Waarom is het voor christenen zo moeilijk om te bidden?

Ik heb me een tijd lang verwonderd over een probleem dat al jaren speelt in de kerk – en waar ik me erg zorgen over maak. Het probleem is, waarom is het voor Christenen zo moeilijk om te bidden?

De Schrift maakt het duidelijk dat het antwoord op alles in ons leven ligt in gebed, gecombineerd met geloof. De apostel Paulus schrijft: ‘Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God.’ (Fil. 4:6). Paulus zegt ons: ‘Zoek de Heere in alles wat je doet. En dank Hem vast voordat je verhoord bent!’.

De nadruk die Paulus legt is duidelijk: Altijd eerst bidden! We moeten het gebed niet als laatste toevlucht beschouwen – eerst naar onze vrienden gaan, vervolgens naar een dominee of andere raadgever, en uiteindelijk op onze knieën terechtkomen. Nee – Jezus zegt ons: ‘Maar zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden.’ (Matt. 6:33). We moeten eerst naar de Heere gaan – voordat we naar iemand anders gaan!

Het is hartverscheurend om de brieven te lezen die vele gebroken Christenen ons sturen. Gezinnen worden verbroken, echtparen scheiden, mensen die jarenlang gelovig wandelen met Christus leven in angst en verslagenheid. Al deze mensen zijn ergens door overvallen – zonde, depressie, wereldsgezindheid, verkeerde verlangens. En jaar na jaar worden hun problemen alleen maar verergerd.

Maar wat me het meest doet schrikken in deze brieven, is, dat zo weinig Christenen het gebed noemen. Ze vertellen over audiotapes, boeken, maatschappelijk werkers, bijeenkomsten, alle mogelijke soorten behandelingen – maar ze bidden bijna nooit. Ze slepen zich elke dag weer voort met hun zorgen en frustraties, ze leven alsof er een zware wolk boven hun hoofd hangt, omdat ze geen antwoord hebben op hun problemen.

Waarom is het zo moeilijk voor Christenen, om in tijden van moeilijkheden de Heere te zoeken in hun wanhopige nood? De Bijbel is tenslotte één lange getuigenis van het feit dat God het geroep van Zijn kinderen hoort, en ze beantwoordt met tere liefde.

  • ‘De ogen des HEREN zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun hulpgeroep;’ (Psalm 34:15).
  • ‘Roepen zij, dan hoort de HERE, en Hij redt hen uit al hun benauwdheden.’ (vers 17).
  • ‘En dit is de vrijmoedigheid, die wij tegenover Hem hebben, dat Hij, indien wij iets bidden naar Zijn wil, ons verhoort. En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, weten wij, dat wij de beden verkregen hebben, die wij van Hem hebben gebeden.’ (1 Joh. 5:14-15).
  • ‘Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.’ (Jac. 5:16).
  • ‘En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.’ (Matt. 21:22).
  • ‘…aan het gebed der oprechten heeft Hij welgevallen,’ (Spr. 15:8).
  • ‘…het gebed der rechtvaardigen hoort Hij.’ (vers 29).
  • ‘Dan zullen de volkeren de naam des HEREN vrezen, alle koningen der aarde uw heerlijkheid, wanneer de HERE Sion heeft gebouwd, Zich heeft gewend tot het gebed van de berooide en hun gebed niet heeft veracht.’ (Psalm 102:17).

Luister naar het ‘opscheppen’ van David: ‘Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord, Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.’ (Psalm 138:3). David zegt: ‘Ik heb U in mijn leven waargemaakt, Heere! In al mijn beproevingen heb ik me nooit tot iemand anders gekeerd. Ik heb alleen maar U gezocht – en U hoorde me, antwoordde me, en gaf me kracht voor de strijd waar ik mee geconfronteerd werd.’ ‘In de benauwdheid riept gij en Ik redde u, Ik antwoordde u…’ (Psalm 81:7).

Deze beloften en getuigenissen zijn zo’n overweldigend bewijs van de zorg van God. En ze zijn zo duidelijk, zo gevarieerd en zo talrijk, ik begrijp niet hoe een Christen ze ooit zou kunnen missen!

Maar als het over het gebed gaat, geeft de Bijbel ons meer dan beloften. Hij geeft ook waarschuwingen over het gevaar van het verwaarlozen van het gebed: ‘Hoe zullen wij dan ontkomen, indien wij geen ernst maken met zulk een heil,’ (Hebr. 2:3). Het Griekse woord voor ‘geen ernst maken met’ betekent hier: ‘er weinig belang aan hechten, licht opvatten.’

De context van dit vers is een bespreking van zaken die te maken hebben met onze verlossing – en het gebed is duidelijk een van deze zaken. God vraagt: ‘Hoe denk je dat je aan ondergang en verwoesting zult ontkomen in de donkere tijden die komen zullen, als je niet hebt geleerd om met Mij te spreken in het gebed? Hoe zul je Mijn stem kennen en herkennen als het nodig is, als je hem nu niet leert kennen in je binnenkamer?’

Ik geloof dat God diep gekwetst is door de verwaarlozing van het gebed onder Zijn volk tegenwoordig. Jeremia schrijft: ‘Zal een meisje haar tooi vergeten, een bruid haar gordel? Maar mijn volk heeft Mij vergeten, talloze dagen.’ (Jer. 2:32).

Dit is mijn grote vraag – de zaak die ik absoluut niet kan begrijpen: Hoe kan Gods eigen volk – dat voortdurend aangevallen wordt door de hel, met moeilijkheden en verleidingen aan alle zijden bedreigd wordt, – week na week rustig doorleven zonder Hem te zoeken? En hoe kunnen ze zeggen dat ze Hem liefhebben en Zijn geloften geloven, als ze nooit proberen om Hem te leren kennen?

Hebreeën 10 bevat een ongelooflijke belofte. Het zegt dat Gods deur altijd voor ons openstaat, en ons volledige toegang biedt tot de Vader:

‘Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees; en wij een grote priester over het huis Gods hebben; laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.’ (Hebr. 10:19-22).

Een paar verzen later krijgen we de waarschuwing, dat de dag van de Heere snel dichterbij komt: ‘Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen, zoals sommigen dat gewoon zijn, maar elkander aansporen, en dat des te meer, naarmate gij de dag ziet naderen.’ (vers 25). God zegt: ‘Zelfs nu, terwijl de dag van de wederkomst van Christus dichterbij komt, moet je Mij zoeken. Het is tijd om je binnenkamer in te gaan, en Mij te leren kennen!’

Ik geloof dat we de tekenen al zien, die aangeven dat we dichtbij de ondergang van ons financiële systeem komen: Geweld en immoraliteit zijn in opkomst. Onze maatschappij is op krankzinnige wijze gericht op het verkrijgen van wereldse genoegens. Valse profeten – ‘engelen van het licht’ – hebben al velen bedrogen met hun duivelse leer. En op elk moment kunnen we nu het uur van beproeving verwachten, wat de harten van alle mensen zal verschrikken met angst. Maar, voordat dit alles zal gebeuren, zegt de schrijver van Hebreeën:

‘Houd de waarheid vast! Blijf wakker en oplettend. Je hebt een open deur naar de heilige aanwezigheid van God – ga daarom naar Hem toe, in volle verzekering van het geloof, en leg je gebeden voor Hem. Het bloed van Christus heeft de weg al voor je vrijgemaakt – en er staat niet tussen jou en de Vader. Je hebt het recht om het Heilige der Heiligen binnen te gaan, om al de hulp te ontvangen die je nodig hebt!’

Als we geen belang hechten aan het offer van Jezus - wat Hij bracht, zodat wij deze toegang tot de Vader zouden hebben voor al onze noden - dan doen we tekort aan de genade van God, en halen we Zijn toorn over ons!

En toch, ondanks deze waarschuwingen voor de gevaren van het verwaarlozen van het gebed, toch vinden Christenen het nog moeilijk om te bidden. Waarom? Ik geloof dat er vier redenen voor zijn:

Als ik het woord ‘lauw’ gebruik, om de liefde van iemand voor Jezus te beschrijven, dan bedoel ik niet dat hij koud is naar de Heere. Ik bedoel meer, dat zijn liefde ‘goedkoop’ is – het kost hem niets. Laat me je een voorbeeld geven:

Als Jezus zich richt tot de gemeente van Efeze in Openbaringen 2, dan prijst Hij ze eerst voor alles wat ze gedaan hebben. Hij erkent dat ze veel gewerkt hebben in het geloof – ze haten zonde en compromissen, ze weigeren om valse leerstellingen aan te nemen, ze geven nooit op in vervolgingen, en verdedigen het evangelie vurig.

Maar, zegt Christus, Hij heeft één ding tegen hen: ‘Ze hebben hun vurige, kostbare liefde voor Hem verloren! ‘Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt.’ (Openb. 2:4).

Op de een of andere manier hadden ze, midden in al hun goede werken, de liefhebbende, standvastige wandel met Jezus verloren. En nu vertelt Hij hen: ‘Jullie hebben je eerste liefde verlaten. Jullie hebben de kostbare volharding verzaakt om Mijn aanwezigheid te zoeken, om met Mij te spreken!’

Let goed op: Jezus spreekt hier tegen gelovigen die begonnen met een vurige liefde voor Hem. Hij heeft het niet tegen dode, koude naamchristenen, die überhaupt nooit liefde voor Hem gehad hadden. Nee, Hij zegt: ‘Het is mogelijk, dat iemand, die eens een hart vol liefde voor Mij had, zijn ijver lauw laat worden. De toegewijde dienaar, die eens dagelijks Mij vurig zocht in zijn binnenkamer, bid nu bijna nooit meer!’

Probeer je eens in te denken hoe beledigend dit moet zijn voor Christus, die onze bruidegom is. Wat voor huwelijk kan er zijn, als een man en vrouw geen afgezonderde momenten van intimiteit hebben? En daar heeft Jezus het nu net over. Hij wil momenten met jou helemaal voor Zichzelf, om intieme omgang met je te hebben!

Je kunt zeggen dat je Hem liefhebt – maar als je nooit komt om bij Hem te zijn, dan bewijs je daarmee dat je Hem helemaal niet liefhebt. Dat soort gedrag zou nooit geaccepteerd worden door een andere minnaar. Als je je vriendin vertelt dat je van haar houdt, maar je ziet haar maar een keertje per week – net lang genoeg om te zeggen: ‘Dag schat, ik hou van je. Doei!’ – dan zou je vriendin dat niet accepteren. Waarom zou Jezus, die alles – Zijn leven! – voor je gaf, het wel doen?

Het maakt niet uit hoe uitbundig je de Heere prijst in de kerk, hoe vaak je zegt dat je van Hem houdt, hoeveel tranen je ook huilt. Je kunt veel geld schenken, anderen liefhebben, de zonde haten, kwaaddoeners bestraffen – maar als je hart niet voortdurend getrokken wordt naar Christus, dan heb je Hem gewoon niet lief. Je hecht geen belang aan het gebed, je verwaarloost het – en, volgens de woorden van Jezus zelf, is dat het bewijs dat je je liefde voor Hem verloren hebt.

Al onze werken zijn tevergeefs, tenzij we terugkeren tot onze helder brandende liefde voor Jezus. We moeten beseffen: ‘Jezus liefhebben betekent niet alleen van alles doen. Het bevat ook de dagelijkse, standvastige gewoonte om de relatie te handhaven. En dat kost me iets!’

Een prioriteit is de mate van belang die je ergens aan hecht, de mate van voorrang die je geeft aan iets boven andere zaken. En Christenen die niet bidden, stellen hun prioriteiten verkeerd.

Veel gelovigen beloven zichzelf dat ze zullen bidden als ze de tijd ervoor kunnen vinden. Maar elke week wordt het zoeken van Christus minder belangrijk dan het wassen van de auto, het schoonmaken van het huis, het bezoeken van vrienden, uit eten gaan, winkelen, sport kijken. Ze maken gewoon geen tijd om te bidden.

In de tijd van Noach en Lot waren de mensen niet anders. Het belangrijkste in hun leven was eten en drinken, kopen en verkopen, trouwen en zorgen voor hun families. Ze hadden geen tijd om te luisteren naar de boodschap van het komende oordeel van God. En zo was er niemand voorbereid toen het oordeel kwam!

Blijkbaar is er door de eeuwen heen niets veranderd. Voor de meeste Amerikanen staat God onder aan het lijstje van hun prioriteiten. Bovenaan staan hun inkomen, veiligheid, genoegens, familie. Natuurlijk, voor veel Amerikanen komt God zelfs helemaal niet voor op de lijst. Maar dat doet de Heere lang niet zoveel pijn als wanneer Hij op slechts weinig waarde geschat wordt door Zijn eigen kinderen!

Tegenwoordig reizen Christenen de hele wereld over, om een dominee, profeet of evangelist te vragen voor hen te bidden. Deze gelovigen willen de aanraking van God voelen, en ze hebben een bepaalde extatische ervaring van Zijn aanwezigheid. Maar zelfs als ze krijgen wat ze zoeken, dan is de ervaring meestal weer snel over. En, gek genoeg, van al die tijd die ze spenderen aan het reizen en het zoeken naar een aanraking van God, worden nog geen vijf minuten doorgebracht in gebed!

Geliefden, de Heere wil niet je restjes – die kleine stukjes en beetjes tijd die je over hebt, zodat je even snel kunt bidden. Dat is geen offer van gebed. Het is een kreupel offer – en het vervuilt het altaar!

De profeet Maleachi schrijft: ‘Want, wanneer gij een blind dier ten offer brengt, is dat niet erg? Wanneer gij een kreupel of ziek dier brengt, is dat niet erg? Bied dat eens uw landvoogd aan; zal hij welgevallen aan u hebben of u goedgunstig gezind zijn? zegt de HERE der heerscharen.’ (Mal. 1:8).

Maleachi zegt: ‘Jullie brengen alleen je oude dieren van je boerderij om aan God te offeren. Maar dit zijn nonchalante, gedachteloze, tweedehandse gaven. Probeer zoiets eens aan je landvoogd te geven. Hij zou je zijn huis uit laten gooien!’

God verwachtte van Zijn volk, dat ze zorgvuldig door hun kuddes zouden gaan, en elk dier beoordelen, om het mooiste dier te kiezen als offer voor Hem. En vandaag de dag verwacht God van ons precies hetzelfde. Hij wil onze beste tijd – tijd waarin niet gehaast wordt. En wij moeten van deze tijd een prioriteit maken!

Ik ontmoette eens een dominee van een van de grootste kerken van Amerika. Deze man was een ongelooflijk drukbezette dominee. Hij vertelde me, zonder verontschuldigingen: ‘Ik heb geen tijd om te bidden.’ Maar, wat hij in feite bedoelde, was: ‘Ik hecht geen belang aan het gebed.’

Toen ik zijn kerk bezocht, voelde ik geen beweging van de Geest van God in de gemeente. In feite was het een van de meest doodse kerken waar ik ooit in gepreekt heb. Maar hoe zou er ook enig leven in kunnen zijn, als de dominees niet eens baden?

Het feit is, dat geen enkele Christen tijd apart zal zetten om te bidden, tenzij het de eerste prioriteit in zijn leven wordt, boven al het andere – boven gezin, carrière, vrije tijd, alles. Als het niet zo is, dan is zijn offer corrupt!

Veel Christenen denken dat alles wat van hen verwacht wordt, is, dat ze naar de kerk gaan, zingen, luisteren naar de preek, de zonde weerstaan, hun best doen, en dan zal het uiteindelijk voor hen wel goed komen. Dit is het offer wat zij aan God brengen – en ze denken dat Hij er blij mee is!

Ik heb aan het bed gezeten bij stervende Christenen, die meer dan vijftig jaar lang trouwe kerkgangers waren. Deze mensen hebben geen kerkdienst gemist. Ze waren goede leden in hun familie, en ze konden spreken over elk geestelijk onderwerp. Maar ze hadden geen gebedsleven. Ze brachten hun tijd door met hun gezin, voor een tv met hun hobby’s – maar ze hadden geen tijd om alleen te zijn met Christus.

Dit kan misschien hard klinken, maar ik geloof dat deze mensen de eeuwigheid ingingen zonder dat ze hun Heere kenden. God had ze nooit tot Hem getrokken – omdat ze Hem nooit zochten!

Ik ben bang voor elke Christen die leert, om comfortabel te leven zonder dagelijks gebedsleven – die nooit een groeiende gemeenschap had met de Heere. Zulke mensen zijn uiteindelijk vreemden van God. En ze zullen staan tussen degenen die God bestraft op de oordeelsdag: ‘Ja, je hebt veel goede werken gedaan – je hebt mensen genezen, je hebt wonderen gedaan, je hebt veel mensen in Mijn koninkrijk gebracht. Maar Ik heb je nooit gekend. Ga weg van mij, vreemdeling!’

Hoe kunnen we Gods woede en ongenoegen ontvluchten, als we Zijn grote gift van verlossing negeren? Hoe kunnen we Hem in de ogen kijken op de oordeelsdag, als de boeken geopend worden, die zullen tonen dat we nooit enige tijd met Hem doorgebracht hebben? We kunnen wel zeggen: ‘Heere, ik weet wel dat ik weinig tijd voor U vrijmaakte. Ik heb al mijn tijd gebruikt voor mezelf, mijn gezin, mijn carrière. Maar nu ben ik er klaar voor om de eeuwigheid met U door te brengen.’ Denk je dat God dat zal accepteren? Nee – nooit!

Het feit is, dat je gemakkelijk een heel leven door kunt brengen zonder te bidden. Ik ken zelfs enige heel ‘succesvolle’ dominees en evangelisten die geleerd hebben om hun ambt te bedienen, helemaal zonder gebed. Ze kunnen je vermaken, prachtige verhalen vertellen, en je laten lachen. Maar ze kunnen je niet overtuigen, je veranderen, of je bewegen om de Heere te zoeken!

Na een tijdje komen deze mannen altijd terecht in diepe wanhoop. Waarom? Ze worden meer en meer afhankelijk van hun eigen arm, in plaats van de arm van God. En hun levens raken vol van verwarring aan alle kanten. Gebedsloze predikers zijn machteloze predikers!

Evenzo zijn gebedsloze Christenen oppervlakkig in het geloof, gemakkelijke doelen voor valse leraren, snel afgeleid van het ware evangelie. Zulke Christenen zijn altijd iets aan het ‘leren’ – maar ze worden nooit volwassen!

Na verloop van tijd raken veel gelovigen ontmoedigd over onbeantwoorde gebeden – en, uiteindelijk, geven ze het gewoon op. Ze denken: ‘Misschien heb ik gewoon niet genoeg geloof. Alles wat ik weet, is, dat gebed voor mij niet werkt. En waarom zou ik bidden als het toch niet helpt?’

De Israëlieten in de tijd van Jesaja hadden dezelfde houding. Jesaja schrijft: ‘Wel zoeken zij Mij dag aan dag en hebben zij een welgevallen aan de kennis mijner wegen, als een volk dat gerechtigheid doet … Zij vragen Mij …, zij hebben er een welgevallen aan tot God te naderen. Waarom vasten wij, als Gij er toch niet op let: verootmoedigen wij ons, als Gij er toch geen acht op slaat? …’ (Jes. 58:2-3).

Deze mensen beschuldigden God van het verwaarlozen van Zijn eigen kinderen! Ze zeiden: ‘Ik heb God lief – ik doe het goede, en ontwijk de zonde. En tot nu toe ben ik altijd trouw geweest in het bidden. Maar weet je wat? Hij heeft me nooit geantwoord! Waarom zou ik dan door moeten gaan met me te vernederen voor Hem? Hij heeft nooit acht geslagen op mijn smeken!’

Veel ongetrouwde christelijke vrouwen neigen tot deze wijze van denken. Ze zeggen: ‘Zoveel jaren lang heb ik de Heere ernstig gezocht, en Hem gevraagd om en godvrezende man in mijn leven te brengen. Ik heb al meer dan tien jaar telkens weer ervoor gebeden. Maar er is niets gebeurd!’ Dus proberen ze zelf een huwelijk te regelen – meestal met rampzalige gevolgen.

Pas kreeg ik een alarmerende brief van een dominee. Hij zei: ‘Broeder Wilkerson, afgelopen week heb ik de kerk gesloten, waar ik de afgelopen jaren dominee ben geweest. Ik heb de gemeente gewoon in de steek gelaten en ben van de preekstoel weggelopen. Jarenlang hebben we gebeden voor een opwekking – maar het gebeurde nooit. We baden voor een gebouw – het is er nooit gekomen. Gedurende deze jaren is de gemeente gekrompen tot dertig mensen. Het hielp gewoon niet. Nu ga ik weg, een andere baan zoeken.’

Ik heb medelijden met deze man. Ja, ik ben het met hem eens – hij heeft een andere baan nodig, omdat hij waarschijnlijk vanaf het begin nooit echt geroepen was voor de bediening. Zie je, onze roeping is niet, om een opwekking te realiseren, of om een kerk te bouwen, of om een mooi aantal leden in je gemeente te hebben. Nee – het is om de Heere trouw te dienen – en dat wijst weer op ons gebedsleven!

Jakobus schrijft, dat God de gebeden niet verhoord van degenen die vragen om dingen, enkel en alleen om zichzelf te bevredigen. ‘Gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen.’ (Jac. 4:3). Met andere woorden: ‘Jullie vragen niet om de wil van God. Je bent niet bereid om je te onderwerpen aan wat Hij wil. Nee, je probeert om Hem voor te schrijven wat Hij moet doen, om je eigen hart te bevredigen!’

Maak geen vergissing – onze God is volledig trouw. Paulus schrijft: ‘Het blijve: God waarachtig en ieder mens leugenachtig,’ (Rom. 3:4). Hij zegt in feite: ‘Het maakt niet uit, al roepen een miljoen mensen je toe ‘Gebed helpt niet. God hoort je niet!’ Je kunt beter ieder mens een leugenaar noemen. Gods woord houdt stand – en Hij is trouw en Hij hoort ons altijd!’

Jezus zei: ‘En al wat gij in het gebed gelovig vragen zult, zult gij ontvangen.’ (Matt. 21:22). Eenvoudig gezegd, zei Christus: ‘Als je echt geloofd, dan zul je bereid zijn om te wachten, en om een antwoord te verwachten van je hemelse Vader. En het zal niet uitmaken hoe lang het duurt. Je zult vasthouden aan je geloof, omdat je gelooft dat Hij zal antwoorden!’

Als God nog geen antwoord heeft gegeven op een bepaald gebed van jou, dan kun je er zeker van zijn dat Hij je geloof beproeft. Hij wil dat je Hem vertrouwt wanneer Hij niets zegt. En Hij beproeft je, om te zien of je zult zeggen: ‘Ik geef het op. Hij geeft toch geen antwoord!’ Uiteindelijk wil Hij dat je geloof hierdoor gezuiverd wordt, zo zuiver als goud – zodat je toegerust bent om vele antwoorden te ontvangen, voor jezelf en voor anderen! Ik heb eens het verhaal gelezen van een godvrezende heilige – een lieve oude zuster, die vele jaren lang nauw verbonden wandelde met Jezus. Haar gebedsleven was zo sterk, dat vele mensen haar vroegen om voor hen te bidden. Op een dag kreeg ze een brief van een vriend, die haar vroeg om haar gebed, en ze stemde hierin toe.

Een paar weken later kreeg ze opnieuw een brief van deze vriend, waarin stond: ‘Bedankt voor je gebed – ik ben genezen!’ Maar de godvrezende vrouw realiseerde zich dat ze helemaal vergeten was ervoor te bidden! Ze was erg blij dat haar vriend genezen was – maar ze vroeg zich af: ‘Heere, hij zei dat zijn geloof zwak was. Waarom hebt U hem genezen, als ik vergat te bidden?’

God antwoordde haar: ‘Ik heb hem gezond gemaakt, omdat jij Mij kent! Jij leeft zo dichtbij Me, dat ik jouw wens voor je vriend vervult heb – zelfs zonder je gebed.’

‘Hoe groot is het goed dat Gij hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat Gij bereid hebt voor wie bij U schuilen ten aanschouwen van de mensenkinderen.’ (Psalmen 31:20). ‘Wie Hem vrezen, hebben geen gebrek.’ (Psalmen 34:10).

Ga regelmatig naar je binnenkamer, en zoek Hem met je hele hart. Dat is het antwoord voor een gebroken huwelijk, voor familieleden die nog niet verlost zijn, voor alle noden in je leven. Je antwoord komt misschien niet direct. Maar God zal Zijn werk doen, op Zijn tijd en op Zijn wijze. Jij moet alleen maar geloven dat Hij het doen zal – omdat je Zijn geliefde kind bent!

Dutch