WAT GEBEURT ER ALS ONGELOOF NAAR BINNEN SLUIPT?

David Wilkerson (1931-2011)

"Daarom, zoals de Heilige Geest zegt: Heden, indien u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet, zoals bij de verbittering, op de dag van de verzoeking in de woestijn. Daar hebben uw vaderen Mij verzocht; zij hebben Mij op de proef gesteld en Mijn werken gezien, veertig jaar lang. Daarom ben Ik toornig geworden op dat geslacht en heb gesproken: Altijd dwalen zij met hun hart, en zij hebben Mijn wegen niet gekend. Daarom heb Ik in Mijn toorn gezworen: Mijn rust zullen zij niet binnengaan!" (Hebreeën 3:7-11).

Welke reden wordt gegeven waarom Gods volk niet in staat was Zijn rust te betreden? Was het vanwege overspel, hebzucht, dronkenschap? Nee, het kwam uitsluitend door ongeloof. Hier was een natie blootgesteld aan veertig jaar van bovennatuurlijke wonderen die God voor hen deed. Sterker nog, geen ander volk op aarde was zo geliefd, zo liefdevol verzorgd.

Zij ontvingen openbaring na openbaring over de goedheid van de Heere. Ze hoorden regelmatig een vers woord dat werd gepredikt door Mozes, hun profeet en leider, en toch vermengden ze dat woord nooit met geloof. Om die reden deed het ze geen goed. Te midden van al die zegeningen vertrouwden ze God nog steeds niet op Zijn woord en na enige tijd sloop ongeloof naar binnen.

Geliefden, ongeloof is de wortel van alle hardheid van het hart. De Schrift gaat verder: "Met wie was Hij nu veertig jaar boos? Was het niet met degenen die gezondigd hadden, wiens lijken in de wildernis zijn gevallen? "(Hebreeën 3:17). Het ongeloof van de mensen ontstak God's toorn tegen hen; bovendien verharde het hen in een voortdurende spiraal van ongeloof: "Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God; maar vermaan elkaar elke dag, zolang men van een heden kan spreken, opdat niemand van u verhard zal worden door de verleiding van de zonde." (Hebreeën 3:12-13).

Ongeloof is ook de wortel van alle bitterheid, rebellie en kilheid. Dat is de reden waarom Hebreeën 3 aan gelovigen is gericht. Je kunt gered zijn, met de Geest vervuld, heilig wandelen voor God en nog steeds schuldig zijn aan ongeloof. Het is zo belangrijk dat we Zijn bovennatuurlijke kracht in geloof aannemen en met vertrouwen zeggen: "Doe het opnieuw, Heere. Laat Uw kracht volmaakt worden gemaakt in mijn zwakheid."