VOORTDURENDE GROEI
De apostel Paulus verzekerde de Thessalonicenzen dat zij geleerd hadden hoe zij aangenaam voor de Heere konden wandelen. "Verder, broeders, vragen wij u en roepen wij u er in de Heere Jezus toe op, dat u, zoals u van ons ontvangen hebt hoe u moet wandelen en God behagen, daarin nog meer overvloedig wordt" (1 Thessalonicenzen 4:1). Paulus was begonnen met de vermaning dat zij steeds meer overvloedig zouden zijn.