de goede strijd verruilen voor een gemakkelijker manier van leven en weglopen van onze strijd vandaan. Ik las pas geleden een studie van een bioloog over krabben, wezens die in een ruwe, gevaarlijke omgeving leven te midden van uitstekende rotsen. Krabben worden dagelijks heen en weer geschut door golven en aan ieder kant aangevallen door wezens uit diepere wateren. Ze vechten voortdurend om zichzelf te beschermen, en na lange tijd ontwikkelen ze een sterke schaal en krachtige instincten om te overleven.

Verbazingwekkend genoeg, sommigen van de krabbenfamilie geven de strijd om te leven op. Op zoek naar een veilige haven, zoeken ze hun verblijf in de weggeworpen schalen van andere oceaan wezens. Deze krabben staan bekend als kluizenaarskrabben. Op zoek naar veiligheid trekken ze zich terug uit de strijd en ontsnappen naar tweedehands huizen die al klaar staan.

Maar de "veilige huizen" van de kluizenaarskrabben blijken duur en rampzalig te zijn. Door hun gebrek aan strijd vervallen belangrijke delen van hun lichaam. Zelfs hun organen sterven af doordat ze niet gebruikt worden. Na verloop van tijd verliest de kluizenaarskrab alle kracht om zich te bewegen, evenals vitale delen die nodig zijn om te kunnen ontsnappen. Deze ledematen vallen eenvoudig af, wat maakt dat de krab buiten gevaar is, maar verder alleen nog maar in staat is om te overleven, en verder nutteloos is.

In de tussentijd groeien en bloeien de krabben die voortgingen met de strijd. Hun vijf paar poten worden vlezig en sterk door het weerstand bieden aan de krachtige getijden. En ze leren zich te verbergen voor hun roofvijanden door behendig weg te vluchten onder rotsformaties.

Deze wet van de natuur illustreert ook de wet van de Geest. Als gelovigen worden we heen en weer geschut door golf na golf van moeilijkheden. We worden geconfronteerd met roofvijanden van satans machten en krachten. Maar als we doorgaan met vechten, worden we sterker. En we leren de kunstjes van de duivel te herkennen als hij ze tegen ons gebruikt. We ontdekken onze echte wijkplaats, de "holte in de rots", door op Jezus te vertrouwen. Alleen dan zijn we echt veilig te midden van onze strijd.

Een christen die koste wat kost "vrede en veiligheid" najaagt en alleen maar redding voor zijn leven wil, betaalt een hoge geestelijke prijs. Dus, hoe kunnen we ons beschermen tegen wegglijden van Christus vandaan en tegen het verwaarlozen van "zo'n groot heil"? Paulus vertelt ons hoe we dat kunnen doen: "Daarom moeten wij te meer aandacht schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet afdrijven" (Hebr.2:1).

God is niet geïnteresseerd in hoe snel we de hele Bijbel wel door kunnen lezen. Het lezen van vele hoofdstukken per dag om te proberen snel door de Bijbel te komen, geeft ons misschien het goede gevoel dat we iets hebben gepresteerd. Maar wat belangrijker is, is dat we "horen" wat we lezen, met geestelijke oren, en erover nadenken zodat het in ons hart "gehoord" wordt.

Standvastig blijven in Gods Woord was niet een klein ding voor Paulus. Hij waarschuwt liefdevol dat wij aandacht moeten schenken aan hetgeen wij gehoord hebben, opdat wij niet wegglijden. Hij zegt ook: "Stelt uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt, onderzoekt uzelf. Of zijt gij niet zo zeker van uzelf, dat Jezus Christus in u is? Want anders zijt gij verwerpelijk", (2Cor.13:5). Paulus suggereert niet aan deze gelovigen dat ze verwerpelijk zijn. Veeleer spoort hij hen aan dat zij, die Christus liefhebben, zichzelf testen. Onderzoek jezelf. Je weet zelf genoeg van je leven met Jezus om te weten dat Hij van je houdt, dat Hij zich niet van je heeft afgekeerd, dat Hij je verlost heeft. Maar vraag jezelf af: "Hoe is mijn relatie met Christus? Ben je die met alle ijver aan het behoeden? Leun je op Hem in alle omstandigheden?" "Want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden" (Hebr.3:14).

Misschien realiseer je je: "Ik zie dat ik een klein beetje aan het wegglijden ben, een neiging heb om te sluimeren. Ik weet dat ik minder en minder bid. Mijn leven met de Heer is niet zoals het zou moeten zijn".

Toen ik de Heilige Geest vroeg me te laten zien hoe ik me moest beschermen tegen verwaarlozing, leidde Hij me ertoe om het wegglijden van Petrus te overdenken en zijn uiteindelijke herstel. Deze man verloochende Christus, vervloekte Hem zelfs, en vertelde zijn beschuldigers: "Ik ken Hem niet".

Wat was er gebeurd? Wat had Petrus zover gebracht? Het was trots, het gevolg van zelfingenomen pocherij. Deze discipel had tegen zichzelf en tegen anderen gezegd: "Ik zou nooit koud kunnen worden in mijn liefde voor Jezus. Ik heb een plek bereikt in mijn geloof waar ik niet meer gewaarschuwd hoef te worden. Anderen glijden misschien weg, maar ik wil sterven voor mijn Heer".

Maar Petrus was de eerste van de discipelen die de strijd opgaf. Hij gaf zijn roeping op en keerde terug naar zijn oude beroep, en zei tegen de anderen: "Ik ga weer vissen". Wat hij eigenlijk zei, was: "Ik kan hier niet meer tegen. Ik dacht dat ik niet zou kunnen falen, maar niemand heeft God erger teleurgesteld dan ik. Ik kan gewoon niet meer tegen de strijd op".

Op dat punt had Petrus zich al met berouw bekeerd van zijn verloochening van Jezus. En hij was hersteld in de liefde van Jezus, toen Christus aan Zijn volgelingen verscheen in een afgesloten kamer en "op hen blies" om de Heilige Geest te ontvangen. Petrus was vergeven, genezen van zijn wegglijden, en was met de Geest vervuld. Maar hij was nog steeds een zwakke man van binnen.

Toen Jezus vervolgens op de discipelen wachtte aan de kust, was er nog een zaak die nog niet afgedaan was in het leven van Petrus. Het was niet voldoende dat Petrus weer in ere hersteld was, en veilig was in zijn redding. Het was niet voldoende dat hij zou vasten en bidden zoals iedere toegewijde gelovige zou doen. Nee, de zaak waar Christus zich op wou richten in het leven van Petrus was verwaarlozing in een andere vorm. Laat me het je uitleggen.

Toen ze rond het vuur zaten aan de kust, etend en pratend, vroeg Jezus hen drie keer: "Hebt gij Mij waarlijk lief, meer dan dezen?" (Joh.21-15). Iedere keer antwoordde Petrus: "Ja Here, Gij weet, dat ik U liefheb", waarop Christus antwoordde: "Weid Mijn lammeren". Bemerk dat Jezus hem er dit keer niet aan herinnerde te waken en te bidden, of ijverig te zijn met het lezen van Gods Woord. Christus veronderstelde dat die dingen al goed onderwezen waren. Nee, de instructie die Hij Petrus nu gaf, was: "Weid Mijn lammeren".

Ik geloof dat Jezus in deze eenvoudige zin Petrus onderwees dat hij op zijn hoede moest zijn voor verwaarlozing. Hij zei, in wezen: "Ik wil dat je je mislukkingen vergeet, en dat je van me weggegleden bent. Je bent nu bij Mij teruggekeerd, en Ik heb je vergeven en in ere hersteld. Daarom is het nu de tijd om je gedachtes af te wenden van je mislukkingen, en te vergeten dat je van Mij bent weggegleden. En de manier waarop je dat moet doen is door mijn volk niet te verwaarlozen en door in hun behoeftes te voorzien. Zoals de Vader Mij heeft gezonden, zend Ik ook jou".

Het feit is, ik kan mezelf geven aan veel gebed, een enthousiaste onderzoeker zijn van de Bijbel, mijn lichaam tuchtigen, de schijn van kwaad vermijden, vaak vasten en veel van Christus houden. Maar zelfs als ik deze dingen doe, is het nog steeds mogelijk voor mij de grote redding die aan mij gegeven is, te verwaarlozen. Hoe kan dat? Door mijzelf af te sluiten van menselijke behoeftes. Als ik al deze dingen doe, maar toch mezelf niets aantrek van de verlorenen en behoeftigen, of de gewonden in het lichaam van Christus negeer, ben ik net zoals de kluizenaarskrab geworden, alleen gericht op mijn eigen behoeftes en veiligheid.

Pastors hebben me bedroefd verteld: "Ik kan nergens meer werkers of vrijwilligers voor vinden. Na de kerkdienst rennen mensen naar hun auto, en stoppen nooit om hun hulp aan te bieden aan welke bediening dan ook". Wat een tragisch beeld van zo'n kerk: vol met geestelijke zwakkelingen; eens sterke mensen, maar ze zijn de weg opgegaan van de kluizenaarskrab.

Het boek Handelingen geeft een illustratie van de roeping die wij hebben ons te richten op de noden van anderen in plaats van op die van onszelf. Na de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren, bleven zij:.."volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden" (Hand.2:42).

Het was goed dat de apostelen anderen hielpen om in het Woord te blijven en door te gaan met bidden. Toen gingen Petrus en Johannes naar de tempel om te bidden, waar ze een man zagen die lam was en die hen om een aalmoes vroeg. Klaarblijkelijk hadden de discipelen deze man eerder gezien, want ze waren vaker naar de tempel gegaan bij andere gelegenheden, en hij was daar geregeld gezien al bedelend.

Dit keer zag Petrus de bedelaar in het licht van de woorden van Jezus aan hem: "Voed Mijn schapen". En de discipel reageerde. De Schriften zeggen: "En Petrus zag hem scherp aan" (Hand.3:4). Deze keer verwaarloosde Petrus zijn roeping niet. Hij besloot: "Ik moet iets doen", en hij begon door de hand van de man te nemen en hem op te richten. Je kent de rest van het verhaal: die lamme man stond springend op en prees God, totaal genezen.

Vaak zijn onze ogen net zoals die van de zeldzame soort vis die ik noemde: ze lijken functioneel, maar "zien" niet. En de waarheid is: er zijn noden die altijd aanwezig zijn, waarin we zouden moeten voorzien, als we zouden doen wat Jezus van ons vraagt. We hebben alleen geestelijke ogen nodig om ze te zien.

Als je volhardend bent in gebed en het bestuderen van Gods Woord, dan zal dat goed zijn voor je ziel. Maar het is nú de tijd om de Heilige Geest te vragen je ogen te openen voor de noden die vlak voor je deur zijn. Hij zal getrouw zijn om je gelegenheden te geven om te dienen, om je een nood te laten zien waar je vaak aan voorbij gelopen bent, maar die je nooit eerder "gezien" hebt. Als je reageert op dergelijke leiding, zul je nooit wegglijden. Dát is de beveiliging, de muur van bescherming: "het voeden van Mijn schapen".

----
Vertaald met toestemming van href=http://www.worldchallenge.org, World Challenge, P.O. Box 260, Lindale, TX 75771, USA.
Tenzij anders vermeld is de NBG-1951 vertaling gebruikt.

Dutch