WEES NIET ZORGELOOS MET BETREKKING TOT HET GEBED
Er zijn ernstige gevolgen voor het verwaarlozen van het gebed. Het Woord zegt: "Hoe zullen wij dan ontvluchten, als wij zo'n grote zaligheid veronachtzamen?" (Hebreeën 2:3).
Ik weet hoe het is om de bron van levend water bij de bron afgesloten te hebben, terwijl elke zegening opdroogde. Dit overkwam mij tijdens mijn perioden van zorgeloosheid omtrent het gebed. In die perioden had ik rustige tijden, maar geen effectieve vurigheid in gebed. Ik liet de zorgen van het leven mijn tijd met de Heere roven.
Wat gebeurde er met mij in die tijden? Dienstbaarheid veranderde in zelfmedelijden en mijn bediening leek eerder een last dan een zegen. Ellende op ellende overspoelde mijn ziel. Ik vocht tegen eenzaamheid, vermoeidheid, ongeloof en een verontrustend gevoel dat ik weinig had bereikt in het leven, teisterde mij. Terwijl ik speelde met de gedachte om de bediening te verlaten, werden Gods zegeningen belemmerd, relaties verzwakt en mijn onderscheidingsvermogen verdween tot op het punt dat er geen nieuwe openbaringen van Christus meer kwamen.
Toch kende ik ook de heerlijkheid van terug te keren en met de Heere in gebed te zijn. Zodra ik terugging naar mijn gebedsruimte, begonnen de zegeningen weer te stromen. Vreugde en vrede omhulden me, relaties werden genezen en Gods Woord kwam tot leven.
De Bijbel maakt duidelijk dat biddende dienaren aan alle kanten zegen en rust vinden:
“Het was in de dagen van Zacharia, die Uzzia leerde op God te zien, om God te zoeken. In de dagen dat hij de HEERE zocht, maakte God hem voorspoedig." (2 Kronieken 26:5).
"Wij hebben Hem gezocht, en Hij heeft ons rust van rondom gegeven." (2 Kronieken 14:7).
"Heel Juda was verblijd over de eed, want zij hadden met heel hun hart gezworen, en met heel hun verlangen Hem gezocht. Hij werd door hen gevonden, en de HEERE gaf hun rust van rondom." (1 Kronieken 15:15).
"Zij roepen en de HEERE hoort, Hij redt hen uit al hun benauwdheden. De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest." (Psalm 34:17-18).