Wanneer je pijn lijdt

We lijden hoe dan ook allemaal pijn. Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Zelfs de lachende, flierefluitende menigte heeft pijn. Ze proberen hun pijn te verbergen door te drinken en grapjes te maken – maar het zal niet weggaan.

Wie heeft er pijn? De ouders van een verloren zoon of dochter. Miljoenen ouders zijn diep gewond over een kind dat hun advies in de wind heeft geslagen. Die liefdevolle ouders treuren over de misleiding en criminaliteit waarin hun kind, dat eens lief en goed was, verzeild geraakt is.

De slachtoffers van gebroken gezinnen hebben pijn. De in de steek gelaten vrouw die door haar man voor een andere vrouw werd verruild. De echtgenoot die de liefde van zijn vrouw is kwijtgeraakt. De kinderen die hun veiligheid zijn kwijtgeraakt.

Anderen lijden aan ziekte. Kanker, hart problemen, en een horde aan andere ziektes. Door een dokter verteld worden: "Je hebt kanker – je gaat misschien dood!" moet iets verschrikkelijks zijn. Maar velen die deze boodschap lezen, hebben deze pijn en kwelling ervaren.

Geliefden gaan uit elkaar. Een vriend of vriendin loopt weg, en vertrapt een relatie die eens nog mooi was. Alles wat er overblijft, is een gebroken, gewond hart.

En wat te zeggen over hen die zonder werk zitten? De wanhopigen van wie de dromen in elkaar zijn gevallen? Degenen die door hun ziekte nergens heen kunnen? De gevangenen? De homoseksuelen? De alcoholici?

Het is waar! We hebben – hoe dan ook – allemaal pijn. Ieder persoon op aarde draagt zijn eigen last van pijn en verdriet.

Als je heel erg veel verdriet hebt, kan geen persoon op deze aarde de angsten die je van binnen hebt en je diepste strijd wegnemen. Zelfs de allerbeste vriend kan niet werkelijke de strijd die jij doormaakt of de wonden die je kwellen begrijpen.

Alleen God kan de golven van depressie en de gevoelens van mislukking die over je komen doen ophouden. Geloof in Gods liefde alleen kan de gewonde geest nieuw leven inblazen. Het verwonde en gebroken hart dat in stilte lijdt, kan alleen genezen worden door een bovennatuurlijk werk van de Heilige Geest – en niets minder dan Goddelijke tussenkomst kan echt werken.

God moet in de situatie komen en het heft in handen nemen. Hij moet op het breekpunt tussenbeide komen en Zijn liefdevolle armen uitstrekken en dat lichaam en die geest die zo'n pijn doen onder Zijn bescherming en zorg nemen. God moet zich betonen als een liefhebbende Vader en aantonen dat Hij er is, dat Hij alles ten goede wendt. Hij moet, door Zijn eigen kracht, de stormwolken verdrijven – en de wanhoop en depressie wegjagen, de tranen afvegen, en het verdriet vervangen door vrede in je gemoed.

Wat het meest pijn doet, is dat je weet dat je liefde voor God sterk is, maar toch kan je maar niet begrijpen wat Hij probeert uit te werken in je leven. Je zou nog kunnen begrijpen waarom gebeden niet beantwoord worden, als je liefde voor Hem koud was. Als je weg zou lopen van God, dan zou je waarschijnlijk kunnen begrijpen waarom de beproevingen en de zware testen blijven doorgaan. Als je een echte zondaar zou zijn die de dingen van God verachtte, dan zou je jezelf nog kunnen doen geloven dat je het verdiende om erg gekwetst te worden. Maar je bent niet aan het weglopen, en je bent Hem op geen enkele manier aan het verwerpen. Je verlangt ernaar zijn perfecte wil te doen. Je wil niets liever dan Hem dienen met alles dat in je is. En dat is de reden dat je pijn zo afmattend werkt. Je pijn geeft je het gevoel dat er iets verschrikkelijks verkeerds met je aan de hand is. Je twijfelt aan je geestelijke diepte; en bij tijden, twijfel je zelfs aan je verstand. Ergens diep van binnen fluistert een stem: "Misschien schiet ik op de één of andere manier te kort! Misschien wordt me zoveel pijn aangedaan omdat God niet zoveel goeds in me kan zien! Ik moet zo uit zijn wil staan, Hij moet me straf geven om me gehoorzaam te maken."

Een gewond of gebroken hart veroorzaakt de meest kwellende pijn die de mensheid kent. De meeste andere menselijke pijnen zijn alleen lichamelijk. Maar een hart dat gewond is, moet een pijn dragen die zowel lichamelijk als geestelijk is. Vrienden en geliefden kunnen helpen de lichamelijke pijn van een gebroken hart te verzachten. Wanneer ze er zijn met hun lachen, hun liefde en zorg, dan verzacht dat de lichamelijke pijn en is er tijdelijk verlichting. Maar de nacht breekt aan, en daarmee vergezeld gaat de verschrikking van zware geestelijke strijd. Pijn is altijd 's nachts erger. Eenzaamheid komt als een wolk neer als de zon verdwijnt. De pijn explodeert als je helemaal alleen bent, en probeert te begrijpen hoe je het hoofd moet bieden aan de innerlijke stemmen en angsten die steeds maar weer opkomen.

Je vrienden die niet echt begrijpen waar je door heen gaat, bieden allerlei makkelijke oplossingen aan. Ze worden ongeduldig met je. Ze zijn meestal gelukkig en zonder zorgen op dat moment, en ze kunnen niet begrijpen waarom je niet gewoon ophoudt met "moeilijk te doen". Ze zijn achterdochtig en denken dat je je hebt overgegeven aan zelfmedelijden. Ze herinneren je eraan dat de wereld vol is met mensen van wie het hart gebroken is en die pijn hebben, maar ondanks dat toch stand hebben gehouden. Bovendien willen ze dat "eens-en-voor-altijd-alle-problemen-over-genezingsgebed" bidden. Je wordt verteld dat je je geloof "in werking moet stellen, een belofte moet claimen, een genezing moet belijden, en van je wanhoop vandaan moet lopen".

Dat is allemaal goed en nuttig, maar dat is gepreek dat gewoonlijk van christenen komt die zelf nog nooit veel geleden hebben in hun eigen leven. Ze zijn als de "babysitters" uit het verhaal van Job, die al de antwoorden wisten, maar zijn pijn niet konden verlichten. Job zei van hen: "Jullie zijn waardeloze genezers". Dank God voor goed bedoelende vrienden, maar als ze de zware strijd waar je moet doorgaan zelf alleen maar een uurtje zouden doormaken, dan zouden ze wel een toontje lager zingen. Zet ze alleen maar even op jouw plaats, en laat ze dan voelen wat jij voelt, en de innerlijke pijn ervaren die jij meedraagt, en dan zouden ze tegen je zeggen: "Hoe in de wereld kun je dat aan? Ik zou wat jij doormaakt niet aankunnen."

Dan is er dat oude cliché: "De tijd heelt alle wonden" Je wordt gezegd dat je gewoon geduld moet hebben, een glimlach op je gezicht moet doen, en wachten totdat de tijd je pijn verdooft. Maar ik heb het vermoeden dat alle regels en clichés over eenzaamheid gemaakt zijn door gelukkige, niet-gewonde mensen. Het klinkt goed – maar het is niet wáár. De tijd heelt niets – alleen God heelt.

Wanneer je pijn hebt, dan verhevigt de tijd alleen de pijn. Dagen en weken gaan voorbij en de zware strijd gaat door. De pijn gaat niet weg, wat de kalender ook zegt. De tijd kan misschien de pijn verder in de geest doen wegzakken, maar één kleine herinnering kan het naar de oppervlakte brengen.

In werkelijkheid helpt het niet veel om te weten dat christenen vóór jou hebben geleden – door de eeuwen heen. Je kunt je identificeren met het lijden van mensen uit de Bijbel die verschrikkelijke pijnlijke beproevingen hebben doorstaan. Maar wetend dat anderen door grote strijd heen zijn gegaan, kalmeert niet de pijn in je eigen gemoed. Als je leest hoe ze als overwinnaar uit hun gevechten kwamen – en jij bent nog steeds niet zo ver – dan wordt je pijn alleen nog maar erger. Het maakt dat je voelt dat ze blijkbaar erg dichtbij God leefden dat ze zulke antwoorden op gebed ontvingen. Maar het maakt ook dat je je onwaardig voelt tegenover God, omdat jouw probleem nog maar steeds voort duurt – ondanks al je geestelijke inspanningen.

Mensen worden zelden maar één keer door leed getroffen. De meesten die pijn hebben, kunnen je ook andere wonden tonen. Pijn stapelt zich op pijn. Een gebroken hart is gewoonlijk een teder, breekbaar hart. Het wordt gemakkelijk gebroken omdat het niet wordt beschermd door een harde buitenlaag. Tederheid wordt door een hart met een harde buitenkant ten onrechte aangezien voor zwakheid. Stilheid wordt ten onrechte aangezien voor zwakte. Een totaal geven van zichzelf aan een ander wordt ten onrechte aangezien voor "extreem bezig zijn". Het hart dat niet bang is zijn behoefte aan liefde toe te geven, wordt ten onrechte aangezien als "te seksueel georiënteerd".

Hieruit volgt dus dat een teer hart dat uitreikt naar liefde en begrip vaak het gemakkelijkst wordt gebroken. Harten die open en vol vertrouwen zijn, zijn gewoonlijk ook de harten die het meest gewond worden. Deze wereld wordt gevuld met mannen en vrouwen die de liefde hebben verworpen dat hen wordt aangeboden door een hart dat vriendelijk en teder is. Die sterke harten met een harde buitenkant die niemand vertrouwen – harten die zo weinig geven – harten die eisen dat liefde voortdurend bewezen wordt – harten die altijd berekenend zijn – harten die altijd manipulerend zijn en zichzelf dienend – harten die bang zijn een risico te nemen – die harten worden zelden gebroken. Ze worden niet gewond omdat er niets is dat gewond kan raken. Ze zijn te trots en op zichzelf gericht om iemand anders toe te laten hen op de één of andere manier te laten kwetsen. Zij gaan rond en breken andere harten en vertrappen de breekbare zielen die met hun leven in aanraking komen – eenvoudigweg omdat ze zelf te dom en bot van hart zijn, denken ze dat iedereen net als zij moet zijn. De harde harten houden niet van tranen. Ze haten betrokkenheid. Ze voelen zich verstikt worden als hun wordt gevraagd om uit hun eigen hart te delen.

Een gedeelte van de pijn die een gebroken hart moet lijden is de gedachte dat de overtreder, de hartenbreker, er helemaal niet voor gestraft wordt. Het hart zegt: "Ik ben degene die gewond en gekwetst is geraakt – maar toch ben ík degene die de prijs moet betalen. De overtreder gaat helemaal vrijuit – terwijl hij toch zou moeten boeten voor wat hij gedaan heeft. "Dat is het probleem met kruisen – de verkeerde wordt meestal gekruisigd. Maar God houdt de boeken bij, en op de Dag des Oordeels zullen de boeken opengaan. Maar zelfs in dit leven betalen hartenbrekers en mensen-verwonders een hoge prijs. Hoe ze ook proberen hun kwetsende daden te rechtvaardigen, ze kunnen de roep van degene die zij verwondden niet smoren. Zoals het bloed van Abel dat van de aarde riep – kunnen de uitroepen van een gebroken hart door de grenzen van tijd en ruimte heendringen en de hardsten van hart terroriseren. Wonden worden gewoonlijk veroorzaakt door regelrechte leugens. En iedere leugenaar moet uiteindelijke terecht staan.

Is er genezing voor een gebroken hart? Is er genezing voor die diepe, innerlijke wonden? Kunnen de stukken weer op zijn plaats gezet worden en het hart zelfs nog sterker gemaakt worden? Kan de persoon die zoveel verschrikkelijke pijn en lijden kent, weer uit de as van depressie verrijzen en een nieuwe en krachtiger manier van leven vinden? Ja! Heel zeker! En als dat niet zo zou zijn, dan zou Gods Woord bedrog zijn en God zelf een leugenaar. Dat kan niet waar zijn!

Laat me een paar eenvoudige gedachtes met je delen over hoe je moet omgaan met je pijn.

Wat je overkomen is, is een heel gewone kwaal onder de mensheid. Je situatie is helemaal niet uniek. Het is de weg van de menselijke natuur. Of je nu gelijk of ongelijk hebt, doet er op dit punt absoluut niets toe. Het enige dat belangrijk is, is je bereidheid om met God verder te gaan en Zijn mysterieuze werk in je te vertrouwen.

De Bijbel zegt: " Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid" (1 Petrus:12-13).

God beloofde je niet een pijnloos leven te geven. Hij beloofde je "een manier om te ontsnappen". Hij beloofde je dat Hij jou zou helpen je pijn te verdragen. Kracht om weer op je voeten te staan, als zwakheid je aan het wankelen brengt.

Heel waarschijnlijk deed je wat je moest doen. Je leefde in de wil van God en volgde eerlijk je hart. Je ging je weg met een open hart, en was bereid jezelf te geven. Liefde was je motivatie. Je ging niet uit de wil van God weg – iemand anders deed dat. Als dat niet waar was, zou jíj niet degene zijn die zoveel pijn heeft. Je bent gewond omdat je eerlijk probeerde te zijn.

Je kunt niet begrijpen waarom alles in je gezicht opblies, terwijl God je toch de hele tijd leidde. Je hart vraagt: "Waarom stond God me ten allereerste toe om in deze situatie terecht te komen, als Hij wist dat het nooit goed zou aflopen". Maar het antwoord is duidelijk. Judas werd geroepen door de Heer. Hij was voorbestemd om een man van God te zijn. Hij was met zorg uitgekozen door de Heiland. Hij zou machtig gebruikt kunnen zijn door God. Maar Judas maakte dat Gods plan niet werd volvoerd. Hij brak het hart van Jezus. Wat begon als een mooi, perfect plan van God eindigde in een ramp, omdat Judas er voor koos om zijn eigen weg te gaan. Trots en koppigheid deden het plan van God dat in werking was, mislukken.

Dus, leg alle schuldgevoelens terzijde. Hou ermee op jezelf te veroordelen. Stop uit te vinden wat je fout deed. Het is alleen datgene wat je op het ogenblik denkt, wat echt telt voor God. Je maakte geen vergissing – het is waarschijnlijker dat je te veel gaf. Zoals Paulus moet je zeggen: "…Hoe meer ik liefhad…hoe minder ik werd liefgehad…" (2 Kor. 12:15).

Onze liefdevolle Vader zei: "Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt." (1 Kor. 10:13).

De ergste soort van godslastering is te denken dat God degene is die al je wonden en pijn veroorzaakte. Dat het de Hemelse Vader is die je straft. Dat God denkt dat je één of twee gebroken harten nodig hebt voordat je klaar bent om Zijn zegeningen te ontvangen. Dat is niet zo!

Het is waar dat de Heer hen kastijdt die Hij liefheeft. Maar die kastijding is alleen maar voor een tijdje en niet met de bedoeling erachter om ons te verwonden. God is niet de auteur van de verwarring in je leven. Noch ben jij dat. Het is menselijke tekortkoming. Het is de vijand die onkruid zaait in je veld van inspanningen. Het is het bedrog in iemand anders in je nabijheid die zijn geloof in God is kwijtraakt. De vijand probeert ons te kwetsen door andere mensen heen, net zoals hij Job probeerde te kwetsen door een ongelovige vrouw heen.

Je hemelse Vader waakt onophoudelijk over je. Bij iedere beweging kijkt Hij mee. Iedere traan wordt in Zijn hemelse vat gedaan. Hij identificeert zich met al je pijn. Hij voelt iedere wond. En Hij weet wanneer je aan genoeg pesterij van de vijand bent blootgesteld. Hij stapt in de situatie en zegt: "Genoeg!" wanneer de wonden en de pijn je niet langer dichter bij de Heer brengen, maar wanneer ze, in plaats daarvan, beginnen je geestelijke leven naar beneden te halen, dan komt God in de situatie ingrijpen. Hij zal niet toestaan dat een kind dat op Hem vertrouwt het onderspit delft door te veel pijn en doodstrijd van de ziel. Wanneer de pijn tot je nadeel begint te werken – wanneer het je groei begint te belemmeren – dan moet God handelen en je een poosje uit de strijd halen. Hij zal nooit toestaan dat je verdrinkt in je tranen. Hij zal niet toestaan dat je pijn je gedachten doet degeneren. Hij belooft dat Hij precies op tijd zal komen om je tranen weg te vegen en je vreugde te geven in plaats van droefenis. Gods Woord zegt: "Des avonds vernacht het geween, tegen de morgen is er gejuich" (Psalm 30:5).

Jezus huilde. Petrus huilde – bitter! Petrus droeg de pijn met zich mee dat hij de Zoon van God de Vader verloochende. Hij liep alleen op het gebergte – en huilde van verdriet. Die bittere tranen werkten in hem een liefdevol wonder uit. Hij kwam terug om het koninkrijk van satan te schudden.

Een vrouw die een borstamputatie had ondergaan schreef een boek getiteld: "Eerst moet je huilen". Pas geleden sprak ik met een vriend die juist tehoren had gekregen dat hij kanker had waar hij aan dood zou gaan. "Het eerste wat je doet", zei hij, "is huilen totdat er geen tranen meer over zijn". Dan begin je dichter tot Jezus te naderen, totdat je weet dat Zijn armen je stevig vast houden."

Jezus kijkt nooit weg van een huilend hart. Hij zei: "Een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet" (Psalm 51:19). Niet één keer zal de Heer zeggen: "Hou je zelf onder controle! Sta op en neem je medicijn! Hou je kiezen op elkaar en droog je tranen." Nee! Jezus slaat alle tranen die we huilen op in zijn hemelse vat. '

Heb je pijn? Heel erg? Huil dan en roep tot God! En ga door met huilen, totdat de tranen ophouden te stromen. Maar laat die tranen zijn oorsprong vinden in pijn – en niet in ongeloof of zelfmedelijden.

Het leven gaat door. Je zult er verbaasd van staan hoe veel je aan kan met de hulp van God. Gelukkig zijn is niet leven zonder pijn of wonden. Helemaal niet. Echt geluk is leren bij de dag te leven, ondanks al het verdriet en de pijn. Het is leren hoe je in de Heer te verheugen, wat er ook in het verleden is gebeurd. Je kan je misschien verworpen voelen. Je kan je misschien in de steek gelaten voelen. Je geloof is misschien zwak. Je denkt misschien dat je laatste uur is geteld – maar God is nog steeds op Zijn troon. Hij is nog steeds God!

Je kunt er niets tegen doen! Je kunt de pijn en het verdriet niet stopzetten. Maar onze gezegende Heer zal naar je toekomen – en Hij zal Zijn liefdevolle hand onder je plaatsen en je oprichten om weer in de hemelse gewesten te verkeren. Hij zal je verlossen van de angst om dood te gaan. Hij zal Zijn eindeloze liefde voor je aan je openbaren.

Kijk omhoog! Bemoedig jezelf in de Heer. Als de mist om je heen is en je geen uitweg meer ziet – leg jezelf dan te ruste in de armen van Jezus en vertrouw gewoon op Hem. Hij moet het allemaal doen! Hij wil je geloof en je vertrouwen. Hij wil dat je uitroept: "Jezus houdt van mij! Hij is met mij! Hij zal me niet verlaten! Hij werkt het nu allemaal voor me uit! Ik zal niet gedeprimeerd zijn! Ik zal niet verslagen zijn! Ik zal geen slachtoffer zijn van satan! Ik zal mijn verstand niet verliezen of mijn doel kwijtraken! God is aan mijn zijde! Ik houd van Hem – en Hij houdt van mij!"

Waar het allemaal op aan komt is geloof. En geloof rust op die ene absolute waarheid: "Elk wapen dat tegen u gesmeed wordt, zal niets uitrichten" (Jesaja 54: 17).

----
Tenzij anders vermeld is de NBG-1951 vertaling gebruikt.

Dutch