Wegkomen uit Sodom

Ik hoorde eens een voorganger tegen zijn gehoor zeggen: "Het Oude Testament is niet relevant voor onze tijd. Het is niet meer nodig om het te bestuderen."

Hoe had hij het bij het verkeerde eind! Eén reden waarom ik ervan houd het Oude Testament te lezen is omdat het het Nieuwe Testament verklaart met duidelijke, eenvoudige woorden. Zijn verhalen zijn vol met typen en schaduwen van eeuwige waarheden, uitgewerkt in het praktische leven van echte mensen.

Bij voorbeeld, in het Oude Testament is Israël een soort christen, en Egypte vertegenwoordigt de wereld. En Israëls reis door de wildernis vertegenwoordigt ons geestelijk werk als christenen. Ook is de boomstok die de wateren bij Mara genas een soort van kruis van Christus. En de steen die water voortbracht in de woestijn is een soort Heiland, die op het kruis was gesmeten.

Inderdaad, de Schriften maken het duidelijk dat alle fysieke gevechten van Israël als een spiegel onze tegenwoordige strijd laten zien:

"Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is" (1 Kor. 10:11). Zelfs de tabernakel en zijn bekleding zijn voorbeelden van hemelse dingen: "Dezen verrichten slechts dienst bij een afbeelding en schaduw van het hemelse, blijkens de godsspraak, die Mozes ontving, toen hij de tabernakel zou gereedmaken. Zie toe, zegt Hij immers, dat gij alles maakt naar het voorbeeld, dat u getoond werd op de berg" (Hebr. 8:5).

Al deze Oud Testamentische voorbeelden zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat we niet in ongeloof vervallen, zoals Israël deed. De schrijver van Hebreeën zegt: "Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen" (4:11). Met andere woorden: "Bestudeer het Oude Testament, en leer van Israëls voorbeeld. Maak niet dezelfde vergissingen als zij deden!"

Wanneer ik een waarheid van het Nieuwe Testament niet begrijp, dan ga ik naar het Oude Testament om het op de één of andere manier geïllustreerd te vinden. Bij voorbeeld: laten we zeggen dat ik wil leren om alle geestelijke muren die de duivel in mijn leven opgebouwd zou kunnen hebben, neer te halen. Dan zou ik naar het verhaal gaan van Jozua, om te zien hoe de muren van Jericho neergehaald werden. Israël fysieke strijd met die muren laten me een beeld en een patroon zien, om me te helpen begrijpen hoe ik alle muren kan neerhalen die me ervan afhouden de volheid in Christus te bereiken.

Evenzo, als ik wil leren over hoe te overwinnen in gebed, dan zou ik gaan naar het verhaal van Jacob, om te zien hoe hij worstelde met de engel. Of, als ik zou willen leren hoe ik mijn zalving als voorganger moet beschermen, dan zou ik lezen over Samsom, om te bestuderen hoe hij zijn zalving verloor.

Op deze manier verschaft ons het verhaal van Sodom een machtig voorbeeld van Gods haat voor zonde. De apostel Petrus schrijft: "…God die de steden Sodom en Gomorra tot as heeft verbrand, tot omkering gedoemd en ten voorbeeld gesteld heeft voor hen, die goddeloos zouden leven…"(2 Petrus 2:6). Petrus zegt hier: "Er is een bedoeling met wat God deed met Sodom. Zijn handelen met die stad zou een les moeten zijn voor iedere samenleving!"

Laten we eens kijken naar het verhaal van Sodom, zodat we de waarheid van het Nieuwe Verbond kunnen ontdekken die het illustreert:

Het Nieuwe Testament gaat allemaal over je wegkrijgen uit Sodom, om Sodom uit jezelf te weg te krijgen, en over hoe je op een berg te krijgen: in de aanwezigheid van de Heer!

In Genesis 19 lezen we het verhaal van Lot, die de neef was van Abraham. De apostel Petrus beschrijft Lot als rechtvaardig en rechtschapen (zie 2 Petrus 2: 7-8). Maar toch woonde Lot in een plaats waar hij nooit geweest had moeten zijn – in het slechte Sodom.

Zelfs vandaag wordt Sodom geassocieerd met alles wat duivels is, gewelddadig, pervers en ongoddelijk. De zonden van de stad werden zo smerig en slecht dat hun stank de hemel bereikte. En tenslotte zei God: "Genoeg! De zonde van deze stad is hemelhoog gerezen. Nu zal ik Sodom platbranden!" (De Hebreeuwse betekenis van "Sodom" is "verschroeid, verbrand.")

De meesten van ons denken over Sodom als een type van een moderne, zondige stad, zoals San Francisco, met zijn militante, openlijke homoseksualiteit; of New York City, met zijn inhaligheid en geweld; of New Orleans, met zijn duivelse Mardi Gras. Maar de waarheid is dat we alleen maar naar ons eigen hart hoeven te kijken om Sodom te vinden.

Zie je, we zijn allemaal geboren met de Sodomitische natuur – een hart dat buitengewoon slecht is, vol met ieder duivels ding: "Veeleer bedrijft gij euveldaden in het hart, op aarde weegt gij het geweld uwer handen af" (Psalm 58:3). "In wiens hart draaierijen zijn, die aldoor kwaad smeedt, die twist stookt" (Spreuken 6:14). "Een hart dat heilloze plannen smeedt, voeten die zich haasten om naar het kwade te snellen" (vers 18).

Jezus zelf zegt dat de Sodomitische natuur vanaf de geboorte in ons is: "Want uit het hart komen boze overleggingen, moord, echtbreuk, hoererij, diefstal, leugenachtige getuigenissen, godslasteringen. Dat zijn de dingen, die een mens onrein maken…" (Mattheüs 15:19-20).

Ondanks deze natuur riep God de rechtvaardige Lot. Maar Lot had een diep geestelijk probleem: Hij zat met een onzichtbaar koord aan Sodom vastgebonden! De smerige stad had een greep op zijn hart. En Lot kon zich niet los hiervan maken, ondanks het voortdurende verval van zijn ziel: "Want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken" (2 Petrus 2:8).

Lot wist beter dan in Sodom te blijven. De Schriften zeggen: "Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters" (Psalm 1:1). Lot had moeten beslissen: "Nou is het genoeg geweest – ik moet hier wegwezen! Als ik hier nog langer blijf, zal deze slechtheid me in zijn greep krijgen. Het zal me mijn ziel kosten!" Maar hij had nooit de wilskracht om weg te gaan.

God had Lot al zeker één gelegenheid gegeven om te vertrekken. In Genesis 14 lezen we dat een met elkaar samenspannend leger van koningen Sodom en Gomorra binnendrongen, de steden plunderend en de mensen gevangen nemend. Lot en zijn familie waren onder hen die gevangen werden genomen (zie Genesis 14-12).

Toen Abraham over de aanval hoorde, legerde hij zijn 318 dienaars en achtervolgde de binnendringers. En, door Gods wonderwerkende kracht, overwon hij die vijandige koningen en heroverde alles: "En hij bracht al de have terug, en ook zijn broeder Lot en diens have bracht hij terug, evenals de vrouwen en het volk" (vers 16).

Lot had bovennatuurlijke verlossing van Sodom ontvangen. Maar in plaats dat hij de slechte stad verliet, ging hij er gelijk weer naar toe!

Mijn overleden vriend Leonard Ravenhill, de grote profetische man van God, schreef een boek genaamd: "Sodom had geen Bijbel". Inderdaad, Sodom had de Schriften niet – maar die stad had wel één van de krachtigste preken die ooit zijn gepreekt aan het mensdom. De preek was Abraham – een vrome man die pal stond voor rechtvaardigheid.

De mensen van Sodom zagen Abraham de Heer aanbidden, zijn tienden betalen en nederig voor de Heer wandelen. En toen hij een beloning weigerde te ontvangen voor het redden van hun stad, was het een liefdevolle vermaning voor hun slechte levensstijl. Abraham wilde zelfs geen veter accepteren van Sodom! (zie vers 23).

Dit voorbeeld van deze vrome man zou Lot moeten hebben doen beven – maar dat deed het niet. Lot weigerde nog steeds Sodom te verlaten. Ik heb me vaak afgevraagd: "Waarom ging Lot niet weg? De Bijbel zegt dat hij van God hield. Hij moest toch zeker bezorgd zijn geweest voor zijn eigen ziel."

Ik geloof dat God ons iets duidelijk wil maken in deze passage. En dat is dat geen enkel persoon, zelfs niet een heilige prediker als Abraham – ons kan verlossen van de zonde in ons hart. Niemand kan ons uit Sodom halen – omdat het menselijke vlees geen macht in zichzelf heeft om volledige en complete verlossing te verschaffen!

Lot vertegenwoordigt een soort van worstelende christen van vandaag. Deze gelovige heeft in geloof ontvangen dat hij in Christus gerechtvaardigd is. Maar zijn ziel wordt gekweld door de zonde die hij zowel in de maatschappij als in zijn eigen hart ziet. Hij weet dat hij van God houdt. Maar iets blijft er in zijn ziel zitten – misschien een slechte gewoonte of steeds maar zondige gedachten.

Gods wet zegt hem: "Leg af iedere last en zonde die je bezet houdt. Het loon van de zonde is de dood." Inderdaad, de wet eist onophoudelijk de gehoorzaamheid van de gelovige. Maar het veroordeelt ook voortdurend zijn hart. Iedere keer dat het faalt, roept het uit: "Schuldig!"

Deze christen weet dat hij niet bij machte is weg te lopen van zijn zonde. Hij heeft God keer op keer beloofd dat hij het beter zal gaan doen. Maar hij geeft altijd toe aan zijn slechtheid. En uiteindelijk roept hij uit: "Ik ben helemaal gebonden. Ik heb geen macht om dit te overwinnen." Hij kan zichzelf niet uit Sodom wegkrijgen!

Onder het Oude Verbond was absolute gehoorzaamheid vereist. Gods wet stond zelf de kleinste ongehoorzaamheid niet toe. Eenvoudig gezegd: de ziel die zondigde stierf.

Die geboden waren duidelijk beschreven, en lieten zien wat de perfecte gehoorzaamheid aan een heilige God vereiste. Maar de wet gaf geen voorziening aan het vlees voor zulke gehoorzaamheid. En de mens merkte dat hij totaal niet in staat was zich aan de vereisten van de wet te houden. Paulus noemde de wet: "… een juk op de hals der discipelen …, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen" (Hand.15:10).

Toch beschrijft Paulus de wet als een "tuchtmeester voor ons tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden" (Gal. 3:24). De wet legt ons hart bloot, en laat ons zien dat we een zwakke wil hebben, hulpeloos als babi's, die een Heiland nodig hebben.

Op dit punt vraag je jezelf af: "Waarom zou God perfecte gehoorzaamheid van ons vragen, en ons toch niet voorzien van de kracht om eraan te voldoen?" De Bijbel maakt het duidelijk: God moest ons naar een plaats brengen waar we ons realiseerden dat we geen kracht hadden om te ontsnappen aan onze zonde!

Het kostte Israël vier honderd jaar van kwelling om te leren dat zij niet hun eigen verlossing konden bewerkstelligen. Ze konden zich niet in hun eigen kracht van hun slavenmeesters ontdoen. Ze hadden een verlosser nodig – een God die naar hen uitreikte en hen uit hun slavernij zou halen.

En het duurde eeuwen – tot de tijd van Zacharia – dat Israël inzag dat ze een verlosser nodig hadden. Ze waren er ten slotte van overtuigd dat ze een Heiland nodig hadden die: "…haar een vurige muur zou zijn rondom, en heerlijkheid binnen in haar" (Zach. 2:5). God zelf zou het vuur rondom hen heen zijn – en de glorie binnenin hen!

Toch hebben vele christenen vandaag deze les nog niet geleerd. Ze leven onder de wet – en worstelen in hun vlees, maken beloftes aan God, en proberen vrij te komen van hun zonde. Ze worden iedere dag wakker en zeggen: "Dit is de dag, Heer! Ik zal de kracht en wilskracht vinden om deze ketenen te breken. Met alleen een klein beetje meer inspanning, zal ik vrij zijn!"

Nee – het zal nooit lukken! Het zal alleen maar nog meer schuldgevoel opleveren. De wet is bedoeld om hen naar het kruis te brengen – om hun hulpeloosheid te doen inzien, en de noodzaak van een Verlosser!

Misschien ben je je lekker aan het ontspannen en denkt: "Deze boodschap is niet op mij van toepassing. Ik heb geen zonde die mij bezet houd. Ik doe niet aan hoererij of overspel, en ik drink of rook ook niet. Prijs de Heer, er zit geen Sodom in mij." Maar je kunt je niet erger vergissen! Jacobus schrijft: "Maar zo vaak iemand verzocht wordt, komt dit voort uit de zuiging en verlokking zijner eigen begeerte" (Jacobus 1:14). En we worden allemaal verzocht door onze lusten – ieder van ons – zonder uitzondering!

Jacobus voegt er dan aan toe: "Daarna, als die begeerte bevrucht is, baart zij zonde…" (vers 15). Hij spreekt hier over het geboorteproces. In ieder van ons hart is een baarmoeder van lust – en iedere zonde die we begaan wordt geboren uit die baarmoeder. Net zoals geen twee babi's gelijk zijn, zijn geen twee zonden gelijk. Iedere persoon brengt zijn eigen soort zonde voort. En, over de jaren, zijn vele christenen zich gemakkelijk gaan voelen met hun geheime zonde. Zoals Lot worden ze er blind voor en beginnen het gemakkelijk op te nemen.

Ik denk aan vele van zulke voorbeelden binnen het lichaam van Christus. We sluiten de ogen voor de zonde van het zoeken van lof van anderen. We sluiten de ogen voor de zonde van het lusten naar positie. We sluiten de ogen voor de zonde van trots over onze geestelijke afstamming, onze Bijbelkennis, ons volhardende gebedsleven. We zien onszelf misschien als nederig, vriendelijk, makkelijk te onderwijzen – maar dat zijn we niet!

God neemt geen enkele van onze zonden licht op. Ik heb dit op de harde manier moeten leren. Vandaag, als ik terugkijk over bijna vijftig jaar bediening, dan ril ik van die keren dat ik misleid was door de zonde van trots.

Ik herinner me dat ik de belangrijkste spreker was op een zekere leidersconferentie. Ik dacht: "De Heer heeft me gezegend met zo'n grote openbaring. Ik ben niet onder de indruk van de mensen van grote naam hier. God heeft me vanaf mijn geboorte apart gezet om prediker te worden!"

Niet lang daarna kwam ik onder het onderzoekingslicht van de Heilige Geest terecht – en het scheen direct op mijn trots. Als ik me niet aan de vermaning van Paulus had vastgehouden om de vroegere dingen achter me te leggen, dan zou ik in wanhoop zijn vervallen. Maar God was me genadig. Ik dank de Heer voor Zijn genade en Zijn grote geduld met mij, toen en nu.

Vandaag de dag is de roep van mijn hart: "Heer, ik weet dat ik niet de nederige, bescheiden dienaar ben die ik altijd dacht dat ik was. Ik ben verwaand geweest, zelfverzekerd, gedreven door het vlees. Nu realiseer ik me dat als ik enige zalving heb, ik die alleen te danken heb aan uw liefdevolle vriendelijkheid!"

Mijn lusten zijn misschien niet uw lusten. Maar ik geloof dat er drie dingen zijn die we allemaal moeten doen, als we verlost willen worden van Sodom:

"Daarop zeide de HERE: Het geroep over Sodom en Gomorra is voorwaar groot, en haar zonde is voorwaar zeer zwaar" (Genesis 18:20). We houden er allemaal van over Gods genade te horen, zijn liefde en grote geduld met ons. Maar we willen er liever niet aan denken dat Hij binnen niet al te lange tijd zal afrekenen met alles wat van Sodom is!

God openbaarde Zijn natuur aan Mozes op deze manier: "De HERE ging aan hem voorbij en riep: HERE, HERE, God, barmhartig en genadig, lankmoedig, groot van goedertierenheid en trouw, die goedertierenheid bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid, overtreding en zonde vergeeft…" (Exodus 34-6). Maar al in het volgende vers, voegde God eraan toe: "…maar (de schuldige) houdt Hij zeker niet onschuldig…" (vers 7).

De Heer zei: "Ik zal mijn ogen niet sluiten voor zonde! Ja, ik ben genadig en ben verdraagzaam. Maar de tijd komt dat het geduld van Mij met je zonde zal ophouden. En dat is het moment dat Sodom zal branden!"

Aan Lot werd deze waarschuwing gegeven: Twee engelen kwamen naar hem en zeiden: "Maak dat je wegkomt, Lot, voordat je wordt verteerd samen met al deze ongerechtigheid!" "…Sta op, neem uw vrouw en uw beide dochters, …opdat gij niet vanwege de ongerechtigheid der stad verdelgd wordt" (Genesis 19:15).

We weten dat Lot deze waarschuwing niet serieus nam. In feite sliep hij zo diep dat de engelen hem de volgende morgen moesten wakker maken. Lots schoonzonen moeten gedacht hebben: "Als hij de waarschuwing echt geloofde, zou hij nu allang bezig zijn hier weg te komen. Maar hij gelooft het niet – dus, waarom zouden we?" Dit zou een les voor ons allen moeten zijn! We kunnen getuigen over de terugkomst van Jezus zoveel als we willen. Maar als we niet leven alsof Christus op het punt staat terug te komen, zal niemand naar ons willen luisteren!

Nu, ik geloof in wat wordt genoemd: "goddelijke ultimatums". Die komen als de Heilige Geest weet dat je zonde je ieder moment kapot kan maken. Maar, voordat het moment plaats vindt dat je geheime lusten losbarsten in een verterend vuur, komt de Heer en zegt:

"Ik ben de God van genade, en ik wil je hieruit verlossen. Nu, bekeer je van je zonde. Gehoorzaam Mijn Woord!"

Deze ultimatums zijn door de hele Bijbel heen te vinden. Bijvoorbeeld, Handelingen vertelt ons dat Ananias en Saffira gewaarschuwd werden de Heilige Geest niet te bedroeven door tegen Hem te liegen. En toen ze dat toch deden, vielen ze dood neer (zie Handelingen 5). Evenzo waarschuwt Paulus tegen het grieven van de Geest: "En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing" (Efeze 4:30).

Het doet er niet toe hoeveel je bidt of vast, of hoe getrouw je bent met het doen van Gods werk. Als je niet wil toegeven dat je zonde voortkomt uit je eigen lusten – en als je niet gelooft dat God er serieus iets aan zal doen – dan ben je misleid!

De dag van afrekening kwam eindelijk voor Lot. Een wilde troep mannen omringden zijn huis, sloegen op de deur en schreeuwden perverse dingen. Zij eisten dat Lot de twee engelen naar buiten zond zodat ze hen konden verkrachten: "En zij riepen Lot toe en zeiden tot hem: Waar zijn de mannen, die vannacht bij u gekomen zijn? Breng hen bij ons buiten, opdat wij met hen gemeenschap hebben" Genesis 19:5).

Het was een verschrikkelijke scène. Maar toch was Lots reactie zo dat hij probeerde het op een akkoordje te gooien met de mannen. Klaarblijkelijk was Lot een rechter in Sodom, omdat hij bij de stadspoorten zat, en had hij een reputatie om te beschermen. Dus probeerde hij met de meute te redeneren. Hij ging zelfs zo ver dat hij hen "broeders" noemde, waarbij hij liet zien dat hij Sodoms zonde licht opnam!

"…en hij zeide: Mijn broeders, doet toch geen kwaad; zie toch, ik heb twee dochters, die met geen man gemeenschap hebben gehad; laat mij die tot u naar buiten brengen en doet met haar, zoals goed is in uw ogen; alleen doet deze mannen niets…" (vers 7-8).

Een theoloog schrijft dat Lot wist dat deze mannen zijn dochters niets zouden aandoen, omdat ze homoseksueel waren. Misschien redeneerde Lot bij zichzelf: "Deze mannen zijn feestvierende Sodomieten, en willen alleen maar hun perverse lusten bevredigen. Zij zijn geen bedreiging voor vrouwen. Als ik mijn dochters nu naar buiten zend, dan zullen ze morgenochtend ongedeerd weer thuiskomen."

Hoe stom! Zelfs al zou dat waar zijn, dan zou Lot nog hebben geprobeerd de ene zonde door de andere te vervangen. Maar het is onmogelijk om te onderhandelen met lusten! Altijd als je probeert die binnen de grenzen te houden, breken ze er doorheen, en gaan nog verder.

Lot is een voorbeeld van wat verborgen zonde kan doen aan een rechtvaardig man. Hij was duidelijk misleid. Zijn zonde had in hem zo'n gevaarlijke toestand teweeg gebracht dat hij bereid was alles op te geven om zijn gezicht te redden – met inbegrip van zijn geliefde gezin. Hij dacht waarschijnlijk: "Als dit werkt, dan red ik zowel mijn dochters als mijn reputatie. Alles zal blijven zoals het tevoren was. Het leven in Sodom is toch eigenlijk nog niet zo slecht!"

Deze man was niet bereid de realiteit onder ogen te zien! Hij wilde zijn moment van afrekening rekken door nog steeds te proberen de dingen op een akkoordje te gooien om Gods verlossing in zijn leven uit te stellen. En geliefde, dat is de houding van vele christenen vandaag de dag. Zij overtuigen zich er zelf van: "Mijn God is een God van genade. Hij verloste me eens van mijn zonde, en Hij zal het weer doen."

Nee! God zegt tegen je door deze passage: "Geen akkoordjes meer. Niet meer proberen een zware zonde om te ruilen voor een lichtere. Het moet allemaal verdwijnen!"

Lot zou gestorven zijn in de holocaust, als God de zaken niet in Zijn handen had genomen. De Heer pakte Lot en zijn gezin letterlijk beet en trok hen uit de stad vandaan:

"En toen hij talmde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn beide dochters bij de hand, omdat de HERE hem wilde sparen, en leidden hem uit en brachten hem buiten de stad" (Genesis 19:16).

Wat een prachtig beeld van de genade van het Nieuwe Verbond van onze Heer! Toen Lot treuzelde terwijl alles dreigde verteerd te worden, leidde God deze verwarde, misleide, door zonde gebonden man uit naar veiligheid, alhoewel hij zelf geen kracht of wil had om zich te verlossen. Hij zei in wezen tegen Lot: "Ik houd van je, en ik zal je niet laten sterven in deze holocaust. Je bent een rechtvaardig man, Lot – en Ik heb je gewaarschuwd. Nu, kom!"

"Zo zeker als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven" (Romeinen 5:6). De letterlijke betekenis voor "zwak" is "zonder bekwaamheid of wil." God zegt dat Hij bereid is voor ons te handelen omdat we niets hebben te geven!

De Heer had één instructie voor Lot: "… En zodra zij hen naar buiten geleid hadden, zei een van hen: Vlucht om uws levens wil; zie niet om, en sta nergens in de Streek stil; vlucht naar het gebergte, opdat gij niet verdelgd wordt" (Genesis 19:17). Het gebergte betekent hier Gods aanwezigheid, een plaats alleen met Hem. We zien dat dit beeld door de Schriften heen herhaald wordt: Het was op een berg dat Mozes aangeraakt werd door Gods heerlijkheid…dat Christus werd verheerlijkt voor de ogen van Zijn discipelen…dat Jezus Zijn Vader zocht in gebed. Al deze dingen gebeurden op een berg.

"Groot is de HERE en hoog te loven in de stad van onze God zijn heilige berg" (Psalm 48:1). "Komt, laten wij opgaan naar de berg des HEREN, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen…" (Jesaja 2:3). De boodschap is hier: "Als God je verlost door geloof in Zijn beloftes, ren dan gelijk naar de berg van Zijn heiligheid!"

Maar Lot was niet bereid om naar Gods aanwezigheid te rennen. Hij zei: "…maar ik zal niet naar het gebergte kunnen ontkomen, zonder dat het onheil mij achterhaalt en ik sterf" (Genesis 19:19). In plaats daarvan vroeg hij God of hij een omweg naar Zoar mocht nemen.

God stond het toe. En Lot kwam uiteindelijk op het gebergte terecht. Maar toen hij daar was, gebeurde er iets ergers dan Sodom. Lot werd dronken en werd verleid door zijn twee dochters, die zijn zonen droegen door incestueuze handelingen.

Wat een tragisch beeld! En het gebeurde allemaal omdat Lot niet naar Gods volheid toe wou.

Dat is het Oud Testamentische type mens.

Maar laat me je nu de Nieuw Testamentische Waarheid tonen!

Ik geloof dat het volgende passage openbaart hoe God ons uit Sodom verlost:

"Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst" (2 Petrus 1:3-4).

God komt naar ons in onze misleide, gebonden toestand met machtige beloftes van volledige en complete verlossing. Hij zegt: "Ik beloof dat ik je zal verlossen en je van ongerechtigheid zal verlossen. En ik zal je een hart geven om mij te gehoorzamen. Nu, klem je vast aan mijn beloftes!"

Wat een heerlijke, vrijmakende waarheid! We worden uit onze zonde geleid als we ons vastklemmen aan Gods beloftes. Denk er eens over na. Petrus zegt dat de gelovigen die hij in deze brief aansprak "ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst" (vers 4). Hoe ontsnapten deze christenen aan zonde? Hun werd goddelijke kracht gegeven – leven en godvruchtigheid – door hun geloof in Gods beloftes!

Lieve heilige, je Vader wil dat je volheid van vreugde kent in Christus. En die vreugde zal alleen loskomen als je vrij bent van de macht van de zonde. Dus, sta toe dat de Heilige Geest de baarmoeder van je lusten binnengaat en daar alles weghaalt dat niet van Christus is. Bid nu tot de Heer:

"O, Vader – Ik ben het eens met U over mijn zonde. De stank van mijn slappe houding tegenover zonde heeft de hemel bereikt. En ik weet dat mijn zonden moeten verdwijnen! Heer, ik ontvang Uw liefdevolle, goddelijke ultimatum. En ik leg alles voor U neer. Brand alles wat zondig is uit mij weg. En laat Uw beloftes mijn hart in zijn greep mogen houden. Leid mij naar de berg van Uw heiligheid!"

Dutch