WANNEER ZUL JE GODS BELOFTEN GELOVEN?
Ken je christenen die altijd klagen over hoe onvolmaakt zij zich voelen? Ze kleineren zichzelf voortdurend en vergelijken zichzelf met degenen die ze bewonderen, denkend: "Ik ben niet zoals hij. Het is hopeloos voor mij.”
Je herinnert je misschien het verhaal in het Oude Testament van de Israëlische spionnen die uitgezonden werden om het Beloofde Land te verkennen. Ze kwamen terug en zeiden: "Ja, het is een land dat stroomt van melk en honing, maar het is ook vol reuzen en ommuurde steden. We kunnen niet tegen deze mensen op. In vergelijking met hen zijn we slechts sprinkhanen." (zie Numeri 13).
Nu hebben deze mannen God niet beschuldigd. Ze hebben nooit gezegd: "God is niet in staat. Hij is niet sterk genoeg." Ze durfden niet zo'n ongeloof uit te spreken, maar in plaats daarvan richtten ze zich op zichzelf en zeiden: "We zijn als kleine beestjes in de ogen van onze vijanden."
Dat is geen nederigheid en dat is geen onschuldige praat. Integendeel, het is een belediging voor Degene die het licht van de wereld is. Dit licht gebiedt ons te geloven: "Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft." (Filippenzen 4:13).
Zie je, als je klaagt over je onvermogen en zwakheden, haal je jezelf niet omlaag, je haalt je Heer omlaag. Hoe? Omdat je weigert te geloven en te wandelen in zijn Woord. De spionnen van Israël waren zo gefocust op hun onvermogen, dat ze klaar waren om te stoppen. Wat was Gods reactie op hun angsten en ongeloof? "En de HEERE zei tegen Mozes: Hoelang zal dit volk Mij nog verwerpen? En hoelang zullen zij niet in Mij geloven, ondanks al de tekenen die Ik in het midden van hen gedaan heb?" (Numeri 14:11). God beschuldigde hen van één zonde: ongeloof.
Vandaag stelt de Heere Zijn volk dezelfde vraag die Hij aan Israël heeft gesteld: "Wanneer zul je geloven wat Ik je beloofde? Ik zei dat Mijn kracht naar je toe zou komen in jouw tijden van zwakte. Je moet niet vertrouwen op de kracht van je vlees. Ik ben Jehova, Eeuwige Kracht, en Ik zal je sterken door Mijn macht."