Jezus zei in Gethsemané: "Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak met Mij." (Mattheüs 26:38). Kun je je voorstellen hoe de Zoon van God een nacht van uiterste verwarring verdraagt? Wist Hij niet dat Hij op het punt stond alle overwinning op hel en dood te eisen? Had Hij geen aangeboren gevoel van leiding en bestemming, wetende dat de Vader bij Hem was?
Wanneer de Geest ons dringt om in liefde te spreken, dan moeten we dat doen. Onlangs tijdens de lunch met mijn vrouw, voelde ik mij gedrongen om een van de obers in onze omgeving te vertellen dat Jezus van hem hield. Hij antwoordde niet, maar later zag ik dat hij een paar andere personeelsleden vertelde wat ik had gezegd, wat nieuwsgierige blikken onze kant opleverde. Toen gebeurde er iets interessants. Toen we weggingen, hield een andere ober me tegen en vroeg of ik met hem wilde bidden!
Wanneer ik spreek over volledig vertrouwen in Christus, dan doel ik niet alleen op Zijn reddende kracht, maar ook Zijn heersende macht. We moeten erop vertrouwen dat de Heilige Geest ons aan Christus gelijkmaakt.
Vroeger was je vervreemd, afgesneden van God door slechte werken. Wat heb je gedaan om het goed met Hem te maken? NIETS! Niemand is ooit in staat geweest om zichzelf te heiligen. We worden alleen geheiligd door geloof in Christus' heiligheid, omdat we vertrouwen op wat Gods Woord zegt: "Als je in Christus bent, ben je heilig, omdat Hij heilig is."
We weten dat God Israël op bovennatuurlijke wijze heeft bevrijd. Bij de brandende struik werd Mozes voorbereid om op God te vertrouwen om dat glorieuze werk tot stand te brengen. Hij zou iets leren over Gods natuur die hem later zou helpen te vertrouwen dat de Heere alles tot stand zou brengen. Wat was dat aspect van Gods natuur? Zijn Heiligheid!
Mozes was helemaal alleen op de berg Horeb. Hij weidde de schapen van zijn schoonvader, toen een vreemd schouwspel zijn aandacht trok – er stond een struik in brand. Terwijl hij naar voren stapte om dichterbij te komen, riep God hem vanuit de doornstruik.
"Mozes zei: Laat ik nu naar dat indrukwekkende verschijnsel gaan kijken, waarom de doornstruik niet verbrandt. Toen de HEERE zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik!" (Exodus 3:3-4).
Alleen Jezus Christus, onze Verlosser, is volmaakt heilig. Omdat alleen Jezus heilig en volmaakt is, erkent God geen ander persoon. Daarom, als we ooit door de hemelse Vader ontvangen willen worden, moeten we in Christus zijn, uitsluitend en alleen door de genade van Christus en door geen enkele verdienste van onszelf.
Religieuze mensen hebben de neiging zich te concentreren op de duisternis in plaats van op het licht. Ik hoor zoveel christenen die bittere woorden spreken: "de cultuur heeft de schuld", of "het ligt aan de overheid", of "die belangenvereniging heeft een negatieve invloed". Als je wandelt zoals Jezus deed, zul je de duisternis niet zo snel vervloeken, omdat je gefocust bent op het licht dat je brengt. Laat me dat illustreren.
Gods liefde wordt alleen door Jezus Christus aan ons uitgedrukt. Volgens Johannes woont al Gods liefde in Jezus: "En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen en wel genade op genade." (Johannes 1:16). Je zult vragen: 'Wat is er zo belangrijk aan om te weten dat Gods liefde ons door Christus wordt overgedragen? Hoe beïnvloedt dit ons dagelijks leven?'
Wanneer zal God stoppen met jou lief te hebben? Hij zal alleen stoppen als Hij ophoudt met Zijn eigen Zoon lief te hebben, wat onmogelijk is. Christus zegt: "En vóór het feest van het Pascha, toen Jezus wist dat Zijn uur gekomen was dat Hij uit deze wereld zou overgaan naar de Vader, heeft Hij de Zijnen, die in de wereld waren en die Hij liefgehad had, liefgehad tot het einde." (Johannes 13:1). Dit helpt ons om beter te begrijpen wat Judas zegt wanneer hij opdracht geeft: "Bewaar uzelf in de liefde van God" (Judas 1: 21).
Volgens Jezus zijn Christus en Zijn Gemeente in de ogen van de Vader één. Paulus illustreert dit aan de hand van de analogie van een menselijk lichaam. Hij zegt dat Christus het hoofd is en wij zijn Zijn lichaam - bot van Zijn bot, vlees van Zijn vlees. "En Hij heeft alle dingen aan Zijn voeten onderworpen en heeft Hem als hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult." (Efeziërs 1:22-23). "Want wij zijn leden van Zijn lichaam, van Zijn vlees en van Zijn gebeente." (Efeziërs 5:30).